Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 70 / 74 »»
[1] Gisteren hebben we al gehoord dat diegene, die vanuit het centrum boort, onmogelijk de bast van de boom kan missen - ten eerste omdat de bast de hele boom omgeeft, en ten tweede omdat er vanuit het centrum altijd een rechtstreekse, zekere weg naar de omliggende ring leidt. - Wie echter het centrum niet heeft, zal dat vanuit de omliggende ring waarschijnlijk niet nauwkeurig vinden, omdat hij vanuit de ring het centrum zal moeten zoeken.
[2] Maar iemand zal zeggen: Dat is allemaal goed en wel, maar als je eerst een boom moet splijten om vervolgens vanuit de kern te boren, dan is dat toch wel een moeizaam werk! - En Ik zeg: Zeer zeker! Want voor het onderzoeken van de waarheid en de altijd bestaande onbedrieglijkheid is beslist meer nodig dan voor het bedenken van een leugen. Maar moet men er daarom voor terugschrikken de zuivere waarheid te zoeken, omdat de weg daarheen moeizamer dan die naar de leugen? - Ik geloof dat niemand dat zal beweren. - Zo is het ook met het splijten van de boom. Het is gemakkelijker om van buiten naar binnen te boren en dan te zeggen dat men het centrum geraakt heeft, dan de boom te splijten en vanuit het centrum naar buiten toe te boren.
[3] Niettemin vereist de waarheid dat. En men moet het leven daar zoeken, waar het is, en dan van het leven uitgaan - maar niet daar, waar het niet is, en dus als dode vanuit de dood het leven willen vinden en doorgronden!
[4] Wie dus de rechtstreekse weg wil gaan, moet altijd de solaire, maar niet de antisolaire weg volgen. En de boom moet gespleten zijn om het centrum van het leven aan het licht te laten komen.
[5] Dat is allemaal wel goed, zal menigeen zeggen; maar hoe moeten we de boom splijten? Bovenaan zit de kroon, en onderaan de wortels! - Maar Ik zeg: Zaag de kroon af en haal de wortels weg, dan blijft de stam over, en deze kan met weinig moeite gespleten worden.
[6] Nu zullen jullie wel weer zeggen: Wat moet dat betekenen? Wij begrijpen het niet! - Wat is de kroon van de boom? Dat zijn de wereldse wetenswaardigheden, die in het uiterlijke verstand plakken.
[7] Wat zullen de wortels dan zijn? - Jullie hoeven niet zo diep te graven, maar alleen de vraag te beantwoorden: Voor welk doel of om welke reden verrijken de mensen hun verstand met allerlei wereldse kennis? - Dan zullen de wortels goed zichtbaar voor jullie opduiken. - Als jullie echter het moeilijke antwoord niet zouden vinden, kan Ik het jullie wel zeggen! - Onder de wortels worden namelijk alle wereldse belangen en voordelen verstaan. Deze verenigen zich tot een boomstam, die de eigenliefde van de mens aanduidt - welke zich dan in de takken en twijgen in allerlei nuttige verstandelijke wetenschappen uitbreidt om daardoor steeds meer voedsel voor hun eigen wezen te vinden.
[8] Nu zal dit beeld dus toch wel begrijpelijk zijn. Weg met de kroon! Weg met de wortels! Splijt de stam! - opdat de eigenliefde naar buiten wordt gekeerd, tot liefde voor de naaste en voor God wordt en, aldus omgekeerd, aan de stralen van de eeuwige levenszon wordt blootgesteld! - Kijk, op deze wijze naar buiten gekeerd wordt de liefde zichtbaar en kan die in zichzelf onderzocht worden; en op welke plaats er ook een boor van innerlijke wijsheid wordt gezet, zal deze van de verlichte grondslag uitgaan en de bast ofwel de uiterlijke ring altijd het meest rechtstreeks raken, zonder die moeizaam te zoeken.
[9] maar sommigen zullen zeggen: Het beeld is goed en het overwegen waard; maar bij een dergelijke ingreep is de boom wel weg! - Dan zeg Ik jullie: Als deze uiterlijke boom niet weg raakt, zal de innerlijke boom mettertijd samen met de uiterlijke te gronde gaan. Maar als de uiterlijke terwille van de innerlijke te gronde, dan blijft de innerlijke boom behouden. Want wie het leven liefheeft, zal het verliezen; wie het echter ontvlucht, zal het ontvangen. Dat wil met andere woorden zeggen: Wie het wereldse leven liefheeft, zal dat van de geest kwijtraken; wie echter het leven van de geest liefheeft en het leven van de wereld veracht, zal het leven van de geest ontvangen.
[10] Wie dus het leven van de geest liefheeft en het ontvangt, heeft zichzelf gespleten en zijn meest innerlijke leven voor het licht uit Mij geopend. En dit licht is de ware wijsheidsboor, die alles doordringt, en wel vanuit dat punt, waar alle dingen en wezens in één punt samenkomen.
[11] Nu we dit weten, weten we ook al bijna alles wat de religie van de bewoners van onze zevende zonnegordel betreft. - Deze bestaat enkel en alleen hieruit: alles van binnenuit te beschouwen, en vanuit deze innerlijke beschouwingen Mij de ware, innerlijke, levende lof te brengen.
[12] Waar bestaat deze lof uit? Die bestaat uit de volkomen eenwording, door het terugkeren van alle het uiterlijke, natuurlijke, in het enkelvoudige geestelijke. Hoe verstrooid de uiterlijkheid ook moge zijn, tenslotte moet die zich toch in het innerlijk als een volmaakte, gelijkluidende eenheid laten uitspreken.
