De missie van de Heer. Epiphanes betwijfelt of de mensen de leer van de Heer zullen begrijpen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 215 / 276 »»
[1] IK zeg: 'Om je dit met enkele woorden duidelijk te maken zeg Ik je: Mijn zaak en Mijn leer bestaat eenvoudig hieruit, dat de mens duidelijk gemaakt wordt waar hij eigenlijk vandaan komt, wat hij is en waar hij moet komen en overeenkomstig de volle en evidente waarheid ook zal komen.
[2] Reeds de Grieken, dat wil zeggen de wijzen, hebben gezegd: 'De moeilijkste, belangrijkste en hoogste kennis ligt in de zo volkomen mogelijke zelfkennis!' En zie, dat is nu precies waar het Mij om gaat; want zonder deze kennis is het onmogelijk om het allerhoogste goddelijk wezen als de grond van alle ontstaan, zijn en bestaan te kennen!
[3] Maar wie dit niet inziet en zijn leven, zijn denken en streven niet voor dit enig ware levensdoel inzet, namelijk om zichzelf en een allerhoogste God-wezen als de eeuwige oergrond van alle zijn en worden volkomen te leren kennen, is zo goed als verloren.
[4] Want zoals elk ding, dat van binnen en ook in al zijn delen geen door en door stevige samenhang en geen grote stabiliteit heeft, spoedig uiteenvalt en als zodanig geheel teniet gaat, zo zal dat ook met de mens het geval zijn die in zichzelf, met zichzelf en in en met God niet volledig een is geworden.
[5] En dat kan de mens alleen maar worden, doordat hij ten eerste zichzelf en daardoor dan ook noodzakelijkerwijs God volledig leert kennen als zijn oergrond, en overeenkomstig dit inzicht op alle gebieden van zijn leven werkzaam wordt.
[6] Is een mens dus in zichzelf rijp en zuiver geworden, dan is hij ook heer geworden van alle van God uitstromende krachten en hierdoor ook een meester van alle schepselen, geestelijk en materieel, is dan als zodanig door geen enkele kracht meer te vernietigen en bevindt zich dan dus in het eeuwige leven.
[7] Kijk, dit is nu in feite de totale inhoud van Mijn gehele, nieuwe leer, die in de grond der zaak eigenlijk een alleroudste leer is sinds het begin van de mensen op deze aarde! Ze is alleen verloren gegaan door de traagheid van de mensen en wordt door Mij als het verloren gegane oeroude Eden (je den = het is dag) aan de mensen, die van goede wil zijn, nu weer als nieuw gegeven. -Zeg Me nu, Epiphanes, of je Me wel goed hebt begrepen en wat jouw mening hierover is!"
[8] EPIPHANES zegt: 'Ja, begrepen heb ik u zeker, en daarbij moet ik ook nog openlijk toegeven dat een dergelijke kennis, wanneer deze onder de mensen mogelijk algemeen wordt aangenomen, het wenselijkste en hoogste zou zijn wat een sterveling op deze aarde ooit zou kunnen bereiken; en voor u en uw metgezellen kan het wel buitengewoon goed en duidelijk bekend zijn welke wegen daartoe geschikt zijn! Alleen herinner ik me bij deze gelegenheid een oude spreuk van de Romeinen, die waarlijk zeer wijs is en die men heel goed op vele manieren kan uitleggen. De spreuk luidt als volgt: Quod licet Iovi, non licet bovi! -Propheta, poeta et cantores nascuntur, -rhetor fit!* (*Wat Jupiter vrij staat, is een os niet vergund! -Als profeet, poëet en zanger wordt men geboren, -maar men wordt tot een redenaar gemaakt!) Voor kleine onbelangrijke dingen en opdrachten kan zelfs een os goed afgericht worden, maar hij zal eeuwig nooit met hamer en beitel aan het harde marmer een Minerva ontlokken!
[9] De meest wijzen van de oude Egyptenaren en Grieken hebben toch zeker al hun streven op het kennen van zichzelf en van een goddelijk oerwezen gericht; maar hoever zijn ze gekomen? Precies zover dat ze ingezien hebben, dat het puur onmogelijk is voor de beperkte mens om tot een dergelijke noodzakelijkerwijs meest omvattende kennis te komen; en de spreuk: 'Quod licet lovi, non licet bovi!' vond ook hier zijn volle geldigheid!
[10] Wel, bij u kan er dan van menige uitzondering sprake zijn, wat ik uit uw andere woorden en vooral daden heb opgemaakt; maar of ook de gewone mens van bijvoorbeeld mijn slag zich daarvan een bepaalde houdbare voorstelling zal kunnen maken, is een heel andere vraag! Want sommige, weliswaar zeldzame mensen, de zogenaamde genieën, bezitten vaak heel speciale capaciteiten op vele verschillende gebieden. De één is reeds in de wieg helderziende en een profeet, een ander is een buitengewoon zanger, de derde een beeldhouwer, en de vierde is bijna reeds in de moederschoot een rekenaar en een magiër. De één heeft een buitengewoon sterk geheugen, de ander zulke scherpe ogen dat hij op enkele uren afstand een mens kan onderscheiden en eventueel zelfs kan herkennen.
[11] En zo zijn er onder de mensen nog een heleboel grote talenten; maar alles wat slechts aan genieën eigen is kan later nooit meer zo grondig geleerd worden dat het dan door een leerling ook in dezelfde volmaaktheid weergegeven kan worden die de geniale meester bezat. Zoiets is en blijft dan toch steeds slechts vrijwel waardeloos gestumper.
[12] En zo ben ik dan ook de nagenoeg algemeen geldende mening toegedaan, dat wij wel enigszins zullen begrijpen wat u ons zult vertellen over uw nieuwe leer, maar het nooit zover zullen brengen dat we er een geheel en al praktische voorstelling in onszelf van kunnen maken. Maar ja, u bent in ieder geval een uiterst zeldzame meester van uw zaak en u zult wel weten wat u met ons voor mensen voor u heeft; wij zullen dan wel zien wat we kunnen begrijpen en doen! Wij voelen wel zeer veel voor een zuivere wetenschap, ofschoon we die ook gemakkelijk kunnen missen, omdat onze levensbeschouwing tot nu toe - zoals onze stand van zaken hier aantoont - meer dan volkomen genoegen neemt met het minimum aan behoeften die noodzakelijk zijn om in leven te blijven; maar - zoals gezegd. daarom zijn wij geen vijanden van de pure wetenschap.
[13] Hiram en Aziona hebben mij welopenhartig over u ingelicht, waar ik wel geloof aan moest schenken omdat ik hen beiden als buitengewoon waarachtige mensen ken. Maar nu komt het er nog op aan om langs de theoretische en praktische weg van al deze dingen overtuigd te raken; als ik deze overtuiging bezit, zult u aan mij geen slechte en trage verbreider van uw nieuwe leer hebben! - Ik heb nu gesproken, spreekt u nu!"
«« 215 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.