Het vierde gebod volgens de Farizeeën.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 212 / 246 »»
[1] Ouran is nu in zijn nopjes en zegt, dat hij nog nooit zo'n echt praktische wijsheid heeft horen verkondigen en dat hij van plan is deze raad ook altijd zorgvuldig op te volgen. Onze Perzen verwonderen zich er echter nog het meest over .
[2] JURAH zegt: "Ja, dat noem ik pas een waar licht van boven, want dit heeft nog nooit een sterveling ontdekt! Op die manier zou ik alle tien geboden wel uitgelegd willen hebben! Het is nu zo voor de hand liggend en duidelijk en toch konden wij er met al ons scherpe verstand niet achterkomen! Maar ik heb toch nog wat te vragen!"
[3] SCHABBI zegt: "Ik zou echt niet weten over welk punt nog een aparte vraag gesteld zou kunnen worden!?"
[4] JURAH zegt: "Weetje dan niet, dat er met betrekking tot de plichten van de kinderen ten opzichte van hun ouders allang een nieuw voorschrift bestaat, dat zegt, dat een zoon of een dochter beter een offer aan de tempel kan geven, dan vader en moeder te eren?! Dit nieuwe voorschrift heft weliswaar het oude niet op, maar het moet een beter middel zijn om de Mozaïsche belofte te verkrijgen, dan de Mozaïsche wet zelf. Ik zou nu graag, omdat zich nu de buitengewone gelegenheid zo wonderbaarlijk voordoet om met de oorspronkelijke wetgever Zelf te spreken, willen horen wat de Heer van zo'n nieuw voorschrift zegt!
[5] Eensdeels, als een kind heel slechte en verdorven ouders heeft, lijkt dit voorschrift helemaal terecht, maar als een kind, dat vaak van nature lichtzinnig is, heel goede en waardige ouders heeft, die voor God en alle mensen alle achting, liefde en eer van hun kinderen verdienen, lijkt mij dit veel te tempels hebzuchtig uitziende voorschrift weer helemaal niet terecht. Het hele voorschrift heeft een erg menselijk geurtje en het straalt bar weinig goddelijks uit, maar dan staat er ook weer ergens: 'Naar hen, die zitten op de stoelen van Mozes en Aiiron, moet je altijd luisteren en je moet doen wat zij je voorschrijven!'
[6] Maar dat voorschrift is ook een echte kameel waarop de Farizeeën al heel veel valse en slechte waren als echte de tempel hebben binnengesmokkeld, die het volk tegen de hoge prijs van zijn morele vrijheid voor volkomen echt moet kopen. Dat is een kwalijke zaak. Mij lijkt zo'n voorschrift, dat slechts aan bepaalde mensen een exclusief voorrecht geeft, een duivels gat waardoor de satan altijd binnen kan komen in het heiligdom. Deze bevoorrechte heiligen overschatten zichzelf, worden eerst in zekere zin op een vrome wijze trots en met een heilig geurend profetenaureool omgeven, maar later worden zij dan in volle ernst heerszuchtig en tiranniek, hoogmoedig en mateloos trots, - maar zitten nog steeds op de zetels van Mozes en Aäron! Ik vind echter broeder, - weet je, zo onder vier ogen! -dat dan de satan maar beter zelf meteen deze heilige zetels in beslag zou kunnen nemen! En door zulke ware plaatsvervangers van de satan op de zetels van Mozes en Aäron zijn heel kwade, menselijke voorschriften in de plaats gekomen van de goddelijke en wij moesten ze slikken, omdat het kameelachtige 'hellegat' voorschrift beveelt te luisteren naar hen, die op de heilige zetels zitten en te doen, wat zij bevelen.
[7] Ja, de wet op zich zou wel goed zijn, als men de zekerheld had, dat op de heilige stoelen altijd slechts de waardigste opvolgers van Aäron en Mozes zouden prediken, maar wat voor echt drakevolk heeft er al niet op de heilige stoelen gezeten en daar niet zelden het ziende volk de schandelijkste wetten als scherp zand in het gezicht geslingerd, waardoor dit dan voor het grootste deel verblind moest worden! En zulke, alle waanzin te bovengaande voorschriften blijven vervolgens als een grot,e kwelling van de mensheid bestaan en niemand heeft meer de moed dit juk af te schudden. Dan gaat het zuivere verstand zich toch afvragen of God daar iets van weet en of er eigenlijk wel een God bestaat die zo'n verschrikking kan aanzien in Zijn heiligdom!
[8] Wel, enige uitleg daarover van Hem Zelf zou ons toch wel he,t best de zuivere en ware toedracht kunnen tonen en daarom zou Ik nu rechtstreeks een vraag aan Hem willen stellen! -Wat vind je, zal ik het wagen of niet?"
«« 212 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.