De inwendige zonnen en hun bewoners.

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 72 / 74 »»
[1] In het begin hebben we al gehoord dat de zon geen volkomen compact lichaam, maar dat zij uit zeven inwendige zonnen bestaat, waartussen steeds een lege ruimte van verscheidene duizenden mijlen bestaat.
[2] Er is ook al gezegd, dat deze binnen-zonnen ook bewoond zijn. Nu is de vraag: wat voor mensen wonen er dan? - Zijn deze bewoners werkelijk lichamelijke mensen, of lijken ze enkel op jullie aardmannetjes en de zogeheten lucht-, vuur-, water- en aardegeesten? Of is het misschien zelfs een bijzonder soort wezens, die nergens anders dan alleen op de zon voorkomen? - Dat zijn dus drie mogelijkheden, waarvan noch de ene noch de andere verworpen en ook niet helemaal bevestigend beantwoord kan worden. Naar de uiterlijke vorm te oordelen vertonen ze wel overeenkomst met datgene, wat hierboven genoemd is, maar in werkelijkheid en qua innerlijke betekenis bestaat er geen overeenkomst.
[3] Want bij de zon moeten jullie steeds voor ogen houden, dat daarop alleen maar wezen van primitieve of solaire aard bestaan - terwijl die op de planeten van secundaire of antisolaire aard zijn. Als jullie naar de vorm kijken, dan drukt deze zich natuurlijk wel op dezelfde wijze uit als op de planeten; maar wat de innerlijke gesteldheid en de grondslag ervan betreft, staan deze in scherpe tegenstelling tot alles, wat zich van deze aard op de planeten bevindt.
[4] We kunnen dus wel een blik op de bewoners van deze inwendige zonnen werpen. - Ze verschillen net zo van elkaar als de kleuren van de regenboog. Eigenlijk zien we hier dus noch aardmannetjes, noch lucht-, water-, aarde- en vuurgeesten, en nog minder werkelijk natuurlijke, lichamelijke mensen, maar geestelijke mensen, die pas mettertijd in een natuurlijk leven op het oppervlak van de zon of, in minder gunstige gevallen, ook in het leven van de uiterlijkheid op de planeten over kunnen gaan.
[5] Wie deze geesten met een algemene naam aangeduid wil hebben, doet er het beste aan om ze met de uitdrukking ‘grondlicht-geesten van de zon’ aan te duiden. Deze geesten zijn onder elkaar net zo zichtbaar als natuurlijke mensen onder elkaar, en kunnen voor dat doel uit de daar aanwezige lucht ook een lichaam vormen, hoe en wanneer ze willen; dat kunnen ze doen vanuit hun volle vrijheid binnen de ruimte die zij, door Mij toegewezen, hebben om te bewonen.
[6] Als zij van hun toestand van zelfstandigheid en volle vrijheid een juist gebruik maken, worden ze mettertijd steviger en duurzamer in hun hele wezen en kunnen dan direct via de weg van verwekking en geboorte naar het oppervlak van de zon overgaan. En van daar af ligt voor hen dan de verdere geestelijke reis tot uiteindelijke voleinding open, zoals die reeds besproken is53.
[7] Als de geesten van de inwendige zon deze toestand van intelligente vrijheid echter gebruiken op een manier, die niet met Mijn orde overeenstemt, dan krijgen ze ook een wanordelijke vorm, waarbij hun vormen onuitsprekelijk verschillend van aard zijn. Als zij dan het vertrek van de ordelijke geesten zien, scholen de wanordelijken met triljoenen en triljoenen in grote groepen samen, willen zich eveneens verheffen en met geweld datgene bereiken, wat de ordelijke geesten via de kortste en juiste weg bereiken - namelijk het uiteindelijke oppervlak van de zon en daarmee de meest absolute vrijheid, die ze gewend zijn.
[8] Het ergst of het scherpst komen deze verschillen naar voren op de laatste inwendige zon, die het eerste na de eigenlijke, zichtbare zon komt. Want in de nog verder naar binnen gelegen zonnen zijn de verschillen lang niet zo opvallend, dat wil zeggen: de bewoners zijn tenminste schijnbaar nog meer gelijk van aard dan op de laatste inwendige zon.
[9] Het minst vallen de verschillen op op de binnenste, compacte zon, die in zekere zin het hart van de zon vormt. - Vanuit dit hart stromen deze geestelijke wezens in allerlei vormen tot aan de bovenste zon - zoals het bloed vanuit het hart tot in alle delen van het lichaam stroomt, de voedende elementen overal afgeven en dat wat niet meer voedt weer terughaalt.
