Twijfel en vragen van Epiphanes

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 212 / 276 »»
[1] EPIPHANES zei: 'Goede meester, deze verklaring van u is voor mij als een bliksem in de nacht! Een ogenblik is de weg en de omgeving wel verlicht, maar als men verder wil gaan, ziet men echt helemaal niets meer. Maar het begint wel een beetje te dagen en ik maak uit uw woorden op, dat u een zeer bekwaam natuurkundige en een groot antropoloog* (* onderlegd in de menskunde) bent.
[2] Volgens uw opvatting bergt de mens ongetwijfeld het oneindige in zich en zodoende ook het eeuwige; maar of hij daarom ook bij het beste onderricht het oneindige en eeuwige, de wezenlijke kracht, het licht en het leven zelf kan bevatten dat is nog een heel belangrijke andere vraag. Ik wil weliswaar niet zeggen dat het onmogelijk is dat iemand met een zeer verlichte geest zoiets bereikt -want de talenten van de mensen zijn verschillend en de een begrijpt iets heel gemakkelijk wat voor een ander na jarenlange inspanning, denken en proberen toch geheelontoegankelijk blijft; maar dat het niet gemakkelijk is om met deze begrippen overweg te kunnen, zal iedereen mij toegeven die zich ooit enigszins heeft beziggehouden met zaken die iets uitstijgen boven het gewone dierlijke leven op aarde.
[3] De mens kan veel begrijpen en bij tijd en wijle leren; maar dat men zich duidelijk klaarheid kan verschaffen over begrippen waar een eeuwigheid voor nodig zou zijn om ze geheel en al uiteen te zetten, dat betwijfel Ik toch wel een beetje, en zeker niet onterecht. De mens leert slechts het een na het ander en heeft daar een bepaalde tijd voor nodig. Leert hij veel, dan zal hij daar ook veel tijd voor nodig hebben, en als hij oneindig veel moet leren, zal hij daar ook oneindig veel tijd voor nodig hebben. Maar het leven van de mens is maar kort en daarom zal het werkelijk niet zo eenvoudig zijn om oneindig veel te leren.
[4] U heeft weliswaar iets van een oergoddelijke geest gezegd, die zich ongeveer op dezelfde manier in de ziel bevindt als de ziel in het lichaam, en dat deze geest als schepper van de mens in het oneindige en eeuwige, omdat hij zelf identiek is, geheel thuis is in deze begrippen en alles doordringt met zijn eeuwige licht en zijn eeuwige leven. Nu, dat klinkt wel zeer wijs en ook zeer mysterieus -iets, wat nog altijd alle theosofen, wijzen, priesters en magiërs eigen was, wat echter overigens hier geheel niet ter zake doet -; maar waar en hoe kan een mens zich met deze geest van hem in verbinding stellen op een manier die hem goed en duidelijk bewust is, zodat hij met deze geest kan samenwerken, opdat hij daardoor een volmaakt goddelijk geestelijk mens wordt, alles helder inziet en begrijpt en met de macht van zijn oerwil een ware heer en meester van de hele natuur zal zijn? Dat, goede meester, is een heel andere vraag!
[5] Ik zal grote achting hebben voor degene die mij deze vraag zuiver en waar kan beantwoorden en tegelijk zo, dat het vruchten afwerpt voor het leven. Maar met die bekende mysterieuze nietszeggende frasen moet hij bij mij niet aankomen; want daarmee heeft nog nooit iemand iets goeds en waars geleerd en dat is precies de reden, waarom de gehele mensheld in haar spirituele intelligentie nooit verder en hoger is gekomen~ maar alleen maar steeds verder is afgedaald. Daarom moet Iedereen die zijn medemens iets hogers wil leren, duidelijk en begrijpelijk praten, anders doet hij er veel beter aan om te zwijgen. Wie magiër is en wonderlijke dingen tot stand kan brengen, laat die dat tot vermaak van de onwetende mensheid zo mysterieus en geheimzinnig doen als hij maar wil; want dan is dat op zijn plaats en berokkent niemand schade. Wanneer een magiër echter leerlingen in zijn vak wil opleiden, die mettertijd hetzelfde moeten presteren wat hij zelf presteert, moet hij alle geheimzinnigheid aan de kant zetten en in plaats daarvan zich aan de zuivere en onverbloemde waarheld houden.
