Het lot van de plaatsen van Palestina.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 2 / 263 »»
[1] "Kijk, Ik heb er al in voorzien, dat de plaatsen die wij nu bezoeken reeds binnen honderd jaar niet meer zullen bestaan, opdat daarmee in de toekomst geen te grove afgoderij bedreven zal worden!
[2] Mijn Nazareth zal men niet meer vinden, maar wel een ander achter het gebergte, westelijk van hier. Genezareth zal ophouden te bestaan, slechts Tiberias aan deze zijde van de zee zal blijven. Caesarea Philippi, waar we nu zijn, is al verdwenen, maar er zal er een blijven boven het meer, waar de Jordaan vandaan komt, en een in het westen niet ver van de grote zoutzee, in de buurt van Tyrus en Sidon. Van het land Samaria zal slechts het gedeelte van hier in zuidelijke richting tot aan de grote zee blijven bestaan, het kleine deel dat meer naar het oosten ligt, met het echte Sichar en de echte berg Horeb, zal ophouden te bestaan, en de latere nakomelingen zullen het zoeken en niet ver van de grote zee vinden. Maar het zal niet meer zijn dan een naam en een ongenaakbare berg, en geen waarheid. En zo zal het ook gaan met Jeruzalem en nog heel veel plaatsen van het Beloofde land, dat herhaaldelijk in een woestenij veranderd zal worden.
[3] Onthoud dit allemaal goed, want zo zal het gebeuren opdat de mensen niet te veel de stem van hun arme broeders en zusters door het verafgoden van deze plaatsen zullen negeren! Het zal hen allen in verwarring brengen! In het verkeerde Nazareth zullen zij Mijn huis zoeken en het zal hun duizelen, want het echte Nazareth zal al gauw nadat Ik opgevaren zal zijn naar Mijn rijk, van de aardbodem worden verdelgd.
[4] Wie naar het vergankelijke zoekt, zal ook het vergankelijke vinden en daaraan sterven, wie echter het ware Nazareth in het hart zal zoeken zal het in iedere arme broeder vinden, en een waar Bethlehem in iedere arme zuster!
[5] Er zullen tijden komen waarin de mensen van ver hierheen zullen reizen en deze plaatsen zullen zoeken. De namen zullen wel blijven bestaan - maar de plaatsen niet! Ja, de volkeren van Europa zullen oorlog voeren om het bezit van deze.plaatsen en zullen denken en geloven Mij daarmee een goede dienst te bewijzen, maar thuis zullen zij hun vrouwen en kinderen en broeders en zusters laten verkommeren in armoede, nood en ellende!
[6] Als zij dan echter aan gene zijde naar Mij toe zullen komen om het vermeende loon voor hun moeite en opoffering te ontvangen, zal Ik hun laten zien hoe ontzettend dwaas zij gehandeld hebben en wat voor ellende zij met hun onzinnige daden, die Ik hun nooit heb opgedragen, onder de mensen hebben aangericht. Allereerst wel onder hen die direkt aan hun zorgen toevertrouwd waren, zoals de arme, zwakke vrouwen, kinderen en andere hulpbehoevenden van hun huishouding! En hun zal te kennen gegeven worden dat zij niet eerder tot Mijn genadelicht zullen komen dan nadat zij al het door hen aangerichte kwaad geheel in het reine gebracht zullen hebben. Dat zal echter erg moeilijk voor hen zijn, omdat zij daarvoor slechts heel gebrekkige middelen zullen hebben in het schamele schemerlicht van het geestenrijk boven en onder de aarde.
[7] Ik zeg jullie: Terwille van de grote dwaasheid van de mensen zullen deze plaatsen toevertrouwd worden aan een heidens volk. En Ik zal door die heidenen de namaakvolgelingen van Mijn leer in het oosten en westen, in het zuiden en in de noordelijke streken laten kastijden.
[8] Streef er daarom naar, dat dwaasheid en blind bijgeloof niet om zich heen grijpen temidden van Mijn leer van het leven en de ware kennis van God op de enige weg van de daadwerkelijke liefde. Deze liefde zal iedereen het ware licht en het juiste en onbegrensde inzicht geven in alles wat zich in de natuurlijke en geestelijke wereld voordoet! Dat is en blijft eeuwig de alleen ware en effectieve weg naar Mij en Mijn eeuwige rijk.
[9] Ik, de eeuwige Liefde, ben alleen het Licht, de Weg, de Deur en het eeuwige Leven; wie ergens anders Mijn rijk van het licht wil binnendringen is als een dief en een rover, en zal reeds hier, maar nog meer eenmaal daar aan de andere zijde, in de buitenste duisternis uitgestoten worden. -Nu weten jullie wat je moet doen en wat in Mijn ogen terecht is. Handel daarnaar, dan volgen jullie de juiste weg!
[10] Laten we nu naar de negen verdronken mensen gaan. Marcus, laat wijn brengen, want die zullen wij nodig hebben!"
«« 2 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.