Het wezen van de zuurstof.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 118 / 263 »»
[1] ZINKA zegt dan: "Heer, ik zie op het wateroppervlak hoe daar een enorm aantal vurige slangen heen en weer schieten; enkele duiken ook onder, maar hun snelheid wordt door de watermassa niet afgeremd. Ik zie tot op de bodem van de zee; op de bodem krioelt het van alle mogelijke soorten gedrochten, ook ontelbare vissen, en alles hapt naar deze vurige slangen. Als een vis of een ander gedrocht een of meer van zulke slangen verslonden heeft, worden zij beweeglijker en levendiger en blikkert er letterlijk een soort zinnelijkheid uit deze waterwezens.
[2] Nu zie ik die vuurslangen ook in de lucht rondzwermen, alleen veel kleiner en minder vurig; boven het water zijn de zwermen het dichtst. Vogels, die gewoon zijn' s nachts boven de waterspiegel hun vertier te zoeken, schijnen er niet erg van te houden; maar de vissen springen hen uit het water tegemoet. Die op het water rondzwemmen lichten het sterkst en bewegen zich ook pijlsnel! Wat, o Heer, is dat nu? Wat moeten wij daarvan denken?"
[3] IK zeg: "Dat wat jullie daar zien, is de eigenlijke levensvoeding, het is het zout van de lucht en het zout van de zee; eens zullen de natuurkundigen dit element zuurstof noemen. Zien zullen zij het niet, maar wel waarnemen en zij zullen het gehalte en de mate waarin het aanwezig is, of ook wel het geheel ontbreken daarvan, vaststellen.
[4] Het water, dat het hoofdelement voor planten, dieren en mensen is, moet het meest van deze zuurstof bevatten en dat geldt met name voor de grote oceaan. De dieren in het water zouden helemaal niet kunnen leven als het water niet steeds rijkelijk van deze stof voorzien was.
[5] Deze stof is oorspronkelijk de eigenlijke zielesubstantie en komt overeen met de gedachten, voordat die nog tot een idee samengevoegd worden. Maar wanneer je deze geestelijke levensstof in voldoende hoeveelheid ergens bijeen zult vinden, dan zal zich daar ook al gauw de een of andere vorm vertonen hetzij een levende, die zacht en beweeglijk is, of een verstarde vorm, zoals een steen of een stuk dood hout. Kijk nu speciaal langs de oever, dan zullen jullie hier en daar bijzondere plotseling oplichtende lichtpuntjes ontdekken die ontstaan door het opeenhopen van de levensstof.
[6] Daaraan kunnen jullie nu zien hoe onze vuurslangen zich op een aantal plaatsen bij .honderden en duizenden klompvormig samenballen. Zo'n schijnbaar toevallig gevormde klomp geeft gedurende enige tijd een fel licht. Deze grotere lichtproductie vindt plaats op het moment waarop een aantal van deze levensvuurslangen samengaan; door dit samengaan is dan reeds een idee in de een of andere vorm ontstaan.
[7] Als de vorm eenmaal gereed is, komt er rusten het bijzondere lichten houdt op, maar dan vormt zich daaruit reeds een schepsel. Het wordt zichtbaar in de vorm van een kristal, of in die van een zaadkorrel of een ei, of zelfs reeds in de vorm van een compleet waterdiertje of tenminste van een watermos plantje, om welke reden jullie dan ook heel vaak de vlakkere en ondiepe oevergebieden het rijkst begroeid zullen zien met allerlei waterplanten. En waar veel van die begroeide plaatsen voorkomen, zal ook geen gebrek zijn aan allerlei grotere en kleinere waterdieren.
[8] Nu vragen jullie je af wie deze levensgeesten die allemaal op elkaar lijken, een vaste of levende, beweeglijke vorm geeft? Die vraag zal Mijn Raphaël jullie het best kunnen beantwoorden. Kom, Raphaël spreek, en toon je kunnen!"
«« 118 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.