Vertoornd wederwoord van de opperpriester. Voorspelling door de jeugdige Jezus over de roeping der heidenen tot Godskinderen in plaats van de joden en over de verwoesting van de tempel en van Jeruzalem. De waarheid over de dood van Zacharias.

Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel

«« 26 / 33 »»
[1] Door deze toespraak van mij werd de opperpriester toornig en zei: 'Jongen, wie gaf jou het recht om ons en de tempel te bedreigen? Hebben wij soms de grondregels opgesteld, waarnaar wij te handelen hebben? Zo wijs als vele van je vroegere uitspraken waren, zo onwijs zijn ze nu! Weet jij dan niet, dat na slechts een bijlslag geen boom valt en dat het ijdel is iets te willen veranderen dat volstrekt niet te veranderen is? Verander jij dan het volk als je kunt! Het volk der joden is een al heeloude boom, die men niet meer als een jonge hazelaar kan ombuigen.
[2] Het is volstrekt niet onze bedoeling te betwijfelen, dat God jou een hogere roeping heeft toebedeeld, maar dat betekent nog niet dat je de oude instellingen, die op Mozes teruggaan -zij het ook met vele latere toevoegsels, die de tijdsomstandigheden vereisten -zo maar met voeten treden mag; en evenmin dat je ons, die deze instellingen in stand houden, kunt vergelijken met verscheurende wolven in schaapsvachten, want wij hebben nog niemand verscheurd. Als wij echter godslasteraars en beledigers van de tempel en ook echtbrekers hebben getuchtigd, dan deden wij niets anders dan wat Mozes heeft voorgeschreven. Kan jij dan zeggen, dat wij daarmee onrecht hebben gepleegd en dat wij tegen Gods geboden handelen?
[3] Dus als je met ons spreekt, leg dan je woorden in een betere weegschaal en vind je aan ons en aan de tempel iets verkeerds, zeg ons dat in kinderlijk goede woorden en wij zullen dan wel zien of er iets aan gedaan kan worden. Maar met dreigementen zal je bij ons niets bereiken!'
[4] Ik antwoordde: 'Bij uw soort heeft nog nooit iemand iets kunnen bereiken, noch met zachte, noch met bijtende taal. Daarom ook zult gij blijven zoals ge bent tot aan het einde der wereld. Daarom echter zal u allen de genade ontnomen worden en aan de heidenen verleend!
[5] Werpt uw blikken over zee naar het werelddeel Europa! Het wordt door ware heidenen bewoond, hoogst zelden slechts dringt een jood tot daar door. Daarheen zal de genade uit de hemelen worden overgeplant!
[6] Over goed zeventig jaren zal men Jeruzalem en de tempel zoeken en de plaats niet meer vinden waar de stad en de tempel stonden; en men zal zeggen: 'Ha, wat maakt het uit waar de oude plaats was waar de tempel stond? We nemen gewoon de beste plek in de buurt ervan en bouwen daar een tempel van Salomo en richten die in zoals hij vroeger was ingericht!'
[7] ja, zo zullen zij spreken en zo ook doen! Maar, zodra ze met hun tempelbouw zullen beginnen, zal er uit de aarde een machtig vuur omhoogschieten en de bouwlieden en het materiaal zullen zwaar worden geteisterd.
[8] Kort nadat meerdere van dergelijke pogingen zullen zijn mislukt, zullen machtige heidense stammen dit land binnendringen, uit het oosten zowel als uit het zuiden; ze zullen dit land verwoesten! En gij zult over heel de aarde worden verstrooid, en ge zult bovendien nog worden vervolgd, van het ene uiteinde van de aarde tot aan het andere!
[9] Aldus zal het u vergaan, omdat gij eigenmachtig hebt gebroken met Gods aloude voorschriften, die ge hebt vervangen door uw uiterst menselijke en op de wereld gerichte bepalingen! Vetgemest hebt ge uzelf met de enorme winsten die de doorvoering van uw domme mensenwetten u heeft opgeleverd!
[10] Leest u er zelf uw tempelkronieken maar op na, en de geheime verslagen. Dan zult ge worden geconfronteerd met feiten, reeds sedert de tijden van de profeten, die de haren van ieder die nog enigszins humaan denken kan, ten berge zullen doen rijzen, tot aan de toppen van de Libanon!
[11] ledere priester en iedere profeet die zich ooit serieus voornam om die afschuwwekkende menselijke bepalingen te bannen uit het Huis van Jehova, is tot nu toe steeds gestenigd, zodat de zuiver goddelijke wetten niet konden worden hersteld!
[12] Want hoelang is het nu al geleden dat de hogepriester Zacharias, die in de tempel op orthodoxe wijze placht te offeren door -laten we zeggen -uw handen werd gewurgd?
[13] Het volk, dat Zacharias hoogachtte en liefhad, heeft toen luidkeels tekst en uitleg van u geëist over wat er met deze man Gods was gebeurd toen er in zijn plaats een nieuwe hogepriester werd aangesteld!
[14] Gij hebt het volk toen op meer dan drieste wijze belogen! Ge hebt toen, met gehuichelde vroomheid op uw tronies, gezegd dat Zacharias voor heel het volk aan het bidden was, toen andermaal de Engel des Heren aan hem verscheen diens gelaat feller schitterend dan de zon!
