De dreigende hogepriester wordt streng terechtgewezen door de Romeinse rechter.

Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel

«« 8 / 33 »»
[1] Toen sprak de hogepriester: 'Als die jongen werkelijk tot dergelijke dingen -buiten ons om en zonder onze toestemming -in staat is, is het zonder meer duidelijk dat hij door Beëlzebub, de vorst van de duivels, bezeten is! Uit de kracht Gods kan zoiets nooit buiten de tempel om! Wat is er niet een hoge graad van zedelijkheid en zuiverheid voor nodig om deel te kunnen krijgen aan de kracht Gods! Zoiets is alleen mogelijk in en binnen het Allerheiligste van de tempel, zoals Mozes en alle profeten hebben onderwezen!
[2] Wie hiermee op de hoogte is, weet dan ook wel hoe het zit met die zogenaamde wonderen die buiten de tempel om worden gewrocht! In zulke gevallen is het voor de tempel dan ook een nooit te excuseren verplichting om dergelijke kinderen en volwassenen op aarde, koste wat het koste, te verdelgen! En zou door onze alsnog te houden naspeuringen bevestigd worden wat jij over die jongen hebt beweerd, dan zalook hij als een handlanger van Beëlzebub van deze aarde worden verjaagd!'
[3] Maar toen zei de rechter: 'Dat moge dan vroeger een onder jullie zelf ingesteld gebruik zijn geweest, sedert het moment dat wij Romeinen hier de heerschappij voeren, is zoiets nauwelijks nog denkbaar! Het zwaard der gerechtigheid ligt immers nu uitsluitend -en dat geldt in alle gedingen -in onze hand en hij, die het eigenmachtig buiten ons om hanteert en zonder onze toestemming, zal zonder enig onderscheid van rang of stand worden behandeld als een muiter of een roofmoordenaar .
[4] Ik hoorde zojuist van deze jongen hier, trouwens ook van jullie zelf, dat jullie in je krankzinnige tempelwaan zelfs een hogepriester hebt vermoord en dat nota bene in de tempel, omdat hij had beweerd een visioen te hebben gehad. Daardoor heeft hij jullie dan zeker geweldig jaloers gemaakt, hetgeen dan genoeg was om jullie tot het besluit te brengen hem uit de wereld te helpen. En dat is twaalf jaar geleden gebeurd, dus tijdens ons bewind!
[5] Die zaak wordt alsnog onderzocht, en wie weet of jullie dan niet nog eerder met het zwaard der Romeinse gerechtigheid zult worden geconfronteerd, dan die Wonderjongen met jullie tempel wraaklust! Laat het jullie, tempel oversten, hier en nu, krachtens mijn ambtelijke bevoegdheid gezegd zijn, dat ik een ieder die het ook maar in de verste verte wagen zou die bewuste jongen iets aan te doen, met het zwaard zal weten te straffen! Laat dat jullie genoeg zijn!'
[6] De hogepriester sprak weer: 'Maar wij hebben van de keizer de toezegging, dat de onafhankelijke tempelrechtspraak gewaarborgd blijft, en dat de inmenging van wereldse rechters blijft uit gesloten!'
[7] De rechter antwoordde: 'Hoever die toezegging strekt, is mij precies bekend. Het is jullie inderdaad toegestaan op wijze manier de tucht te handhaven, maar vandaar naar het zwaardrecht (de terechtstelling) ligt nog een diepe en wijde kloof! En wee hen, die van u die kloof zou overschrijden!'
[8] De hogepriester gaf het nog niet op: 'Hoe zit het dan met de macht van Herodes, die tegelijk viervorst is van Galilea -die heeft toch óók het zwaardrecht?'
[9] De rechter weer: 'Herodes en de andere vorsten in de landen der joden zijn zuiver en alleen leenheren. Hun zwaardrecht geldt slechts voor hun eigen personeel, hun dienaren en slaven! Als zij tegenover deze wreed zouden optreden zouden zij al gauw helemaal zonder personeel komen te zetten. Wij dwingen namelijk niemand om bij hen in dienst te treden! Weliswaar kunnen zij elke tien jaren dit recht kopen voor telkens tien jaar, maar zij kunnen voor hun eigen bestwil van dat duur gekochte recht geen uitzonderlijk gebruik maken; te meer niet, omdat iedere dienaar die zij hebben, behalve sommige van hun slaven, wanneer hij maar wil uit hun dienst kan treden. En van het ogenblik van diens uittreden af valt die dan niet langer meer onder h un jurisdictie, maar onder de onze!
[10] Voorts hebben zij het recht om die belastingen te heffen die hen toekomen, en om die -zo nodig met geweld -te innen, maar toch altijd nog zonder zwaardrecht! Voor de voltrekking van een vonnis hebben zij onze toestemming nodig, en voor onze medewerking hebben zij dan ook nog te betalen.
[11] Zo zit het met de rechten van uw Herodes, zoals ook met die van andere leenheren; elke overschrijding van die rechten is een ernstig strafbaar feit en wordt reeds bij de eerste de beste gelegenheid gestraft met het verlies van de leenrechten.
[12] Als u dus dacht met de macht van Herodes die knaap te kunnen opspeuren, vergist u zich lelijk, want Herodes zal er zich wijselijk wel voor hoeden om zijn boekje te buiten te gaan!
[13] Deze jongen hier staat van nu af aan onder mijn bescherming en ik verleen hem nu pas het recht om u met allerlei vragen te bestoken; ik zal daarbij niet van zijn zijde wijken, want in zijn hoofd en hart steekt meer nuchtere en gezonde wijsheid dan in jullie allemaal bij elkaar en in heel jullie heiligdom. Nu kan jij weer verder spreken, beste jongen, want nu heb ik jouw straatje voor je schoongeveegd!'
«« 8 / 33 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.