Gabi's beginselen als Farizeeër.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 173 / 263 »»
[1] IK zei: "Voor jezelf was het erg goed dat je je hart eens uitgestort hebt; ondanks dat moet je nog één ding vertellen en goed uitleggen, - weer niet voor Mij, maar alleen voor jezelf! Vertel eens, toen je je in en voor de tempel liet inwijden, begon je je meteen toe te leggen op het bedrog en al je zinnen er alleen maar op te richten om zo'n echte oneerlijke, gesloten, verraderlijke Farizeeër te worden, geloofde je toen aan geen enkele god? Had niemand je dan verteld dat een Farizeeër eigenlijk alleen maar priester en dienaar van God is, zoals eens Aäron, en nooit een zelf en heerszuchtige mensenbedrieger? Hoe kon je zo'n oerslechte aandrang ooit in je hart laten opkomen?
[2] Is dan het helpen van mensen, waar dat maar mogelijk is, niet reeds op zichzelf al een heerlijk levensprincipe, dat zelfs de oude heidense wijzen steeds in grote eer hebben gehouden en in acht hebben genomen?! Zei Socrates niet reeds: 'Mens, als je als sterveling de goden waardig wilt eren, dien dan je broeders; want zij zijn net als jij het kostbaarste werk van de goden! Als je de mensen liefhebt, breng je een offer aan alle goden die goed zijn en de slechten zullen je daarvoor niet kunnen straffen! ' De Romeinen zeiden: 'Leef eerbaar, doe niemand kwaad en geef ieder het zijne! ' Kijk, zo oordeelden de Romeinen, die heidenen waren; hoe kon jij dan als Jood zo'n helse instelling krijgen?
[3] Kon je je dan niet ook maar enigszins indenken dat er toch een God moet zijn, die niets anders dan alleen maar het goede kan willen en die de mensen niet alleen maar voor de korte tijd van dit aardse leven, maar voor de eeuwigheid heeft geschapen?! Kijk, daarvan moet je Mij nu nog heel precies rekenschap geven en je moet er volledig mee voor de dag komen! Vertel het dus!"
[4] GABI zegt: "God, Heer en Meester van eeuwigheid, als ik ooit gelegenheid gehad zou hebben ook maar het honderdste deel te horen van datgene wat ik hier in deze zeer merkwaardige drie dagen gehoord heb, dan zou ik beslist niet zulke miserabele aspiraties gehad hebben; maar - exempla trahunt *(* voorbeeld doet volgen) , -, zoals de Romeinen ook zeggen -ik had immers voorbeelden en toonbeelden die slechter dan slecht waren! En die slechte voorbeelden en toonbeelden voeren daar heel wel bij, en hoe meer zij de kunst verstonden het volk zo veel mogelijk af te zetten en te bedriegen des te beter ging het met hen.
[5] Want zij zeiden: Niet God, want dat was alleen maar een oud verzinsel van de mensen, maar de natuur heeft de met redelijk helder verstand begaafde mens reeds vanaf de wieg een vingerwijzing gegeven om, als hij werkelijk goed wilde leven, vooral de domheid van de mensen in zijn voordeel te gebruiken; wie dat niet kon, bleef zijn leven lang een dwaas en moest ook als niets anders dan als een met weinig verstand begaafd, menselijk lastdier blijven leven en zich voeden met dorens en distels, en op stoppels liggen!
[6] Als leraar van het volk moest men er alleen voor zorgen, dat de gewone menselijke lastdieren steeds in het diepste bijgeloof gehouden werden! Zolang dat nagestreefd werd, zouden de eigenlijke intelligente mensen goed kunnen leven; als men hun echter de waarheid zou laten zien en hen voor zou lichten, zouden de eigenlijke intelligente mensen zelf de hak, de ploeg en de sikkel ter hand moeten nemen en in het zweet van hun aanschijn het met moeite verworven, harde brood moeten nuttigen.
