De spionnen van Herodes.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 9 / 263 »»
[1] De oude Marcus kwam echter uit het huis waar hij voor het middagmaal reeds voorbereidingen trof, naar Mij toe en zei heel zachtjes: "Heer, - vergeef mij als ik U met mijn verzoek even stoor!"
[2] IK zeg tegen hem: "Vriend, ga maar en zeg tegen de achter jouw huis loerende spionnen van Herodes: "'De Zoon des mensen handelt en spreekt openlijk voor de ogen en oren van de hele wereld en wil met niemand wat voor geheime zaken dan ook bespreken. Wie dus met Mij wil spreken en over iets wil beraadslagen, moet bij Mij komen en ook heel openlijk spreken en handelen! Bij Mij wordt er niets stil en geheim in het oor gefluisterd of in het verborgene gehandeld en beraadslaagd. Dat is alleen maar een doemwaardige gewoonte van de kinderen van de wereld, wanneer zij iets slechts in de zin hebben en zich daarmee niet snel en openlijk genoeg bloot durven te geven omdat zij vanwege hun kwade plannen bang zijn voor de mensen. Ik ga echter openlijk te werk en zeg alles hardop en heb geen angst voor de mensen, omdat mijn bedoelingen met de mensen goed zijn!' - Ga dus en zeg die snode verraders wat Ik je nu heb gezegd!"
[3] Marcus boog diep voor Mij en ging heen om zijn opdracht nauwgezet uit te voeren. Toen hij de Mij door Herodes in alle windstreken achternagestuurde spionnen deze boodschap heel ernstig in hun valse gezicht gromde, zei er EEN uit de groep: "Vriend, je schijnt niet te weten dat wij van Herodes alle volmachten hebben gekregen, zelfs over leven en dood, en het recht hebben om iedere brutale, weerspannige persoon meteen te doden!"
[4] MARCUS zei: "Geldt dat ook Romeinse burgers, zoals ik?"
[5] De brutale WOORDVOERDER zei: "Indien wij hen doden, worden wij door Herodes niet ter verantwoording geroepen!"
[6] MARCUS zei: "Maar zoveel te meer door God en de Romeinse opperstadhouder Cyrenius, die zich gelukkig, samen met vele Romeinse machthebbers, hier momenteel al een paar dagen bij mij ophoudt! Wee jullie, als jullie mijn huis ook maar met één vijandige vinger durven aanraken!"
[7] De BRUTALE zegt: "Wat vertel je over de opperstadhouder van Rome dat hij hier zou zijn terwijl hij pas een paar dagen geleden door de landvoogd aan Herodes het vrije scherprecht heeft laten geven?"
[8] MARCUS zei: "Goed, heel goed! Aanstonds zal wel blijken wie dat recht aan Herodes heeft gegeven!"
[9] Daarop zond Marcus een van zijn zoons naar Cyrenius met de opdracht alles meteen aan de opperstadhouder te melden. Toen Cyrenius dat verhaal met verbeten woede aanhoorde, gaf hij meteen aan Julius opdracht met honderd soldaten de ongeveer dertig spionnen op staande voet gevangen te nemen en ieder, die niet direkt zijn wapens zou inleveren en zich over zou geven, onverbiddelijk te doden.
[10] IK zei: "Niet doden, maar wel gevangennemen!" - Dit werd meteen ten uitvoer gebracht.
[11] Toen de spionnen de Romeinen woedend op zich af zagen stormen, wilden zij vluchten, maar dat lukte hun niet. De Romeinse soldaten riepen hen luid toe dat zij een ieder die zich zou verzetten, zonder genade of mededogen zouden doden. Deze woedende en ernstig klinkende belofte had uitwerking, de brutale spionnen gaven zich over, werden meteen met touwen en kettingen geboeid en zo, met vertwijfelde gezichten, door Marcus en Julius voorgeleid bij de opperstadhouder.
[12] Toen zij zo voor Cyrenius en Cornelius en Faustus stonden, vroeg CYRENIUS met de gebruikelijke ernst van een Romeins dictator: "Waar zijn uw volmachten, en de opdracht waarin staat dat u de profeet van Galiléa in al zijn doen en laten moet achtervolgen?"
[13] De aanvoerder, die ZINKA heette, antwoordde: "Heer! Gekneveld aan handen en voeten kan ik die niet voor u uit mijn verborgen zak halen! Laat mijn boeien losmaken dan krijgt u deze, opdat u beseffen zult dat ook wij een gebieder achter ons hebben staan die ons beveelt en die wij moeten gehoorzamen, omdat hij van u, Romeinen, voor veel geld het recht heeft gekocht om in uw plaats ook heer over ons leven te zijn en -zonder aan u verantwoording af te leggen - naar believen kan laten doden wanneer hij maar wil!
[14] Wat ons betreft mogen er tienduizend profeten door heel Galiléa rondzwerven. Als zij ons met rust laten, zullen ook wij hun beslist geen haar krenken. Maar als een machtige gezagsdrager ons ontbiedt, ons voor goed geld in dienst neemt, ons bij weigering van dienst echter door zijn vele scherprechters ook zelfs kan laten doden, dan ziet het er heel anders uit! Dan moeten wij iedereen op leven en dood vervolgen, ook al is degene die vervolgd moet worden een nog zo eerlijk mens. Of begaan uw soldaten en krijgsknechten een fout, als zij uw bevelen op leven en dood uitvoeren? Als iemand daarbij tegenover God, zo die er mocht zijn, verantwoordelijk is, dan kan dat alleen een heer, maar nooit zijn knecht en trouwe dienaar zijn! Laat mijn boeien losmaken, dan zal ik u meteen onze volmachten laten zien, die door Herodes eigenhandig in drie talen zijn opgemaakt. Pas aan de hand daarvan kunt u een geldig oordeel over ons vellen!"