[10] Maar ook al zijn de wanordelijke geesten tot het oppervlak van de zon doorgedrongen, dan gebeurt het niet zelden, ja over het algemeen constant, dat ze daar onder allerlei vormen weer moeten terugkeren - en wel via de polen. Op deze wijze worden ze dan weer met het hart van de zon verenigd en beginnen daar na lange tijd weer op ordelijke dan wel wanordelijke wijze uit te gaan en op te klimmen.
[11] Dat weten we nu. - En hoe gebeurt het opklimmen? Het opklimmen door de inwendige zonnen heen is meer een geestelijke en derhalve voor het grootste deel ook onmerkbare opklimming. Er zijn dus ook geen gewelddadige uitbarstingen mee verbonden. - Het opklimmen vanaf de laatste inwendige zon naar het eigenlijke oppervlak van de zon uit zich echter altijd op buitengewoon gewelddadige wijze.
[12] het uiterlijke gevolg van zo’n gewelddadige opklimming hebben jullie al bij de uitleg van de zonnevlekken gezien54. We hoeven dus alleen nog maar te bespreken hoe dat van binnenuit plaatsvindt - en dat niet alleen langs de ons reeds bekende natuurlijker weg, maar veeleer langs de intelligente, geestelijke weg.
[13] Deze geestelijke wezens van de ongeordende soort verzamelen zich, zoals reeds gezegd, met talloos vele triljoenen het meest op een streek bij de evenaar van de laatste inwendige zon. Als ze zich sterk genoeg voelen, verheffen ze zich in grote massa’s en dringen aldus naar boven tot aan het inwendige vlak van de eigenlijke zon en proberen daar op hun gevoel uit te zoeken waar deze het zwakste is. Hebben ze zo’n plek gevonden, die tegelijkertijd ook aan alle kanten aders en kanalen heeft, dan dringen ze daar snel binnen en beginnen steeds meer met grote intensiteit te ontbranden. Daardoor brengen ze tevens geleidelijk het vlak tot gloeien, waar ze zich hebben vastgezet, verbinden zich bovendien nog met de in de materie gebonden geesten en oefenen, steeds sterker ontbrandend, een steeds geweldiger kracht uit, zodat de enkele duizenden mijlen dikke, buitenste korst van de zon voor hen moet wijken, zich op de reeds bekende wijze moet laten opstuwen en tenslotte zelfs moet laten doorbreken.
[14] Omdat ze door hun uiterst ongeordende streven in zekere zin ook enig materieel gewicht krijgen, komt hun dit bij hun activiteiten heel goed van pas, doordat ze zodoende tevens gebruik maken van de geweldig snelle draaiing van de zon om haar as. En dan is het bij hen letterlijk: alle hens aan dek; we moeten ons doel bereiken!
[15] Als jullie dit nu vergelijken met de eerste toelichting op de zonnevlekken, zal jullie daardoor veel duidelijk worden, wat anders duister voor jullie was gebleven - op zijn minst zouden jullie mettertijd op een tegenstrijdigheid gestoten zijn, die jullie niet gemakkelijk opgelost zouden hebben; en menige geleerde vos zou daarin goed voedsel voor zijn scherpe tanden, zijn scherpe ogen en klauwen hebben gekregen.
[16] Ik zal jullie slechts één zo’n tegenstrijdigheid aanduiden: Als de jullie bekende gezwellen bij de evenaar van de zon enkel zouden ontstaan door de middelpuntvliedende kracht door de draaiing van de zon om haar as, dan zou Ik graag degene kennen, die in staat zou zijn om een tempel te bouwen, en bovendien nog op een berg, waar de middelpuntvliedende kracht nog groter is dan in een dal - zonder dat zo’n tempel samen met de bewoners onmiddellijk weggeslingerd zou worden! Het is toch absoluut onvoorstelbaar om onder bovengenoemde omstandigheden een dergelijke tempel te bouwen! - De middelpuntvliedende kracht van de zon staat derhalve in de juiste verhouding tot de grote aantrekkingskracht ervan, maar desondanks kan de middelpuntvliedende kracht bij zulke geestelijke ondernemingen goed van pas komen; ze is dus bevorderlijk voor hun gewelddaad en belemmert die niet.
«« 72 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.