Het kennen van Jezus als God als voorwaarde voor de ware liefde tot God

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 117 / 276 »»
[1] IK zeg: 'Zeker, -want wie in Mijn liefde is, is in alles wat van Mij uitgaat! Maar helemaal alleen vanuit Mijn liefde zul je Mij wel moeilijk als datgene herkennen, wat Ik ben! Want kijk, zeer veel houden kun je ook van je vrouwen omgekeerd jouw vrouw ook van jou; maar daarom zul jij voor je vrouw geen God zijn, noch je vrouw voor jou!
[2] Als je Mij alleen maar liefhebt als een zuiver, zij het ook zeer goed en verstandig mens en Ik jou eveneens, dan kunnen we aeonen jaren met elkaar omgaan, maar dan zul jij Mij evenmin als een God herkennen en begroeten als Ik jou, omdat je zeker geen God, maar slechts een schepsel van Hem bent.
[3] Wil je Mij echter als dat herkennen, wat Ik ben zoals Ik hier voor je sta, dan moet Ik Mij aan jou als zodanig kenbaar maken door woorden, spreken en daden. En als je Mij daardoor waarachtig hebt leren kennen, en door Mijn macht en Mijn wijsheid hebt leren inzien dat Ik kennelijk meer ben dan een puur goed en verstandig mens, dan pas zal je hart deemoedig voor Mij in het stof zinken en in deze terechte deemoed pas echt volop in liefde tot Mij ontbranden; en daarin zul je dan pas trouwen waar de levende reden vinden om Mij, je God en Schepper, boven alles lief te hebben. En wat voor jou geldt, geldt ook voor ieder ander mens.
[4] Wie Mij niet als God herkent, kan Mij ook niet als een God waarachtig boven alles liefhebben! Maar had je Mij ooit als God kunnen herkennen, als je van Mij alleen puur menselijke handelingen en daden en woorden had waargenomen? Zeker niet! En zou je liefde tot Mij zo machtig zijn geworden, als je niets goddelijks aan Mij ontdekt had?! Als Ik je echter slechts alleen maar had benaderd met alle liefde en toeneiging zoals een bruidegom dat zijn bruid doet, dan had je nooit kunnen ervaren dat de Geest van de allerhoogste God in Mij woont en werkt in raad, woord en daad; Mijn wijsheid en Mijn macht hebben je dat pas te kennen gegeven, en daardoor is het niet helemaal juist dat je de grootheid van Mijn macht en wijsheid een verschrikkelijke vuurzee noemt, en van mening bent dat de mensen daar nooit iets mee te maken moeten hebben. Juist het tegendeel is waar!
[5] De mensen moeten met grote honger Mijn rijk in alles en voor alles zoeken, en ze moeten als Mijn toekomstige kinderen steeds meer gaan thuis raken in het grote huis van hun Vader, op ieder gebied en in ieder opzicht. Daardoor zullen ze dan ook vol deemoed in de ware liefde groeien, en ze zullen daardoor een steeds grotere van liefde vervulde vreugde hebben aan de Vader , en de Vader ook aan hen.
[6] Als de mensen zich zo zullen gedragen en een waar leven zullen leiden In en door Mijn wijsheid, liefde en macht, dan zullen ze ook helemaal datgene zijn, wat ze allemaal in wezen moeten zijn. Pas daardoor zullen ze als Mijn ware kinderen even volmaakt worden als Ikzelf ben, en dan zullen ze Mijn goddelijke wijsheid, macht en grootheid nooit meer een verschrikkelijke vuurzee vinden. Ik denk, dat dit je nu ook duidelijk zal zijn!
[7] Maar Ik voeg er voor jullie allemaal aan toe, dat jullie allen voorlopig het volk niet alles moeten leren wat Ik jullie nu duidelijk heb gemaakt. Leer hen vooral om God te kennen en een levend geloof in Hem te hebben en Hem boven alles lief te hebben! Al het andere zal de geest hun al naargelang hun behoefte zelf onthullen."
«« 117 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.