Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 246 / 263 »»
[1] "Nu is een verdorven ziel echter gewoonlijk ook altijd erg zwak, zodat zij niet eens in staat is haar menselijke vorm in stand te houden en daarom verschijnt zij in het hiernamaals gewoonlijk als een halve, vaak ook hele, dierlijke karikatuur. Daar wordt haar, weliswaar heel geleidelijk, zonder dat zij dat merkt, steeds meer kracht gegeven; maar dat gebeurt heel voorzichtig, om daardoor de ziel in haar persoonlijkheid niet aan te tasten. Ook veroorzaakt zo 'n ondersteuning altijd veel pijn, omdat zo'n zwakke ziel uiterst gevoelig en prikkelbaar is.
[2] Zou Ik haar in één keer teveel kracht uit de hemelen geven, dan zou zo'n hemelse vrijgevigheid de ziel een afgrijselijke, wanhopige pijn bezorgen, waardoor zij uiteindelijk ondoordringbaarder zou worden dan een diamant en er niets meer in haar gebracht zou kunnen worden tenzij men haar geheel uiteen zou laten vallen, waardoor haar ik natuurlijk een dermate grote schok te verwerken zou krijgen, dat deze niet gemakkelijk door een persoonlijk tegenwicht, uitgaande van de ziel, opgevangen zou kunnen worden. Daardoor zou het zichzelf bewuste ik voor minstens aeonen aardse jaren verdwijnen en het zou zich daarna weer moeten verzamelen en zichzelf bewust worden, hetgeen voor de ziel in haar vrije, onlichamelijke toestand veel moeilijker is dan hier, waar zij daarvoor het lichaam ter beschikking heeft.
[3] Jou, Mijn beste Mathaël, heeft de buitengewoon lange tijd teveel benauwd maar als je zou beseffen wat ervoor nodig is om een ziel zodanig vrij te maken dat zij wordt wat zij nu al in jou is, dan zou je aan de tijdsduur beslist geen aanstootgenomen hebben! Hoeveel tijd denk je wel dat er voorbij gegaan is aleer je als mens met een nu al een zeer volmaakte ziel, tot je huidige levensniveau kwam? Als Ik je dat allemaal voor zou rekenen, zou je met afgrijzen vervuld worden en je zou dat nu nog lang niet kunnen begrijpen! Onze Raphaël weet het echter wel en begrijpt de onpeilbare diepte daarvan.
[4] Maar zoveel kan Ik je wel zeggen, dat hier niemands ziel jonger is dan alle zichtbare, geschapen werelden! Je voelt je nu onbehaaglijk wanneer Ik je naar waarheid zeg, dat jullie zielen reeds veel meer dan aeonenmaal aeonen aardse jaren oud zijn; moet Ik Mijzelf soms ook onbehaaglijk gaan voelen, omdat Ik eeuwig ben en er tijdens Mij en uit Mij reeds aeonen voorafgaande scheppingen, alleen maar ter wille van jullie, gedurende voor jullie onvoorstelbaar lange tijden hebben plaatsgevonden?!
[5] Ja, Mijn vriend, een zon, een aarde en alle dingen daarop te scheppen is eenvoudig! Daar is niet zo'n lange tijd voor nodig. Ook gerichte dieren en plantenzielen scheppen is niet moeilijker. Maar een ziel maken die in alles volledig aan Mij gelijk is, is ook voor de almachtige Schepper een bijzonder moeilijke zaak, omdat almacht Mij daar niet bij kan helpen, maar alleen wijsheid en het grootste geduld en de grootste lankmoedigheid!
[6] Want bij het scheppen van een ziel die volledig aan Mij gelijk is, dus een tweede godheid, mag Mijn almacht maar heel weinig doen, maar moet alles door de nieuw wordende God uit Mij gedaan en uitgevoerd worden. Van Mij krijgt hij alleen het geestelijke materiaal en naar behoefte ook het natuurlijke. En als het niet zo was, en als het anders zou kunnen, zou Ik, als de eeuwige Oergeest, Mijzelf tengevolge van Mijn liefde heus niet de moeilijke taak opgelegd hebben, Zelf in het vlees te verschijnen om de tot een bepaald punt ontwikkelde zielen niet door Mijn almacht, maar alleen door Mijn liefde verder te leiden, en hun een nieuwe leer en de nieuwe goddelijke geest uit Mij te geven, opdat zij nu, als zij het oprecht willen, met Mij in een zeer kort tijdsbestek volkomen één kunnen worden.
[7] Ik zeg jullie: Voor Mijn eeuwige, voorbereidende werk begint nu pas de oogst en jullie zullen Mijn eerste, geheel volmaakte kinderen zijn, wat echter nog steeds van jullie en niet van Mijn wil afhankelijk is. En nu geloof Ik dat jij, Mathaël, Mij wel wilt verontschuldigen, omdat je nu hopelijk alles zult begrijpen wat je eerder nog niet hebt begrepen! - Is het je nu duidelijk?"
«« 246 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.