[15] De Engel zou tot de verbaasde man Gods hebben gezegd: 'Trouwe dienaar des Heren. Gij hebt uw aardse taak volbracht, en ge zijt voor God rechtvaardig bevonden! Daarom moogt ge deze aarde nu verlaten zoals ge zijt, en met ziel en lichaam mij volgen -zoals Henoch en Elias -tot voor de troon van de Almachtige God in de Hemel, waar u een geweldig loon wacht!'
[16] Zacharias zou -de ogen vervuld met hemelse glans -ten hemel hebben opgezien en -in de armen van de Engel de tempelonmiddellijk hebben verlaten en va!l de aarde zijn verdwenen!
[17] Op die leugenachtige plek hebt gij toen ook nog een witte gedenksteen geplaatst, waarin gebeiteld was: 'Vanaf deze plaats werd de man Gods Zacharias ten hemel opgenomen'. Zó hebt u zich voor het volk schoongewassen en de man Gods zelfs vereerd door het zingen van allerlei psalmen, terwijl ge hem nota bene als diens ergste vijanden had overvallen en als roofmoordenaars, tussen het allerheiligste en het grote offeraltaar hebt gewurgd, toen hij daar op zijn knieën lag te bidden !
[18] En zoals het Zacharias is vergaan, zo is het heel wat profeten vergaan en heel wat ware hogepriesters van de orde van Aäron! Omwille van het volk hebt gij dan naderhand steeds voor hen prompt keurige monumenten opgericht, terwijl ge hen tot op de dag van vandaag alle mogelijke eer betoont!
[19] Wie uwer durft te beweren dat het anders zou zijn gegaan? Dat hij dan nu spreke! Gij zwijgt echter en ge zijt verstomd van angst, omdat Ik dit nu over u uit de doeken heb gedaan! Ge denkt nu zeker vanwege uw hoge posities aan de arm der gerechtigheid van de maatschappij te zullen ontsnappen en inderdaad, die kan u helaas niet pakken, omdat er naast Mij geen tweede getuige is die zou kunnen worden voorgeleid. Maar Ik heb tegenover u die arm van de wereldse gerechtigheid dan ook geenszins van node. Ikzelf zal ook niet de hand op u leggen om u te tuchtigen. Maar, als ge volhardt in uw boosheid, zal met u allen datgene gebeuren, wat Ik zojuist heb aangezegd! Dit was wat Ik terzake te zeggen had; nu is de beurt weer aan u!'
[20] Maar de rechter, die klaarblijkelijk woedend was, zei tegen Mij: ' Als jij het wilt maak ik met deze ontaarde Godsknechten korte metten; jouw getuigenis is voor mij namelijk meer dan voldoende!'
[21] 'Vergeet u het maar', zei Ik, 'want, weet u, Mijn wilskracht alleen bezit meer dan genoeg macht om hen bliksemsnel te kunnen vernietigen! Maar u evenmin als het volk, noch Ikzelf zouden daarmee iets gewonnen hebben! Voor het moment is het voldoende dat wij hun bijna absolute duisternis althans enigszins doorzichtig hebben gemaakt; een plotseling volledig daglicht zou hen pas echt blind maken, en met hen dan tevens het hele joodse volk! En dat zou werkelijk gebeuren, in geval u hen nu hun massaal bedreven grove zonden al te drastisch zoudt willen vergelden. Dit soort lieden zal immers zichzelf in de door hen zelf gespannen netten verstrikken, en dan daarin te gronde gaan!
[22] Er is de mensen op aarde immers overal een bepaalde maat gesteld, zowel voor het goede, alsook voor het kwaad; zo is er ook voor elke instelling en voor elk volk een maat. Als die maat vol is met goddelijke goede dingen, zal zo'n land en zo'n volk gaan overlopen van zegen; maar als een volk en zijn land overloopt van kwaad, zal, zonder pardon, een zware straf beiden treffen ! De slechte rol van dat volk zal dan zijn uitgespeeld en het land zal in een woestijn worden veranderd, zoals ook binnen niet al te lange tijd met dit land het geval zal zijn!
[23] Wie het kan en wil vatten, die vatte het! Het tijdstip is nu naderbij gekomen waarop men de slechteriken van de daken zal toeroepen wat voor geestesproducten zij zijn, en hun daden zullen van hun voorhoofden af te lezen zijn! Want uit dezelfde School waaruit Ik geput heb hetgeen Ik weet, uit diezelfde School zullen mettertijd vele leerlingen van Mijn Liefde putten, en dan ook weten hetgeen Ik weet, en ook doen hetgeen Ik doe! Maar die tijd is nog niet geheel en al aangebroken. Wanneer die tijd echter geheel en al zal zijn aangebroken, zult u dat vernemen en dan kunt u alsnog u ernaar richten.
[24] Dit was wat Ik heb willen zeggen. Degene van u die nog iets zeggen wil, moet dat nu doen, want Ik zal nog slechts zeer kort bij u zijn; zij, die meenden dat zij Mij hadden verloren, zullen Jeruzalem nu spoedig bereiken, en dan zullen zij Mij hier vinden!'
«« 26 / 33 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.