Hoe de verhouding van de Essenen tegenover het priesterdom vervolg zal zijn

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 144 / 276 »»
[1] Als Roclus aan zijn metgezellen meedeelt wat hij van Mij heeft vernomen, zijn deze er zeer verheugd over, en DEGENE DIE AL EERDER SPRAK zegt: 'Kijk vriend, hoe goed het was dat ik je voorstelde om hierover bij de Heer Zelf, nu Hij nog hier is, raad te gaan halen! Nu weten we waar we aan toe zijn, en hoeven we niet te liegen om ons eruit te redden, -maar we komen met de naakte waarheid naar voren en brengen allen die ons ter verantwoording willen roepen met weinig woorden tot zwijgen! O, dat is een grote en heilige raad! Ja, ja, wie door de Heer wordt geholpen, wordt waarachtig geholpen en dus is hij ook voor alle tijden waarachtig geholpen!"
[2] De nog altijd aanwezige RAPHAËL zegt: 'Ja, daar heb je helemaal gelijk in! Jullie zijn zeer geholpen met deze raad; maar desondanks zal het mettertijd aan allerlei moeilijkheden en beproevingen niet ontbreken in , jullie instituut, en jullie zullen te allen tijde -onthoudt dit goed! -heel veel vrienden hebben, maar daarnaast ook steeds duizend maal zoveel vijanden die jullie te allen tijde zullen vervolgen, wat een getuigenis tegen henzelf zal zijn en ook voor het feit, dat de Heer Zelf op deze aarde door de blinde, slechte mensen voortdurend is vervolgd.
[3] Want alle beroepsmagiërs en alle priesters, ongeacht tot welke godsdienst ze behoren, haten Hem, en nog het meest de priesters van de tempel in Jeruzalem. Omdat juist het priesterdom echter een altijd erg begunstigde groep mensen op deze aarde was en te veel privileges genoot, zal dit zich waarschijnlijk nooit laten uitroeien; en het zal zelfs niet eens meer zo lang duren, dat zelfs brokstukken van deze nu nieuwste godsdienstige leer door allerlei bedriegers en leeglopers opgepakt zullen worden, en hieruit zal een priesterdom ontstaan waarmee vergeleken de tempel nauwelijks een vaag schimmenspel is.
[4] En ten opzichte van dit priesterdom zullen jullie het steeds hard te verduren hebben. Het zal jullie weliswaar niets kunnen doen en ook niet kunnen deren; maar het zal jullie overal vervolgen, zoals de Farizeeën de Heer nu vervolgen waar ze maar kunnen. Alleen, dit zal een goed herkenningsteken zijn dat jullie geheel van de Heer zijn en Zijn woord in de Schrift en in jullie daden zuiver bewaren; en juist daarom zullen jullie je ook altijd vanwege dit getuigenis zeer kunnen verheugen.
[5] Jullie zullen je vervolgers nooit en te nimmer vrezen, omdat jullie altijd zullen leven onder de zichtbare bescherming van de Heer; maar jullie tegenstanders zullen jullie buitengewoon vrezen en daarom ook vervolgen. Maar al hun vervolging zal hen net zo weinig opleveren als het de tempelaanhangers iets oplevert dat zij de Heer nu uit alle macht vervolgen waarvan jullie hier zo meteen een staaltje zullen meemaken. De Heer heeft jou, Roclus, reeds tevoren aangekondigd dat er nog iets te gebeuren staat voor het ochtendmaal! Maar wat, -luister!
[6] De boosaardigen hebben van een slechte man die uit Caesarea Philippi is gevlucht, gehoord dat de profeet uit Nazareth hier verblijft en Zijn 'bezigheden' hier uitvoert, en ook dat de opperstadhouder omwille van Hem hier verblijft. Daarom hebben ze in alle haast een heel smerig plan uitgedacht om de Heer gevangen te nemen, door Hem bij Cyrenius als een daadwerkelijke volksopruier aan te geven en gehaat te maken. Het plan is heel satanisch geraffineerd opgezet, zodat je er versteld van zult staan.
[7] Ze zullen hiermee, met name bij Cyrenius, slechte zaken doen; maar het zal hier grote opwinding veroorzaken, afgezien van het feit dat deze onderneming hier meteen totaal ontzenuwd zal worden. Jullie zullen er zelfs een beetje bij betrokken worden, echter niet ten nadele, maar in het voordeel van de goede zaak. Wees daarom maar goed op alles voorbereid; nog een klein kwartiertje en de zaak zal beginnen! Maar intussen blijven we heel rustig; Cyrenius zelf heeft er nog geen flauw vermoeden van, omdat de Heer het zo wil! Maar de zaak zal daarom des te opwindender zijn. Wees dus nu rustig!"
[8] Iedereen werd nu, zonder dat daarom gevraagd werd, rustig, waartoe waarschijnlijk ook de op handen zijnde zonsopgang zeer veel bijdroeg; maar hoofdzakelijk omdat allen iets bijzonders verwachtten en daarom met een zekere bange nieuwsgierigheid ingespannen luisterden naar wat er zou gebeuren.
«« 144 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.