Een kluwen zielestof.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 117 / 263 »»
[1] Daarop zei MATHAËL: "Oho, wat is dat voor een reusachtig grote kluwen die uit de omgeving van de stad hierheen zweeft?! Hij komt steeds dichterbij. Kijk, kijk hoe daarbinnen alles als slangen door elkaar golft en kronkelt! Wat zijn dat toch allemaal voor merkwaardige figuren?! Ik zie duidelijk ossen, koeien, kalveren, schapen, kippen, duiven en allerlei andere vogels, vliegen en een bonte variatie van kevers; ezels, ook enige kamelen, katten, honden, een paar leeuwen, vissen, adders, slangen, hagedissen, krekels, stro, allerlei hout, een massa graankorrels, kleren, vruchten, zelfs allerlei gereedschappen en nog een massa verschillende zaken die ik helemaal niet ken! Wat moet dat voorstellen?! Moeten dat soms ook zielen zijn, die allen lijken ingenaaid te zijn in een ontzettend grote en geheel doorzichtige zak en daarin door elkaar gegooid worden als los stro in een wervelwind?"
[2] IK zeg: "Dat zijn zielen of respectievelijk geesten van lager orde in de vorm van een ongeluksgezelschap dat nog enige tijd bijeenblijft en pas dan uit elkaar zal gaan als het in de duidelijk zichtbare voedingszak rijper is geworden.
[3] Alles wat op de wereld ook maar ergens hoe dan ook bestaat, is zielestof. Wordt daarvan door wat dan ook de stoffelijke samenhang (cohesie) vernietigd en daardoor wat de ziel betreft vrij, dan neemt deze na de vernietiging zijn vroegere, stoffelijke vorm weer aan en blijft zo nog enige tijd voortbestaan. Als de intelligentie van deze vorm na verloop van tijd rijper is geworden, begint hij langzaam maar zeker de oude vorm te verlaten en in een meer levensvatbare vorm over te gaan.
[4] Dit kluwen is een opnamevat voor alles. Wat er ook maar bij de brand en door de brand verwoest werd, vind je nu als zielestof in dit kluwen, toegerust met enige intelligentie. De angst maakt dat zij allen in deze zak als in een kool bij en door elkaar zichtbaar worden. ..
[5] Als er bijvoorbeeld ergens op aarde grote elementaire omwentelingen voor de deur staan, wat natuurlijk een gevolg is van een grote beroering onder de aardse natuurgeesten of -zielen, dan worden daar ook alle dierenzielen overvallen door grote angst. Alle diersoorten beginnen elkaar dan vriendelijk te bejegenen en vormen een vreedzame samenleving. De adder bekommert zich niet om haar gif, de slang ook niet; de verscheurende dieren vergrijpen zich niet meer aan de vreedzame lammeren; de bij en de wesp hebben hun angel in de schede gestoken, zoals een krijger zijn zwaard. Kortom, alles wijzigt zijn aard; zelfs de plantenwereld laat de kopjes treurig hangen en geen plant verheft eerder haar ongerepte hoofdje dan nadat de calamiteit voorbij is.
[6] Maar alles wat bij zo'n gelegenheid stoffelijk vernietigd werd -uitgezonderd de mensen -, verenigt zich na de vernietiging in de nog voortdurende angst ook als zielestof, en omhult zich desnoods. Als zo'n losse kluwen met zielen dan ongeveer een eeuw lang rondgezweefd heeft, hebben de oorspronkelijk ongelijksoortige ziele-elementen elkaar meer aangetrokken en beginnen zich langzaam maar zeker te verenigen en vormen dan één of ook wel meer vrij krachtige, natuurmensenzielen.* (*Lorber gebruikte soms nieuwe uitdrukkingen, zoals 'Naturmenschenseele', of 'Naturtierseele', die door ons letterlijk werden vertaald. 'Natuurmensenziel' is een ziel die na het doorlopen van talloze ontwikkelingsstadia binnen de natuurrijken (mineraal, plant, dier) voor het eerst in een mensenvorm verschijnt. Zo'n ziel heeft nog geen voorbestaan als mens gekend, noch op aarde, noch op een andere planeet.)
