De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 39 / 276 »»
[1] (RAPHAËL:) 'Overigens wordt een volk dat een grote fantasie bezit ook daarom al nooit te hoog wetenschappelijk ontwikkeld, omdat de te machtige verbeeldingskracht en de daaruit voortkomende fantasie dat altijd zou belemmeren en tegengaan. Het behaagt deze mensen meer om allerlei onnozele beelden in hun fantasie te zien, dan om logisch juist over het een of andere verschijnsel na te denken; overigens komen de strenge boetedoeningen die je gezien hebt niet zo vaak voor als jij denkt en men je verteld heeft. Want een rijke koopt zich ook vrij, en de arme wordt er alleen toe verplicht wanneer hij zich werkelijk aan een belangrijk vergrijp tegen de bestaande wetten heeft schuldig gemaakt. Er bestaat dus in Indië tot nog toe een dergelijke patriarchale orde, dat men daartegen nog niet meteen met bliksem en vuur uit de hemelen kan optreden. Wel bestaat er een ongehoord grote dosis aan dwaas bijgeloof, dat binnen de perken gehouden moet worden; maar omdat een dergelijk bijgeloof bij al die volkeren die een levendige fantasie hebben altijd rijkelijk voorhanden is, kan men daartegen ook niet meteen met alle geweld optreden.
[2] Want het is nog altijd beter dit volk in zijn bijgeloof te laten, dan het in alle wetenschappen in te wijden; want het bijgeloof bindt de Indiër aan zijn grond~ terwijl de wetenschap hem maar al te gauw van adelaarsvleugels zou voorzien, waarmee hij zich onmiddellijk op verderfelijke wijze over de hele aarde zou verspreiden. Ja, als het mogelijk zou zijn om het hele volk der Indiërs in één keer zonder eigen inspanning in de zuivere wetenschap in te wijden, zouden ze er een tijd lang verbaasd over zijn hoe ze zich zo lang door die grote en zinloze dwaasheid hebben kunnen laten beheersen. Maar spoedig daarop zouden ze dan zo zeer in toorn en boosheid.over hun priesters ontbranden, en eveneens over alle grote persoonlijkheden van andere volkeren, dat die allemaal over de allerscherpste kling gejaagd zouden worden. Ze zouden zo'n intensieve zuivering uitvoeren, dat de hele aarde binnen de kortste keren rood van bloed zou zien. En wat zou er uiteindelijk mee gewonnen zijn? Het domme deel van de mensen zou natuurlijk afgeslacht worden, en uit de wetenschappelijk ontwikkelde mensen zouden louter bloeddorstige tijgers voortkomen!
[3] Dat dit zo zou gaan, bewijs jij als puur verstandig mens door je grote ergernis over alle godheden en vooral over hun zogenaamde plaatsvervangers. Als jij eens mijn macht zou bezitten! O wee, hoe snel zou je een eind maken aan alle priesters op de hele wereld! Maar wat moet er daarna dan gebeuren met de andere mensen die met huid en haar aan hun priesters hangen en zich door hen, zoals lammeren door hun herders, naar alle kanten laten leiden?! Zou je hen ook wel allemaal door een machtspreuk tot jouw zuiver verstandelijke inzichten kunnen brengen? Ik zeg je: Dat zou een moeilijke opgave zijn! Want als iedereen evenveel zou weten, zou ook iedereen evenveel materiële middelen moeten bezitten als hij niet wilde verhongeren. Want zou hij bij zijn buurman komen en hem zijn diensten aanbieden, zeggend: 'Ik begrijp nu dit en dat!', zou de buurman zeggen: 'Dat begrijp ik ook, en ik heb me daar allang naar gericht en ik heb van niemand iets nodig! leder moet nu voor zichzelf zorgen! ,
[4] Als een vader tegen zijn kinderen zou zeggen: 'Jullie moeten dit en dat doen en leren! ' , dan zouden de kinderen zeggen: 'Waarom moeten wij dat nog doen en leren? Wij kunnen en begrijpen immers alles wat u kunt en begrijpt, en wij handelen daarnaar! Wat verlangt u dan nog meer van ons?'
[5] Als je op hoge leeftijd een bediende nodig zou hebben, omdat ieder mens dan zwakker wordt en kwalen krijgt, en je zou tegen de eerste de beste die iets voor jou zou kunnen doen, zeggen: ' Zie, ik ben zwak geworden en heb je hulp nodig; ik zal er goed voor betalen; als ik sterf zal ik je tot erfgenaam maken!', -weetje wat deze dan tegen de hulpbehoevende man zou zeggen? Luister, hij zou precies datgene zeggen wat jij tegen iemand zou zeggen die je zou benaderen voor een vaste dienstbetrekking! Je zou tegen hem zeggen: 'Vriend, ik heb het niet nodig om iemands knecht en dienaar te zijn, want ik ben even welgesteld als jij en hoef geen dienstbetrekking aan te nemen om mijn levensonderhoud in het zweet mijns aanschijns te verdienen! Wie het nodig heeft moet zich maar afsloven voor zijn naaste; ik doe dat niet!' -Kijk, wat ik je nu zeg was vele honderdenjaren geleden in het oude Egypte het geval! De mensen werden allemaal zeer wijs en ieder was rijk."
«« 39 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.