De vraag naar de oorsprong van de zonde.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 241 / 263 »»
[1] Meteen komt echterook OUBRATOUVISHAR naar Mij toe en zegt: "Heer, Heer, wisten de blanke broeders dan vooraf niet wat U hun zo wijs hebt uitgelegd? Bij ons, daarvoor zij U alle lof, weten zelfs onze kinderen dat, want ze kunnen zichzelf allemaal inwendig bekijken en het doet hun altijd veel plezier als zij ons over hun mooie tuin, die zij in zichzelf zo nu en dan bekijken, iets kunnen vertellen. Maar wat hebben deze blanke broeders dan gedaan, dat zij niet meer in staat zijn tot zulke belangrijke beschouwingen? Als zij die buitengewoon belangrijke vermogens niet meer hebben, zijn zij eigenlijk geen echte mensen meer, maar grote apen, zoals die bij ons voorkomen, het enige dat ze meer hebben is dat ze kunnen praten!
[2] Wij hebben ons allen erg verbaasd toen U bij deze hersenen met verklaringen aankwam, die ons toch haast bekender zijn dan onze woonhutten thuis. Weliswaar zijn wij niet thuis in de gehele organische bouw van ons lichaam, maar onze hersenen kennen wij uit en te na. Wel zijn er bij ons nog heel veel plaatjes leeg, omdat wij niets hebben om ze allemaal vol te tekenen, maar die waarop getekend is, staan er precies zo bij als die bij het goede brein, waarvan U nu hebt uitgelegd en meer dan duidelijk hebt verklaard dat zij geheel binnen Uw orde zijn. Maar ik zou werkelijk willen weten, waarom het deze mensen dan niet mogelijk is datgene in zichzelf waar te nemen, wat ons zwarthuiden toch altijd al uitermate zichtbaar is! Wat hebben zij dan eigenlijk op hun geweten? Wie heeft die ramp veroorzaakt? Iemand moet toch eens de kwalijke aanstoot daartoe gegeven hebben, maar wie, waarom en bij welke gelegenheid?"
[3] IK zeg: "Wie er de eigenlijke oorzaak van is, hoef je je niet af te vragen! Want er ligt veel verborgen in de raad van God wat de mensen op deze aarde niet volledig tot op de bodem behoeven te weten! Als de mens maar weet en beseft wat voor hem noodzakelijk is om vóór alles binnen Mijn orde te doen! Als hij datgene doet waarvoor hij de instructieve wetten gekregen heeft, die hem uit de hemelen gegeven zijn, dan zal alles bij hem volkomen in orde zijn; al het andere echter zal ieder mens die God boven alles en zijn naaste als zichzelf liefheeft en daardoor in de geest wedergeboren wordt, helemaal ondervinden.
[4] Het gaat er nu alleen maar om of alle blanke broeders alles goed begrepen hebben en dat een mens, wanneer hij een leegte in zich voelt, vraagt naar wat hem nog onbekend is, en dan moet het hem zo duidelijk mogelijk verteld worden. Dát is nu eerst aan de orde! Maar dat wat jij gevraagd hebt, zal ieder nog vroeg genoeg te weten komen wanneer hij in de geest wordt wedergeboren."
[5] Oubratouvishar is volkomen tevreden met dit antwoord en begint daarna in zijn eigen taal een gesprek met zijn metgezellen.
[6] Maar dan komt ook MATHAËL nog eens naar voren en zegt: "Heer, U, ons leven, U, onze liefde, omdat U vragen toegestaan hebt, vraag ik in naam van mijn schoonvader, mijn lieve vrouwen in naam van mijn vier metgezellen of U een klein onduidelijk punt in deze zaak aan ons uit zou willen leggen! Het is in zekere zin een juridische kwestie en ik geloof dat ieder mens, zodra hij tot verstand gekomen is, zich in deze ten opzichte van U heel bescheiden op moet stellen. Want een mens is toch oorspronkelijk niet zijn eigen, maar alleen Uw werk, wat alle hemelen mij in eeuwigheid niet kunnen betwisten!
[7] Daarom lijkt mij gezien Uw liefde en almacht, de weg, vooral in het hiernamaals bij de leiding van de geesten of eigenlijk de zielen die erg bedorven zijn, toch wat te tijdrovend en te hard! Het is wel waar dat U ons ook in dit opzicht reeds heel veel gezegd, getoond en uitgelegd hebt ter rechtvaardiging van Uw eenmaal van eeuwigheid bepaalde en vastgestelde, goddelijke orde, maar los van dat alles dringt zich toch nog deze ware juridische vraag aan mij op:
[8] Kan een appel er wat aan doen als een storm hem van de tak heeft gerukt, of kan een versplinterde boom er wat aan doen dat hij als doelwit moest dienen voor een vernietigende bliksem, of kan de rustige zee er wat aan doen dat zij door de woede van een orkaan opgestuwd wordt tot berghoge golven?! Wat kan de klapperslang er aan doen dat haar beet dodelijk is?! En de wolfskers heeft zich niet zelf het gif gegeven! Overal drijft de een de ander voort en uiteindelijk kan niemand er wat aan doen dat hij gedreven wordt!
[9] Vaneen hoge rotswand stortte een los geraakt, groot, zwaar stuk steen naar beneden en richtte toevallig bij een onder langs de wand weidende kudde een grote verwoesting aan. Welke schuldige moet daar de schade vergoeden? Wanneer ik' s nachts op de weg over een steen ben gestruikeld en daarna ook gevallen, wie is daar dan schuldig aan, -de nacht, de steen, of mijn voet, die geen ogen heeft? Kort en goed, er zijn een aantal netelige vragen over en weer, die allemaal overduidelijk te maken hebben met een echt wederzijds aantasten van het individuele oernatuurrecht! Wie of wat is de ware schuldige?
[10] Iets dergelijks ontdekte ik nu bij de mens. Deze zwarten zijn nog in het volle bezit van de oermenselijke eigenschappen, -tot op deze dag hebben wij, blanken, daar geen enkel vermoeden van gehad! Ja, waarom dan niet? Men zegt: omdat wij geestelijk verkommerd zijn, en dat weer, omdat de hersenen van de mens reeds in de moederschoot bedorven werden en later nog meer door een heel verkeerde opvoeding! Daarom moet ik hier openlijk de door Oubratouvishar gestelde vraag ondersteunen, en ik zeg dan ook: Ja, ja, de mensheid is slecht en totaal bedorven; maar wie is de oorzaak van dat bederf en wie heeft haar bedorven? Tengevolge van dat bederf kunnen de mensen alleen maar iets heel verkeerds willen, en daarom kunnen ze nooit beter, maar alleen steeds slechter en ellendiger worden!"
«« 241 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.