[7] De ware mens moest trachten het zo ver te brengen dat hij door de menselijke lastdieren minstens als een halfgod werd beschouwd. Als hij het zover gebracht had, moest hij zijn licht als een Egyptisch graf verbergen en zich omgeven met allerlei valse schijn en verdovende nevel; de menselijke lastdieren zouden hem dan al gauw letterlijk gaan aanbidden, en dat des te meer als hij hun van tijd tot tijd schijnbaar iets nuttigs ten deel liet vallen. Kortom, hij moest de menselijke lastdieren heel overtuigend, maar altijd nog onjuist, kunnen bewijzen dat zij er onschatbaar voordeel van zouden hebben als zij door de vermeende halfgod blauw en soms zelfs doodgeslagen werden!
[8] Men moest hun harde wetten geven en als sanctie daarop bedreigen met de scherpste tijdelijke -en grimmigste eeuwige straffen, en de trouwe uitvoerder van de wetten slechts kleine aardse voordelen beloven, maar des te grotere eeuwige na de dood, -en dan zou men een echt mens zijn ten opzichte van al die ontelbare menselijke lastdieren! Als zijn opvolgers in staat waren het gepeupel in de nacht van het duistere bijgeloof te houden, zouden duizenden jaren ze daar houden; maar als zij daartoe niet in staat waren, zouden zij als bedriegers der mensheid binnen de kortste keren heel ellendig het hazenpad moeten kiezen!
[9] Mozes en Aäron zouden van die ware mensen geweest zijn, die door hun intelligentie en hun grote kennis de zwakheden van het Israëlitische volk al gauw ontdekt hadden, zich als leiders en zaligmakers van dat volk opgeworpen en het door een goed uitgedacht, maar geweldig bedrog dermate dom gehouden hadden dat het volk nu nog net zo dom was als toen het duizend jaar geleden aan de voet van de Sinaï verbleef, en in menig opzicht nog meerdere duizenden jaren zo zou blijven. In feite was dat eigenlijk een weldaad voor het volk, want de mens is van meet af aan een lui beest en moet daarom met ijzeren scepter geregeerd en met roeden geslagen worden opdat hij het goede doet!
[10] Heer, wat ik hier verteld heb, is geen ijdele fantasie van mijn verbeeldingskracht, maar de volle waarheid! Iedere echte Farizeeër denkt bij zichzelf zo over de goddelijke openbaring, die altijd des te belangrijker is naarmate zij onbegrijpelijker is. Salomo' s Hooglied past hier precies in en ook de profeten en Mozes bevatten veel bruikbaars! En dat was dan ook een reden temeer dat ik mij zo heel speciaal op het Hooglied heb toegelegd.
[11] Ik ben nu weer uitgesproken en geloof voldoende bewezen te hebben dat mijn vroegere overtuigingen onmogelijk anders konden zijn; want zoals het onderricht is, zo is de mens en zo ook zijn wil en zijn daden! Dat ik nu met de diepste verachting terug kan kijken op dat echt helse onderricht, spreekt wel vanzelf! Ik verwacht nu echter ook van U, o Heer, dat U tengevolge van Uw liefde en wijsheid, mijn gedachten en daden die ik hier getrouwen waarachtig heb 'verteld, genadig door de vingers zult zien en zult vergeven!"
[12] IK zeg: "Hoe zou Ik je dat kunnen onthouden, je hebt immers zelf al dit helste werk voor eeuwig uit je gebannen? En juist om die reden liet Ik je dit alles luid voor ons allen uitspreken, opdat je hart volkomen vrij werd en je je nu geheel vanuit je diepste levensgrond kunt overgeven aan de volle waarheid! Maar tevens heb Ik daarmee ook beoogd dat alle hier aanwezigen uit de mond van waarachtige getuigen horen, hoe het in deze tijd doorgaans staat met het Farizeeërschap, en dat het daarom noodzakelijk was dat Ik Zelf persoonlijk op deze wereld moest komen om de gehele mensheid niet te gronde te laten gaan. -Maar nu moeten jullie beiden het ook weer helemaal eens worden, en Simon moet nu wat hij in zijn hart over Mij denkt aan ons allen vertellen!"
«« 173 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.