Licht en bijgelovigheid

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 214 / 276 »»
[1] (DE HEER:) 'Maar behalve liet ware, noodzakelijke geloof bestaat er helaas ook lichtgelovigheid, waardoor bepaalde trage mensen, die helemaal niets denken, meteen alles voor waar houden wat iemand hun, vaak zelfs voor de grap of, wat nog vaker voorkomt, uit puur eigenbelang heeft verteld. Wel, een overgroot deel van de gelovigen op aarde behoort nu tot deze categorie!
[2] Met zulke lichtgelovigen is eigenlijk ook niet veel te beginnen; want voor hen maakt het nagenoeg geen verschil of ze wel of niet door hun geloof iets bereiken. Ze geloven slechts en verbazen zich daar nu en dan ook over, zonder dat het hen raakt; en ze doen ook uiterlijk wat een leer hun oplegt te doen, maar zonder enige Innerlijke levenswaarde; het maakt hun niet uit of ze hiermee nooit iets bereiken, behalve nu en dan verveling. Ze zijn te passief, kennen en hebben geen levensernst en zijn daarom geheel met de efemeriden (eendagsvliegen) vergelijkbaar, die overdag alleen maar pro forma in het zonlicht rond zoemen om des te gemakkelijker door de zwaluwen als prooi gevangen te worden. Aan zulke geloofshelden zullen we dan ook geen woord meer vuilmaken.
[3] Bijgeloof en lichtgelovigheid zijn trouwens enerlei; het verschil zit alleen hierin, dat bijgeloof altijd uit lichtgelovigheid voortkomt en hier eigenlijk een vrucht van is.
[4] De niet te overziene erge gevolgen die uit bijgeloof ontstaan, zijn nu helaas op de hele aarde maar al te zichtbaar en voelbaar; al die duizend maal duizend afgodentempels heeft het bijgeloof gebouwd, vaak met grote en zware offers.
[5] Maar nu is het tijd dat het vernietigd wordt, daarom ligt er een groot werk voor ons; maar er zijn nog veel te weinig bekwame en moedige arbeiders. Ik heb dus een groot veld voor Me, dat nu bewerkt moet worden, daarom werf Ik nu arbeiders. Jullie zouden ook vast zeer geschikte mensen voor dit werk zijn als jullie de juiste wegen zouden kennen en begrijpen; maar het spreekt vanzelf dat jullie van te voren eerst zelf volledig ingewijd zouden moeten zijn in Mijn nieuwe levensleer. Maar als jullie dat zijn, dan zouden jullie door alle ervaringen die je in de wereld hebt opgedaan heel goed te gebruiken zijn. Dat het loon hier en vooral aan gene zijde niet gering zal zijn, daarvan kunnen jullie reeds bij voorbaat volkomen zeker zijn. -Wat zegje nu, Mijn vriend Epiphanes, van dit voorstel, dat voor jullie allen zeker geheel onverwacht komt?"
[6] EPIPHANES zegt: 'Hm, waarom niet? Wanneer ik zelf eenmaal van een waarheid overtuigd en grondig doordrongen ben, wil ik ook zonder loon, alleen omwille van de waarheid, een leraar zijn en heb geen enkele angst daarbij van de honger te moeten omkomen. Want ofschoon de mensen in deze tijd wel zeer verdorven zijn en zeer zelfzuchtig leven, zijn ze toch niet afkerig van een goede nieuwe leer; zodra er maar een goede leraar bij hen komt, nemen ze hem nog altijd op, luisteren naar zijn lessen en als ze daarin ook maar iets hogers of waars beginnen te vermoeden, laten ze spoedig hun zelfzuchtigheid varen en worden vriendelijk en vrijgevig.
[7] In dit opzicht is een lichte graad van lichtgelovigheid bij de mensen ook niet slecht; want als die er niet was, zou het vaak moeilijk zijn om een leraar voor de mensen te zijn. Alleen moet een goede leraar er wel vooral naar streven om zijn leerlingen daarna niet in een ongefundeerde lichtgelovigheid te laten steken, maar hij moet net zo lang met hen werken en hen leiden tot ze in het helderste licht van zijn leer tot op de bodem zijn doorgedrongen. Als hij dat door zijn inzet bereikt heeft, heeft hij de mensen iets waarachtig goeds bewezen en kan hij erop rekenen, dat ze hem niet ondankbaar zullen zijn.
[8] Hoeveel weldaden genieten valse leraren niet van lichtgelovige mensen; ze doen alsof ze heel wat begrijpen en vinden zodoende een groot aantal toehoorders die hen bewonderen, en gewoonweg om het hardst bij de leraar proberen op te vallen door hem allerlei geschenken te geven! Hoeveel te meer zullen ze dat doen voor een leraar die hun de grootste geheimen van het leven grondig en goed begrijpelijk kan bijbrengen en uitleggen, theoretisch en natuurlijk, en als het moet ook praktisch. Dat wil ik graag, daar sta ik altijd voor klaar; maar natuurlijk moet ik eerst zelf grondig weten waar het bij deze hele aangelegenheid om gaat. Wel, hardhorig ben ik niet, en ook niet traag van begrip; wat Aziona en Hiram begrijpen, dat zullen ook ik en al mijn buren begrijpen. Maar natuurlijk, er wordt bij ons nooit een kat in de zak gekocht en 's nachts geen koop gesloten voor schapewol! Welnu, vriend en meester, waaruit bestaat eigenlijk precies uw zaak en uw, laten we zeggen - nieuwe leer?"
«« 214 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.