Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 178 / 263 »»
[1] Ook de andere gasten tasten nog toe en vooral Raphaël weer, hetgeen Cornelius tenslotte tot een enigszins laconieke opmerking brengt, die hij de naast hem zittende Romeinen min of meer toefluistert. Deze Romeinen waren Faustus en Julius, en CORNELIUS zei tegen hen: "Een mens van vlees en bloed smaken deze heerlijk toebereide vissen voortreffelijk en hij kan er veel van eten; maar Raphaël, die als geest geen vlees en bloed heeft, zou zich wel met de reus Hercules en met de Filistijn Goliath kunnen meten! Merkwaardig hoe zo'n geest zoveel kan eten! Nu eet hij al zijn twaalfde vis, en dat is voor een geest toch wel wonderbaarlijk veel! Ik heb nog maar net één vis op en de engel heeft er in dezelfde tijd twaalf laten verdwijnen! Nee, dat is toch wel wat al te sterk! Ik geloof dat hij er nog wel twaalf aan zou kunnen!"
[2] De ENGEL zegt: "Niet nog één keer twaalf, maar wel tienmaal honderdduizend maal twaalf tegelijk, ook al zouden het louter grote walvissen zijn, zoals die in wiens buik Jona gedurende drie volle dagen een min of meer ongeriefelijk onderdak vond!
[3] De vissen gebruik ik niet om mij te voeden, maar zij zijn nodig voor de vorming van de natuurgeestelijke ether waaruit ik volgens de wil des Heren dit zichtbare lichaam moet vormen en tijdelijk in stand moet houden. Hoewel dit lichaam geestelijk is, heeft het toch ook vlees en bloed. Kijk maar eens, zijn dit geen aderen, is dat geen vlees?!
[4] Dat de macht die ik van de Heer gekregen heb, mij toestaat om dit lichaam ogenblikkelijk te doen oplossen en het weer samen te stellen, komt door mijn tot nog toe hoogste levensvolmaaktheid; maar ik ben niet alleen in staat mijn eigen lichaam door de kracht van mijn wil ogenblikkelijk op te lossen, maar ook het jouwe, en op hetzelfde moment ook de gehele aarde.
[5] Maar omdat ik je lichaam in een oogwenk kan oplossen, wil dat dan zeggen dat het niet uit vlees en bloed bestaat? ! Of bestaat de aarde daarom ook niet uit allerlei vaste materie en uit water, lucht en een talloze hoeveelheid oerstoffen, wanneer ik haar met toestemming van de Heer, in een voor jou onvoorstelbaar kort ogenblik eveneens zou kunnen oplossen in de oergeestelijke, specifieke deeltjes, die, als zij ook materieel zouden zijn, zo klein zouden zijn dat je er niets van zou zien?!
[6] Daarom, vrienden, denk na, denk eerst na voor je een woord over je lippen laat komen, opdat je als leerlingen van God nooit onzin spreekt, waarmee jullie je Meester beslist geen eer aandoen! Jullie hebben nu wel reeds veel gezien, gehoord en meegemaakt; maar van de innerlijke geestesgrootte en macht van een -zeg maar -slechts een engelengeest, laat staan van de eeuwige geest van God, hebben jullie nog niet het minste en vaagste begrip! En kunnen jullie dan spitsvondige opmerkingen maken over datgene wat een aartsengel nodig heeft voor de instandhouding van zijn tijdelijke, schijnbare lichaam?!
[7] Denk je soms dat je mijn werkelijke oerlichtgedaante zou kunnen verdragen als ik mij als zodanig aan je zou willen laten zien?! Weet dan dat de gloed van het licht van mijn oerwezen krachtig genoeg is om een ontelbaar aantal centrale oerzonnen te vernietigen, laat staan jou en deze hele aarde! Om echter te voorkomen dat dat door mijn aanwezigheid zou gebeuren, moet ik volgens de almachtige wil van de Heer dit schijnlichaam vormen, om mijn eigenlijke wezen zodanig te omhullen dat iedere verstoring van de orde binnen het gericht van de materie vermeden wordt. Maar de materie moet eerst door mijn innerlijke levensvuur geprepareerd worden om als beschermend omhulsel te kunnen dienen! En daarom ben ik genoodzaakt meer voedsel uit de materie tot mij te nemen dan iemand van jullie.
[8] Dat wisten jullie weliswaar niet en dat konden jullie ook niet weten; maar jullie konden wel reeds weten, dat een van ons niet door de Heer in deze zichtbare vorm ontboden wordt om tot jullie ergernis als veelvraat of grappenmaker of sneltovenaar op te treden, maar om in vele opzichten nuttig voor jullie te zijn, en om jullie een tastbaar bewijs te geven van de aanwezigheid en de macht van de engelen Gods! Als jullie dat echter beseffen, hoe kunnen jullie dan spitse opmerkingen maken over mijn eten?"