[13] Dit uitspreken luidt als volgt: God is liefde! Alles wat bestaat is een uitstraling van dit eeuwige Heiligdom. En dit Heiligdom bevindt zich eindeloos volmaakt in Zijn eindeloze alomvattendheid in zichzelf, evenals het zich in ons, Zijn evenbeeld, bevindt. - Door dit evenbeeld zijn wij als gevolg van het in onszelf ontdekte, enige heiligdom zelf één met het oereeuwige, in zichzelf allervolmaaktste Heiligdom, dat God, de enige Liefde is. - Op die manier hebben wij God lief, als we Zijn liefde hebben; want God laat zich met geen andere liefde liefhebben dan alleen met Zijn eigen, enige Liefde. - Wie God dus wil liefhebben, opdat hij eeuwig in Hem leeft, moet de liefde van God in zich hebben als een volmaakte eenwording met God, welke inhoudt: het terugbrengen tot de geheiligde Eenheid van al datgene, dat de eeuwige, enige Liefde als gevolg van Haar grote erbarmen in talloze stralen van genade uit zichzelf heeft uitgestrooid.
[14] Kijk, dat is het eigenlijke grondbeginsel van de religie van de zevende gordel. - Dit grondbeginsel is dus ook de basis voor alle handelingen van de mensen van deze gordel.
[15] En zo geeft ook hun hele wezen dit grondbeginsel weer. - Ze zijn uiterlijk naakt, omdat ze aan het uiterlijke geen aandacht schenken. Maar des te beter gekleed zijn ze van binnen, omdat hun alles aan de geest gelegen is. - Ze hebben een groot lichaam, als een getuigenis dat zij al het uiterlijke grondig naar binnen leiden om het daar te verenigen. - Ze zijn verschillend van grootte, opdat zij deze uiterlijke verschillen in de geest opheffen en één maken. - Tevens zijn ze verschillend van kleur, wat overeenkomt met de breking van het licht of het uitwendige van de dingen - opdat al deze kleuren in hun geest tot één licht verenigd worden. - Ze bewonen de uiterste gordel van de zon, ten teken dat het uiterlijke naar het innerlijk gebracht en er daar één mee moet worden. - Evenzo leven ze van verschillende vruchten, deels van die, welke de vrij groeiende bomen hun opleveren, deels van de vruchten die hun wil aan de bodem ontlokt, en deels van die voedingsmiddelen, die de lucht als een wonder naar hen toe brengt - ten teken dat de mens de hele uitgestrooide volheid van genade uit de eeuwige liefde in zich moet opnemen.
[16] Kijk, zo is ook hun hele streven erop gericht om in henzelf alles in de liefde voor God te verenigen. Het qua uiterlijk grootste heeft bij hen evenveel waarde als het kleinste. - Omdat ze de bewoners van de hele zon door hun geest wel kennen, zeggen zij: De bewoners van de middengordel, die het meest overstromen van alle uiterlijke pracht, zijn de kleinste mensen van de zon. Als ze naar de uiterlijke maatstaf zouden oordelen, zouden ze beslist nog kleinere vinden, zoals wij die in het verloop van deze openbaringen over de zon hebben gevonden. Maar aangezien zij alle dingen enkel van binnenuit beschouwen, noemen ze die ook zoals zij ze in zichzelf vinden. - Ik wijs jullie er hier op, dat ik het verloop van de beschrijving van de middengordel Zelf gezegd heb, dat de daar wonende mensen de kleinsten zijn; maar die uitspraak wordt in feite pas na deze toelichting duidelijk. Want waar het uitwendige steeds buitengewoon prachtig en veelsoortig ingericht is, daar is het inwendige het kleinst. Maar waar het uiterlijke zonder enige pronk aanwezig is, daar is het innerlijke des te groter.
[17] Hier op de zevende gordel hebben we nergens enige uiterlijke pronk gezien; maar in plaats daarvan is het innerlijke ook het grootst. Ook al is hier de uiterlijke vorm het grootst, schaadt dat de zaak helemaal niet; want die grootte is hier alleen maar het gevolg van de enorme waarachtige, innerlijke grootte en is een teken van datgene, waar wij al over gesproken hebben. - Evenzo wordt soms de afmeting van de middengordel verschillend aangegeven; maar dat gebeurt als gevolg van de altijd daarmee verweven maatstaf van de mensen, die die gordel bewonen. - En zo is het met veel dingen van binnenuit bezien heel anders gesteld dan ze voor het uiterlijke oog lijken.
[18] Nu we dit weer geleerd hebben, kunne we datgene, wat gegeven is, ook altijd op tweeërlei manier beschouwen, namelijk van buiten en van binnen. - Als er ergens een splijting in het uiterlijke zichtbaar is, bedenk dan dat ook deze splijting in het centrum tot één samenvloeit. En als we de gegevenheden van binnenuit bekijken, dan zullen wij altijd zonder meer de rechtstreekse weg vinden en bij voorbaat inzien, dat de uiterlijke uitwassen en oneffenheden in het centrum toch één moeten worden en onmogelijk een andere richting kunnen krijgen, ook al zouden ze door nog zulke diepe kloven, scheuren, hoogten en diepten van elkaar verschillen.
[19] Hiermee zijn we klaar met het beschrijven van de religie van de mensen van deze gordel; de volgende keer zullen we alleen nog iets over hun voortplanting, geboorte, huwelijk en sterven zeggen en ons daarna naar de innerlijke zon begeven, waar wij in het algemeen en zo snel mogelijk doorheen zullen gaan. - En daarmee is het weer genoeg voor vandaag!
«« 70 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.