[15] Cyrenius laat ZINKA losbinden en die grijpt meteen in de verborgen zak, haalt een perkamentrol te voorschijn, geeft deze aan Cyrenius en zegt: "Hier, lees, en oordeel dan ten aanschouwe van iedereen of onze vervolgingen met betrekking tot de Galilese profeet wettig of onwettig zijn!"
[16] Cyrenius leest de volmacht, die met de handtekening van Herodes is ondertekend. In het kort luidt deze als volgt: 'Volgens de aan mij, Viervorst Herodes, door Rome voor 1000 pond zilver en 100 pond goud verleende macht over het gehele land der Joden, vaardig ik uit en beveel ik, daarbij steunend op de duur gekochte hulp van Rome, de mij en mijn instellingen zeer gevaarlijk voorkomende profeet van Galiléa te vangen en hem levend of dood bij mij te brengen. In het eerste geval zal ik hem zelf verhoren en zien wat hem drijft. Mijn uitgezonden gerechtsdienaars krijgen met deze door mij persoonlijk uitgeschreven oorkonde het volste recht de betreffende persoon op alle wegen en straten te zoeken, te vervolgen, te grijpen en in geval van verzet samen met zijn aanhang te doden en hem dan ook dood bij mij af te leveren. Ieder die hem te pakken krijgt zal hiervoor een beloning van 300 zilvergroschen worden gegeven. - Uitgevaardigd te Jeruzalem in het eigen paleis.'
[17] ZINKA zegt: "Wel, wat vindt u ervan? Staan wij dertigen in ons recht of niet?"
[18] CYRENIUS denkt even na en zegt dan: "Met mijn medeweten en toestemming is aan Herodes in dit opzicht door Rome nooit zo'n volmacht gegeven. Wel is hem naar mijn beste weten slechts een volmacht gegeven om in zijn eigen huis in noodgevallen zelf het scherprecht uit te oefenen, -buitenshuis alleen maar in het geval van een of andere samenzwering tegen ons Romeinen indien het Romeinse garnizoen of een civiele rechtbank te ver van de opstandige plaats verwijderd en Herodes daar met zijn ere en lijfwacht aanwezig zou zijn. Alleen in dat geval zou hij het strenge scherprecht uit mogen oefenen!
[19] Zo luidt de door Rome aan Herodes verstrekte volmacht, die ik heb ingezien en zelf heb mee ondertekend, want wat door Rome voor Azië beschikt wordt moet door mijn handen of door die van een afgevaardigde van mij gaan, die mij echter van alles wat er maar komt zo spoedig mogelijk op de hoogte moet stellen. Deze volmacht verklaar ik daarom van nul en generlei waarde en wel gedurende de tijd dat ik uit Rome nog geen bericht heb gekregen hoe, wanneer en waarom - aan mij onbekend - aan Herodes zo'n uitgebreide volmacht gegeven werd, die ons, trouwe Romeinen, terecht angst en bezorgdheid moet inboezemen.
[20] Deze volmacht krijgt u niet eerder terug dan wanneer zij van Rome zal terugkomen. U blijft intussen mijn gevangenen! Ook al bent u voor uzelf naar wereldse maatstaven geen misdadigers, dan bent u toch werktuigen waarmee die ene misdadiger de ene gruweldaad na de andere begaat, -en voor gruweldaden heeft Rome iemand nog nooit bevoegdheid verleend en zeker niet aan uw Herodes!
[21] Maar ik weet hoe de Herodessen hun vergunningen onder het een of andere vaderlandslievende voorwendsel misbruiken! De door de oude Herodes begane moord op de onschuldige kinderen dient voor mij nog altijd als een duidelijk bewijs van de manier waarop deze sluwe, Griekse vossen hun door Rome verleende rechten in hun voordeel weten te misbruiken om het Joodse volk massaal afkerig te maken van de Romeinen.
[22] O, ik zal Herodes wel binnen de perken terug weten te brengen, dat neem ik mij heel serieus voor! De oude Herodes proefde mijn oud-Romeinse zin voor rechtvaardigheid, hoewel ik toen niet veel ouder was dan een jaar of dertig. Nu ben ik bijna een grijsaard, ik ben ervarener en ernstiger geworden, -nu vind ik strenge rechtvaardigheid nog veel belangrijker! Nu geldt bij mij helemaal: "PEREAT MUNDUS, FIAT lUS ! * (* AI gaat de wereld te gronde, het recht zal geschieden!)
[23] Ik zal nu meteen twee boden uitzenden, de ene naar Rome en de andere naar Jeruzalem naar Herodes om alle volmachten van Rome op te eisen die zich in handen van Herodes bevinden. Wee hem en zijn knechten, dienaars en knechten van dienaars, als zijn volmachten niet met de inhoud van de u gegeven volmacht overeenstemmen!"
«« 9 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.