[6] Waarom hebben Plato en Socrates zo weinig praktische navolgers gevonden? Omdat ze mystici waren en zichzelf zeker niet begrepen en daarom al helemaal nooit door een ander begrepen werden! Diogenes en Epicurius hebben helder en duidelijk volgens hun verstand gesproken en daarom ook al snel een groot aantal praktische leerlingen gevonden, en dat voor een leer die de mens hier op aarde bijna niets aangenaams biedt en de mens na zijn lichamelijke dood geheel laat ophouden te bestaan.
[7] Epicurus was rijk en gaf de raad om tijdens het leven te genieten, omdat na de dood alles voorbij was. Diogenes wilde met zijn leer meer algemeen nut bereiken, omdat hij wel inzag dat de leer van Epicurus alleen de rijken gelukkig kon maken, maar de armen nog ongelukkiger moest maken. Hij leerde daarom de grootst mogelijke ontbering en beperking van de menselijke behoeften, en zijn aanhang was en is nog het grootst, omdat ieder mens zich het snelst aan zijn duidelijk uiteengezette principes zonder enige geheimzinnigheid aan kon passen.
[8] Aristoteles werd zeer bewonderd vanwege zijn krachtige en kernachtige manier van spreken en was een groot filosoof. Maar zijn leerlingen aantal is nooit zo erg toegenomen, en zelfs de weinigen die er waren, onderzochten en redeneerden onophoudelijk, en hun mogelijkheidstheorieën grensden ook vaak aan het belachelijke; want wat hen ook maar op een of andere manier logisch en mogelijk leek, kon volgens hen onder bepaalde omstandigheden ook fysiek mogelijk zijn. Werkelijk, voor magiërs een zeer bruikbare leer, en het gaat de Essenen hiermee al heel lang goed, ofschoon ze voor zichzelf en in de persoonlijke sfeer epicuristen en deels ook cynici zijn!
[9] Maar waar bevindt zich de grote waarheid van het leven, dat in zijn verloop toch zo menig moment bevat dat maakt dat men zich in ieder geval de vraag zou willen stellen: Zou dat allemaal in ernst een grillig spel zijn van het wispelturig heersende toeval? Zou de oorzaak als voortbrengend en ordenend principe dan dommer zijn dan zijn werken, of kan een volkomen dode en blinde kracht een van zichzelf bewust en volwassen denkend wezen vormen?
[10] De mystici nemen een almachtige en hoogst wijze God aan, - en miljoenen vragen: 'Waar is Hij en hoe ziet Hij eruit?' Maar op deze vragen volgt nergens een houdbaar antwoord. Maar de mensen behelpen zich dan al gauw met de poëzie en opeens wemelt het van grote en kleine goden op aarde en de trage en denk schuwe mensen geloven aan hen, en zo'n geloof is bijna de dubbele dood van de mens; want dit maakt hem fysiek en moreellui, traag, passief en daarom dood.
[11] Maar wie een echte wijze is, moet bij de mensen met de kern van de waarheid openlijk voor de dag komen en hen duidelijk het oerfundament en het doel van hun bestaan laten zien, dan zal hij daardoor voor alle tijden der tijden een eeuwig gedenkteken oprichten in het hart van miljoenen mensen; want een goed mens zal de zuivere waarheid altijd in de hoogste graad welkom heten.
[12] Beste vriend, u wilt, naar het schijnt, een zuivere waarheidsleraar zijn, en aan bekwaamheden daartoe lijkt het u ook niet te ontbreken; beantwoord daarom voor mij deze vragen, die voor zover ik weet tot nu toe nog geen enkel mens voldoende helder, duidelijk en waar heeft beantwoord, en dat zou een buitengewone verkwikking zijn voor ons hart! Maar kom niet met een half antwoord; want daar is bij ons toch al absoluut geen gebrek aan!"
«« 212 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.