[9] CORNELIUS zegt: "Beste, voortreffelijke bode van de Heer uit de hemelen, wees daarom alsjeblieft niet boos op mij; want je ziet toch wel dat wij geestelijk niets dan nauwelijks pasgeboren wiegenkinderen zijn en meer een droomleven leven dan een geheel bewust! Eet in het vervolg zoveel je maar wilt; van ons allen zal niemand het ooit meer in zijn hoofd halen daar, hoe zacht ook, een aanmerking over te bedenken, laat staan uit te spreken. Maar tevens bedanken wij je hiermee voor de buitengewone les die je ons in je terechte verontwaardiging over onze hardnekkige domheid hebt gegeven. Als wij zoals nu de oorzaak weten, zullen wij over het gevolg beslist nooit een verkeerd oordeel vellen! Maar als wij de oorzaak niet weten, hoe kunnen wij dan met het gevolg bekend zijn? Daarom nogmaals mijn heel bijzondere dank voor de grote en belangrijke les die je ons nu gaf!"
[10] RAPHAËL zegt: "Die dank komt alleen de Heer toe, die zowel jullie als onze Vader is van eeuwigheid! Gebruik deze les echter ook bij alle andere ervaringen en verschijnselen die je in je leven meemaakt, dan zullen jullie ons engelen binnen korte tijd als waardige broeders terzijde staan! Niets moeten jullie bekritiseren of daarom lachen, uitgezonderd leugen en bedrog! Want de leugenaar moet altijd aan de kaak gesteld worden en de bedrieger moet aan de schandpaal om de vrucht te proeven van leugen en bedrog!
[11] In alle andere gevallen moeten jullie de dwalende mensheid vriendelijk onderwijzen. Richt zij zich daarnaar, dan is alles in orde; richt zij zich daar niet naar, dan kunnen jullie je boog wat strakker spannen! Helpt ook dat niet, sluit dan zulke eigenzinnigen op in een opvoedingstehuis en laat ze vasten en indien nodig ook tuchtigen met roeden, want bij een juiste en goede opvoeding mag de roede niet ontbreken! Ook wij, jullie geheime opvoeders, bedienen ons daarvan bij mensen die eigenzinnig en erg halsstarrig zijn. Dus bewaar ook deze leer en pas hem toe waar dat nodig is, dan zullen jullie je temidden van mensen bevinden, anders alleen maar temidden van allerlei wilde dieren, die menselijke maskers dragen!"
[12] CYRENIUS zegt: "Heer, heeft de engel dat van zichzelf -of heeft hij alles alleen maar van U?"
[13] IK zeg: "Mijn vriend, je geheugen laatje weerbehoorlijk in de steek! Een aantal dagen geleden heb ik jullie toch uit en te na verteld wat engelen zijn en hoe zij denken, willen en handelen, en nu vraag je daar alweer naar! Als zij slechts vormen zijn die door Mijn wil bestuurd worden, wat hebben zij dan van zichzelf? Wat kunnen zij zelf denken terwijl zij toch slechts een uitvloeisel van Mijn wil en een vergaarbak van Mijn gedachten, ideeën en plannen zijn?
[14] Als zij zelfstandig moesten denken, willen en handelen, zouden zij net als jullie eerst aan de kindertafel moeten eten en in jullie lichaam deze aarde moeten zegenen! Daaruit blijkt toch wel zonneklaar dat hetgeen de engel Raphaël jullie nu gezegd heeft, Mijn woord, Mijn taal en Mijn wil is, die jullie op gelijke wijze in acht moeten nemen als wanneer Ik hem Zelf rechtstreeks uitgesproken zou hebben.
[15] Jullie moeten Mijn woorden beter ter harte nemen, dan vergeet je deze niet zo gauw, want alles wat je eenmaal echt ter harte hebt genomen, blijft beslist ook vast in je herinnering zitten en als je het nodig hebt, Iaat je geheugen je niet in steek. Maar als je datgene wat Ik gezegd heb alleen maar in je geheugen wilt opnemen, zul je het voor het merendeel binnen een jaar minstens honderd keer vergeten; want op latere leeftijd is het geheugen niet meer zo soepel als in de jeugd. En de jeugd vergeet al gemakkelijk wat zij geleerd heeft, laat staan de ouderen. Maar wat je eenmaal ter harte genomen hebt, is in het leven overgegaan en blijft voor eeuwig!
[16] Ik zeg jullie, van alles wat je op deze wereld slechts in je geheugen hebt opgenomen, zal in het hiernamaals geen jota overblijven; alle dorre, wereldse geleerden verschijnen dan ook in het hiernamaals als doven, blinden en stommen; zij weten helemaal niets en kunnen zich niets herinneren. Niet zelden komen zij daar zonder enig begrip aan, zoals een kind op deze wereld uit het moederlichaam komt. Zij moeten daar alles vanaf de eerste beginselen opnieuw gaan leren en ondervinden, omdat zij anders in eeuwigheid doof, blind en stom zouden blijven en alleen maar een vaag gevoel van het bestaan zouden hebben, zonder echter te voelen dat zij het zijn, die reeds op aarde bestonden. Dat moet hun allereerst bij stukjes en beetjes op zinvolle wijze bijgebracht worden.
[17] Als het bij de mens in zijn hart duister is, is meteen de gehele mens duister; als het daar echter licht en helder is, is de gehele mens licht, en het kan bij hem nooit meer duister worden! Neem wat je hoort daarom meteen in je hart op, dan zal het ook weldra licht in je worden!
[18] Als jullie dat alles begrepen en in je hart opgenomen hebben, laten wij ons dan nu op iets anders voorbereiden! Wat nu weldra zal komen, zal jullie veel te denken geven; maar jullie zullen daar veel van leren en er te zijner tijd ook heel goed gebruik van kunnen maken."
«« 178 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.