Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 169 / 276 »»
[1] EBAHL, de vader van Jarah, komt naar Mij toe en zegt: 'Er is nu vast niets meer waarover wij U nog vragen zouden kunnen stellen; want we hebben hier zoveel waarheden gehoord en wonderbaarlijke dingen meegemaakt gedurende deze zeven dagen, dat wanneer we die over zevenduizend jaar zouden verdelen, er in ieder jaar een flink aantal zou zijn en de mensheid dan ook ieder jaar genoeg zou hebben om zich te verbazen en daarover na te denken. We zijn nu buitengewoon rijk geworden aan waardevolle schatten voor de geest; het komt er nu alleen nog op aan om d.~ze schatten ook daadwerkelijk in ons leven te gebruiken, -want anders Zijn ze waardeloos voor onze zielen, om wier heil het in dit leven enkel en alleen gaat. Alleen rijst hier de vraag: Zullen wij, omdat we eigenlijk toch maar zwakke mensen zijn, hiervoor steeds voldoende wilskracht bezitten? Wat moeten we doen als we in de loop der tijd door allerlei gebreken overvallen worden, waarvoor zelfs de meest goedwillende mensen vaak niet gespaard worden?"
[2] IK zeg: 'Ik zal de hulp, kracht en ondersteuning zijn van ieder ernstig streven. In tijd van nood zal Ik niemand verlaten die anders altijd trouwhartig en Mij liefhebbend op Mijn paden gewandeld heeft. Maar als men door allerlei wereldse verleidingen van Mijn paden is afgeweken, heeft men het natuurlijk aan zichzelf te wijten als Mijn hulp in tijd van nood uitblijft, en dat net zo lang als de gevallene zich niet vol ernst, berouwen geloof tot Mij zal richten!
[3] Ik zal weliswaar eeuwig een en dezelfde trouwe herder blijven en achter Mijn schapen aangaan die op de een of andere manier verdwaald zijn; maar het schaap moet wel gaan blaten en zich laten vinden, overeenkomstig de hem eigen en onaantastbare vrije wil.
[4] Wie gebukt gaat onder een voor zijn kracht te grote levenslast, moet in Zijn hart tot Mij komen, dan zal Ik hem kracht geven en hem verkwikken! Want sommigen geef Ik een grotere last te dragen, opdat zij hun zwakte voelen en in hun hart naar Mij toe komen om Mij voldoende kracht te vragen, zodat ze hun grote levenslast gemakkelijker kunnen dragen; zo iemand zal Ik kracht geven tijdens iedere nood in zijn leven en hem een juist licht geven voor het bewandelen van de duistere paden van het leven van deze wereld. En wie deze te zware last wel voelt, maar niet naar Mij toe komt in zijn hart, moet het aan zichzelf toeschrijven wanneer hij bezwijkt onder de te zware last van het aardse leven.
[5] Dit is het antwoord op jouw vraag, Mijn vriend Ebahl! -Heeft iemand nog iets? Laat hem komen en vragen!"
[6] In diepste eerbied komt SCHABBI naar Mij toe, de woordvoerder van de ook nog aanwezige twintig Perzen, en hij zegt: 'Heer, staat U mij ook nog een paar woorden toer'
[7] IK zeg: 'Spreek Schabbi! Daarom heb Ik tegen iedereen gezegd: Kom en vraagt'
[8] SCHABBI zegt: 'Heer, dat U iemand zult helpen als hij U daarom vraagt, is zeker en staat vast; maar wat moeten dan die mensen die, zonder dat ze hieraan iets kunnen doen, onmogelijk iets van U, o Heer, kunnen weten en nog lange tijd niets over U zullen horen en weten, terwijl ze nu in de grootste levensduisternis leven en onmetelijke levenslasten te dragen hebben? Tot wie moeten die zich richten om hulp; en kracht in hun onbeschrijflijk grote nood?"
[9] IK zeg: "Er is geen plek op aarde waar het zonlicht niet komt, en zo is er ook niemand die niet op zijn minst een vermoeden heeft van een almachtig goddelijk wezen. Laat hij vragen, verlangen en hopen overeenkomstig zijn geloof, dan zal hij ook hulp vinden! Alleen zijn er nu zo veel mensen, die helemaal geen geloof hebben. Deze helpen zichzelf en maken op kosten van de anderen hun levenslast zo licht mogelijk; die hebben dan werkelijk geen hulp van ons nodig. Wie van satan zijn wil, moet het maar zijn, want iemand die dat zelf wil, geschiedt geen onrecht! En verder hoef je je maar datgene in herinnering te roepen, wat Ik over de verschillende levensomstandigheden van alle mensen op de hele aarde en voor alle tijden gezegd heb, dan zul je daarin alles helder belicht vinden!
[10] En nu is Mijn uurtje, waarin Ik onder jullie ben, ten einde. Jullie kunnen nu hier in Mijn naam nog langer bij elkaar blijven, maar Ik zal Me met Mijn leerlingen noodgedwongen op weg begeven. Laat niemand van jullie Me echter vragen, waarheen! Want voorlopig weet Ik het, als pure Mensenzoon, Zelf niet; alleen de Vader in Mij weet het en Hij zegt: 'Sta nu op en ga! Onderweg zal Ik je openbaren waarheen!' Vrede en Mijn liefde zij met jullie!'
[11] Toen zei Ik tegen Marcus: 'Maak het grote nieuwe schip los! Ik en Mijn leerlingen zullen aan boord gaan. En jullie, Mijn leerlingen, sta op en volg Mij! Bemanning hebben we niet nodig; het schip zal ongedeerd op de juiste tijd vanzelf zonder stuurman in de haven terugkomen" .
[12] Allen begonnen te huilen toen Ik met de apostelen aan boord ging. Maar Ik versterkte hun bedroefde harten, voer snel naar volle zee en verdween spoedig uit het gezicht. Ze bleven echter nog de hele dag en de hele nacht samen en spraken met elkaar over Mij, Mijn leer en Mijn daden. Pas de volgende ochtend keerden ze huiswaarts en Cyrenius maakte aanstalten om de vele Farizeeën die hier bekeerd waren, allemaal naar hun nieuwe bestemming te brengen. Sommigen wilden Mij achterna varen, maar Raphaël hield hen er vanaf en zei, dat Ik toch al gauw weer naar Kis, Genezareth en ook hierheen zou komen. Toen werden allen rustig en loofden God, dat Hij hen zo'n grote genade waardig had bevonden. Binnen enkele dagen kwam er al een groot aantal gasten van Tyrus en Sidon om hier de wonderen te bekijken en van de geneeskrachtige bronnen te genieten, en Marcus nam ook meteen vele dienaren aan.
«« 169 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.