[7] Dit voor ons zwevende kluwen bevat alles wat door de brand van Caesarea Philippi is verwoest. Dit kluwen zal tot aan haar volledige ontwikkeling wel meer dan honderd jaar nodig hebben; maar dan zullen ook meer dan honderd rijpe, natuurmensenzielen de tere huid doorbreken en nog eens ongeveer honderd jaar later onze weg door het vlees doorlopen.
[8] Bij grote vuurhaarden, vuurspuwende bergen en ook bij grote overstromingen vormen zich steeds zulke kluwens. Als er weinig dierlijke elementen in aanwezig zijn, duurt de omvorming langer; als er echter dierlijke elementen bij betrokken zijn zoals hier, duurt deze gewoonlijk korter.
[9] Ook is het niet zo, dat uit kluwens waarin geen dier aanwezig is, zich toch natuurmensenzielen zullen ontwikkelen; er kunnen ook natuur dierenzielen of zelfs alleen meer edele plantenzielen ontstaan, welke laatste gewoonlijk uit verrottingsdampen of uit allerlei zogenaamde vulkanische dampen en rookmassa' s ontstaan.
[10] Kortom, als bij dampen aangetoond kan worden dat zij uit het vergaan van grof dierlijk of grof plantenmateriaal voortkomen of slechts afkomstig zijn van minerale gistingsprocessen, dan ontwikkelen zich daar alleen allerlei plantenzielen. De grofste delen verenigen zich daarbij door de wortels, de wat edeler delen door de bladeren en de edelste delen tijdens de bestuiving van de bloem met een uit een kiem uitbrekende en werkzaam wordende plantenziel, en zorgen zo voor de zegenrijke verveelvoudiging van de zaadkorrels en hun kiemen.
[11] Zulke grovere specifica van plantenzielen blijven in de materie achter, zoals in de stam en in de houtvezelstof, de wat edeler deeltjes komen in het zachtere lover, de nog edeler deeltjes vormen zelf de vrucht en wat daar voor en na komt, en de meest edele deeltjes verenigen zich dan al tot een op zichzelf staand intelligent kiemleven, dat dan reeds in staat is óf zichzelf opnieuw tot een soortgelijk leven te wekken om de oude activiteit van voren af aan te beginnen óf door als voedsel door dier of mens gebruikt te worden meteen in de dier of zelfs mensenziel over te gaan.
[12] Daarom eet de mens dan ook meestal alleen de vrucht van de planten waardoor de plantenkiem zielen zich rechtstreeks met zijn ziel kunnen verenigen. De wat grovere delen van de kern en de vrucht kunnen zich echter alleen met het bloed en het lichaam en met het kraakbeen en het beendergestel verenigen. Uiteindelijk moet dit zich allemaal, omdat het nog te onzuiver is, na het sterven soms nog meerdere malen opnieuw door het rijk van de plantenwereld gaan om zich te zuiveren, tot het uitrijpt tot kiemgeest en volledig rijp wordt voor de opname in een nieuwe dier of zelfs mensenziel. -Nu weten jullie zo terloops ook, hoe deze kluwens ontstaan en welke ontwikkeling zij doormaken en wat hun einddoel is, en nu kunnen jullie dus weer verder gaan met je beschouwingen en zien of er niet weer een verschijnsel voor jullie zal opdoemen!
[13] Maar dat wat jullie hier nu zien, is de bekende ladder van Jacob waardoor hij hemel en aarde met elkaar verbonden zag, en waarop hij de levenskrachten en Gods gedachten omhoog en naar beneden zag gaan. Jacob zag dat beeld wel, maar noch hij noch iemand na hem heeft het tot op dit uur begrepen. Voor jullie heb Ik het nu ontsluierd; maar ook jullie allen moesten eerst door het licht van deze lichtende kogel in een soort heldere slaap gebracht worden om de onthulde Jakobsladder te zien en deze vervolgens door Mijn woord ook te begrijpen opdat jullie weten hoe het hemelse en het aardse samenhangen en dat op dezelfde ladder het ene steeds in het andere overgaat. -Kijk over de zee, dat wil zeggen nu met de blik van je geest of liever je ziel, en zeg Mij wat je daar ziet"
«« 117 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.