De grootste in het hemelrijk. Over de ergernissen (Ev. Matth. 18. 1-9)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 244 / 276 »»
[1] Toen we zo aten en dronken en uiteindelijk zeer opgewekt waren, wat ongeveer een uur lang duurde, stonden SOMMIGE LEERLINGEN van hun stoel op, kwamen naar Mij toe en vroegen Me: 'Heer!. U hebt ons nu veel verteld over de eigenlijke hoedanigheid van het hemelrijk en dat daar verschillende niveaus van eeuwige gelukzaligheid bestaan, waarvan er sommige het dichtst bij God staan, andere verder verwijderd zijn van God en weer andere in zekere zin het verst afstaan van de genadezon. Wij vonden dat heel juist en in overeenstemming met ieder zuiver verstand; want ook in de hemelen moeten er verschillen zijn, zowel wat de vorm betreft alsook de verschillende niveaus van zaligheid en zaligen. We zouden nu echter graag van U willen horen wie dan later ooit in Uw hemelen de eerste zal zijn en zoals men zegt de grootste, natuurlijk na God:" (Matth. .18, 1)
[2] In het huis van Simon Petrus waren enkele kleine kinderen uit de buurt; één van hen riep IK bij Me en plaatste het direct in het midden van de vragende leerlingen (Matth. 18,2) en zei tegen hen: Waarlijk, als jullie je niet afkeren van dergelijke wereldse, hoogdravende gedachten en niet even deemoedig worden als deze kinderen, komen jullie zelf, ofschoon jullie nu Mijn leerlingen zijn, het hemelrijk niet binnen! (Matth. 18,3)
[3] Wie zichzelf gering zal achten als dit kind en geen enkel spoortje hoogmoed in zichzelf vindt, is de grootste in het hemelrijk; want enkel en alleen de ware deemoed van een zuiver hart bepaalt de zaligheidgraad in de hemelen. (Matth. 18,4)
[4] En wie zo'n arm kind opneemt in Mijn naam, waarlijk, die neemt Mijzelf op! (Matth. 18,5) En wie één van deze kinderen, al zijn ze nog ze onaanzienlijk, ergernis geeft door wat dan ook, terwijl ze nu meer aan Mij geloven dan jullie zelf, kan beter met een molensteen om zijn nek verdronken worden in de zee, waar het 't diepste is. (Matth.18,6) Waarlijk Ik zeg jullie: Wee de wereld vanwege haar ergernis; want ze zal juist in degenen die zij ergernis heeft gegeven haar onverbiddelijkste rechters vinden!"
[5] Hier viel EEN LEERLING Mij in de rede en zei: 'Heer, volgens hetgeen U nu zegt zal het er in het hemelrijk zeer mager uitzien; want waar op aarde leeft de mens die zonder het te willen niet het een of andere kind ooit geërgerd heeft? En ik acht het mogelijk dat wanneer zo'n kind ook nooit door iemand geërgerd werd, het toch op volwassen leeftijd instinctief door zijn eigen ontwaakte driften geërgerd wordt en gedeeltelijk ook door de noodzakelijke kennismaking met de wetten van Mozes. Wilt U ons daarom duidelijk maken wat U ons met deze woorden, die zeer hard zijn, hebt willen zeggen?"
[6] IK sprak verder en zei: 'Wees niet dwaas in jullie denken! Welk ook maar enigszins wijs mens zal het je als zonde aanrekenen, wanneer je zonder het te weten en te willen toch iemand hebt geërgerd?! Er komen en moeten weliswaar bepaalde ergerniswekkende zaken in de wereld komen, maar deze worden van boven toegelaten; maar hier zeg Ik enkel: Wee degene, door wie ze moedwillig en met kwade opzet komen!" (Matth. 18,7)
[7] Hier nam EEN ANDERE LEERLING weer het woord en zei: 'En wat dan wanneer mijn eigen natuur me ergert? Wie zal daarvoor ter verantwoording worden geroepen? Dat is toch duidelijk de schuld van degene die mij zo'n ergerlijke natuur heeft gegeven!"
[8] Op deze iets te vrije en tamelijke brutale vraag van de enigszins opgewonden leerling werd IK dan ook een beetje geprikkeld en zei: 'Goed, wanneer je hand of je voet je ergert, hak beide dan af en werp ze weg! Want het is beter voor je dat je lam en als een kreupele het hemelrijk binnengaat, dan dat je met beide handen en voeten in het eeuwige vuur wordt geworpen! (Matth. 18,8) En als je oogje ergert, ruk het uit en werp het weg; want het is beter voor je dat je met één oog het hemelrijk binnengaat, dan dat je met twee ogen in het vuur van de hel wordt geworpen!" (Matth.18, 9)
[9] Hier verhief PETRUS zich; ook hij had moeite met deze leer en zei: 'Maar Heer, herinnert U zich die woorden dan niet meer die U bij die arme vissers heeft gesproken over het wezen van de hel, over het gericht en over de eeuwige straffen van de verloren zielen? Ja, dat waren lessen die ieder gezond menselijk verstand met de grootste vreugde moest begroeten! Maar wat U ons nu in een soort opwinding heeft geleerd, vaagt al het vorige weg en de oude hel met haar eeuwige straffen, satans, duivels en vuren staat weer gelijk vroeger in totaalonveranderde vorm voor ons, en een geheel en al onverzoenlijke God hebben wij ook weer voor ons! Ik heb het wel geweten dat we zeker weer bij het oude zouden terugkomen, en de Indiërs met hun afschuwelijk verminkende boetedoeningen hebben derhalve de enig ware en juiste levens en godsdienstleer!
[10] Kijk, stel het geval dat deze linkerhand van mij hier mij nu geërgerd heeft! Opdat deze mij echter niet eventueel nog een keer kan ergeren neem ik volgens Uw verzoek een bijl en hak de hand af die me ergert, wat me zonder het snelle ingrijpen van een arts zeker de dood zal bezorgen. Ik ga echter van het gunstige geval uit dat ik genezen word en weer heel opgewekt rondloop. Maar dan begint mijn rechterhand die nog over is, mij een keer te ergeren. Volgens wat U nu heeft geleerd moet ik deze omwille van het hemelrijk ook afhakken, wat nu echter puur onmogelijk is. De vraag is dan wat ik in dit geval moet doen om het hemelrijk niet te verliezen!
[11] Mijn lieve Heer en Meester! Met deze leer zal het niet gaan zoals U nu gesproken heeft! Of er een andere betekenis achter schuilgaat, is een vraag die zelfs voor de meest wijze mens moeilijk te beantwoorden zal zijn. Eer hij deze leer dus zonder meer, zoals U haar nu hebt geformuleerd, serieus als waar en wettelijk aanneemt, zal hij veel tijd nodig hebben, en zeker aan zijn oude leer vasthouden. Hoe waardevol Uw hemelrijk ook is en kan zijn, ik wil het zelf wel door alle mogelijke zelfverloochening verdienen, maar nooit door handen en voeten af te hakken en ogen uit te rukken! In plaats daarvan kan men zich beter meteen van het hele leven beroven, dan is men helemaal veilig voor alle ergernis!'
«« 244 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.