Goed begrip en gedachten lezen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 221 / 263 »»
[1] Daarop zegt de AANVOERDER der Moren: "Heer, U, almachtige en alwijze God! Ik en mijn metgezellen hebben U heel goed begrepen, maar of de blanken, voor wie U eigenlijk deze uitleg hebt gegeven, U ook in de juiste zin en in de ware geest begrepen hebben, zou ik natuurlijk niet met volle zekerheid kunnen beweren! Zoals het mij voorkomt, zou er toch nog wel veel aan velen onduidelijk gebleven kunnen zijn!
[2] Maar, als er iemand is die ergens nog moeite mee heeft, dan zal die zich wel melden als hij meer prijs stelt op zuiver inzicht dan op de daardoor zogenaamd verspeelde eer van zijn verstand! Want er kunnen er bij deze blanken best enigen zijn die niet verder vragen om door de vraag zelf niet hun zwakke verstand te verraden! Wel, die zou ik, als zwarte, de raad willen geven maar liever de nietige eer van het verstand te laten varen, en in plaats daarvan voor de zuivere waarheid te kiezen, die alleen voort kan komen uit een zuiver begrip, omdat in het andere geval een onbegrepen waarheid voor hun leerlingen niet veel beter kan zijn dan een klinkklare leugen; want een onbegrepen waarheid heeft net zo weinig waarde als een leugen!
[3] Niemand zal gebruik maken van een leugen die voor iedereen duidelijk is, omdat deze hem noch schaden en natuurlijk nog minder op enige wijze baten kan; een waarheid die niemand begrijpt kan echter ook niemand baten, omdat zij, doordat zij niet begrepen wordt, helemaal niet óf hoogstens onjuist en verkeerd gebruikt kan worden, en in dat opzicht voor de gebruiker geen haar beter kan zijn dan een duidelijke, complete leugen.
[4] Dat is zo mijn mening; misschien heeft iemand een betere, dan wil ik graag zwijgend verder heel aandachtig luisteren!"
[5] IK zeg: "Jouw opmerking was heel goed en heel waar. Ik ken er hier Zelf meer dan een, die Mijn uitleg niet goed genoeg begrepen heeft, maar die zich schaamt om de zwakheid van zijn verstand door een vraag te verraden en zich daarom liever met een half begrip tevreden stellen."
[6] Toen Ik dit gezegd had, vroegen er meteen een paar, of zij het waren die deze voortreffelijke uitleg niet goed genoeg begrepen hadden. Ik zweeg echter . Ook Cyrenius vroeg Mij heel bezorgd of soms ook hij deze waarheden niet grondig en waarachtig genoeg begreep.
[7] Toen zei IK: "Jij niet alleen, maar de meesten van jullie! Slechts twee van Mijn leerlingen hebben deze uitleg van Mij over de volmaakte zielstoestand helemaal begrepen, -alle anderen, uitgezonderd de Moren, niet! Jullie hebben nu slechts een vaag idee van het geheel en bij lange na geen compleet begrip, hetgeen de aanvoerder zelfs aan een aantal van jullie heeft gezien en goed heeft opgemerkt, en daarom was zijn opmerking dan ook volkomen juist.
[8] Ja, een ziel die het oorspronkelijke, volmaakte leven in zich heeft, heeft naast de wonderbaarlijk werkzame kracht als heerseres over alle schepselen van deze aarde, ook de bijzondere eigenschap om tijdens speciale, bewogen momenten de gedachten van de mensen te onderkennen, en zelfs te zien wat er in iemands hart omgaat. Want de zeer verzadigde, uitstralende levenssfeer van zo'n mens neemt dat in de uitstralende levenssfeer van een ander mens ter plaatse waar en daarom zijn zulke mensen, die een volmaakt zieleleven hebben, beslist niet te bedriegen. Zij herkennen met hun zeer intensieve, uitstralende levenssfeer vaak reeds op grote afstand wat een mens, die hen tegemoetkomt, denkt, of wat hij wil.
[9] Als er een vijand nadert, kunnen mensen met zo'n volmaakt zieleleven hem, door hun uitstralende levenssferen te verenigen, net zo volkomen op de vlucht jagen, als jullie hen door de vereniging van hun levenssferen een forse boom uit de aarde hebben zien trekken, de reusachtige rots hebben zien overbrengen en tenslotte zelfs vuur hebben zien maken, dat meteen een behoorlijk groot struikgewas aanstak en in de as legde.
[10] Laat niemand van jullie zich er daarom aan ergeren wanneer de zwarte aanvoerder dingen zegt die jullie raken, zoals een geoefende schutter zijn doel, want jullie uitstralende levenssferen verraden hem heel duidelijk zelfs jullie geheimste gedachten zodra daar maar enig willen mee samengaat. De zuivere hersengedachten, die eigenlijk helemaal geen gedachten zijn, herkennen zij niet, omdat die slechts bestaan uit beelden op de geheugenplaatjes die geen leven hebben; maar de gedachten die in het hart leven, herkennen zij heel precies, vooral als hun eigen gemoed, zoals nu, wat opgewonden is."
«« 221 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.