Roclus vertelt over de toverkunst van een Indische magiër

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 44 / 276 »»
[1] ROCLUS, wiens ogen steeds groter werden naarmate hij langer naar de vermeende jongeling luisterde, riep verbaasd en opgewonden tegen Raphaël: 'Maar luister eens, jongen! Je bent amper zestien jaar oud en komt me daar met een kennis en ervaring aanzetten, die een ander eerlijk mens zich nog in geen zestig jaar met de grootste inspanning eigen had kunnen maken! Ik wil het er nu niet over hebben dat je mij werkelijk tot het aannemen van een ware God, die er precies zo uitziet als mijn hart allang in stilte wenste, bekeerd hebt, en dat ik hier nu helemaal niets tegen in te brengen heb, maar ik wil je alleen maar vragen hoe en wanneer je deze kennis en ervaring hebt opgedaan.
[2] Jij kent een rijk dat nog voorbij Indië ligt, waarover ik nauwelijks een paar keer, en wel alleen maar in Indië, wat gebazel heb gehoord; een Indiër heeft mij hierover namelijk heel argeloos zulke wonderlijke dingen verteld dat ik mijn lachen soms nauwelijks in kon houden. Pas nu, door jouw woorden, kan ik me een juistere voorstelling maken van dit ongelofelijke rijk, waarvan de bewoners bijvoorbeeld de grootste beschaving schijnen te bezitten op het gebied van industrie, kunsten en ambachten. Ja, je hebt inderdaad helemaal gelijk en je schijnt ook in de magie van alle volkeren geweldig goed thuis te zijn; anders zou je het vast en zeker nooit over een zekere almacht, die jou eigen is, gehad hebben!
[3] Ik zie nu wel in, ook al is het nog een beetje vaag, dat de Godheid om waarlijk hoogst wijze redenen alles zoals het nu is op aarde laat bestaan en gebeuren, omdat het haar enkel om de ontwikkeling van de ziel en niet om het lichamelijk welzijn van de mensen te doen kan zijn! Maar om mijn al of niet volledig inzicht in deze zaak gaat het nu ook helemaal niet bovendien kan een oude ceder van de Libanon niet met één slag geveld worden, -maar het gaat er nu heel eenvoudig enkel en alleen maar om, en dat is voor mij van het grootste belang, hoe jij hier allemaal aan gekomen bent!
[4] Je hoeft me nu ook helemaal niet meer te vertellen hoe het nieuwe paleisachtige huis van de oude Marcus, met die tuin, de haven en zijn geheel nieuwe schepen ontstaan is; want het is immers duidelijk dat jij als de wonderbaarlijke bouwmeester daarvan voor me staat en je als zodanig reeds verraden hebt, waarschijnlijk met opzet, om mij op de proef te stellen en te kijken of ik ondanks mijn goed ontwikkelde verstand niet te dom ben om hetgeen jij zo terloops even zegt, te begrijpen.
[5] Het gebied van de magie is enorm en onbegrensd, en zelfs de grootste meester op dit gebied is en blijft niets anders dan een gebrekkig beginner. Wij Essenen hebben er, onder ons gezegd, zeer zeker veel verstand van, omdat wij immers Perzische en Egyptische magiërs in dienst hebben die wonderdaden kunnen verrichten die voor mensen zoals wij gewoonweg duizelingwekkend zijn, hoewel ook ikzelf op dit gebied geen leek ben; maar afgezien daarvan heb ik in Indië magiërs gezien die dingen hebben verricht, waarbij vergeleken die hele magie van ons als puur kinderspel beschouwd moet worden! Ik zou er duizend pond goud voor gegeven hebben, als de koninklijke magiër van Thebe mij slechts enkele van zijn onovertreffelijke toverkunsten geleerd zou hebben; maar hij was er voor geen geld toe over te halen
[6] En evenzo kun jij ook in geheimen ingewijd zijn waarvan ik nog nooit gedroomd heb, en kun jij van jouw onzichtbare handlangers en dienstbare natuurgeesten gebruik maken zoveel je maar wilt, en daarom is het voor jou niet moeilijk om een hele berg, en nog minder moeilijk om een huis en andere dingen in een oogwenk te maken. Want ik heb van de zojuist genoemde magiër in Thebe gezien, hoe hij in een oogwenk van een voor ons liggend uitgestrekt landschap een meer heeft gemaakt waar meerdere eilanden uit oprezen en waar meerdere schepen op ronddreven; gedurende enkele ogenblikken was dit meer te zien, daarna maakte de magiër een gebaar, en de hele omgeving zag er weer precies zo uit als daarvoor .
[7] Weliswaar heeft hij ons hiertoe naar een heel donker kamertje gebracht en liet hij ons door een raam de omgeving zien die geheel dezelfde was als buiten het kamertje vrij te zien was. Toen sloot hij het raam, maakte een paar tekens en opende het raam voor de tweede keer, en van de vroegere natuurlijke omgeving was geen spoor meer te bekennen, maar wij zagen het zojuist beschreven meergebied uitgestrekt naar alle kanten, en dat alles zo natuurlijk als het maar zijn kan. Alleen voelde ik daarbij dat het een beetje eigenaardig trok in mijn ogen, wat blijkbaar veroorzaakt werd door de grote verrassing.
[8] De magiër zei toen dat hij ons door datzelfde ene raam nog tal van wonderbaarlijke omgevingen voor kon toveren, - maar dat zou ons een heleboel goud kosten; daarom lieten wij onze nieuwsgierigheid hiernaar maar varen. Ik vroeg hem of hij ook in staat was om zo 'n gebied te fixeren, zodat het blijvend was. Hij zei dat hij dat kon en verdween toen plotseling. Toen we daarop naar buiten gingen, viel er van het meergebied geen spoor meer te ontdekken.
[9] Ik vraag me af hoe zoiets mogelijk is en geef mezelf dan het antwoord hierop, namelijk dat die magiër uit Thebe duidelijk nog veel en veel meer thuis was in de geheime krachten van de natuur. Hoe zou het anders mogelijk geweest zijn om door een en hetzelfde raam, waardoor ik tevoren heel goed de werkelijke natuurlijke omgeving zag, een gebied met een meer tevoorschijn te toveren en het vorige landschap geheel te laten verdwijnen? Hij liet toen het meer weliswaar weer verdwijnen en het oorspronkelijke landschap weer ontstaan; maar hij had het gebied met het meer ook voor altijd kunnen laten bestaan, - wat hij echter niet wilde omdat het oorspronkelijke gebied al zeer lang tot een van de meest vruchtbare streken behoorde, en omdat zulke mooie akkers, weilanden en tuinen voor de mensheid immers duidelijk van meer nut zijn dan een op een zee gelijkend onafzienbaar ver uitgestrekt meer met enkele eilanden en schepen.
[10] Voor dit toverwerk had ik hem graag tweehonderd pond goud gegeven; maar daar wilde hij niets van horen noch weten. Zijn huis moet wel vol met allerlei enorm machtige natuurgeesten geweest zijn, zonder wier hulp de magiër het zojuist genoemde gebied met het meer nooit tot stand had kunnen brengen!
[11] En zo heb jij, jonge tovenaar, dit dan ook tot stand gebracht, wat ons, doordat het plotseling opdook, eigenlijk hierheen heeft gelokt! Dit is een toverstuk dat alles weg heeft van hetgeen ik en mijn elf metgezellen in Thebe gezien hebben; voor het geheim, hoe men dit tevoorschijn kan brengen, zou ik veel goud betalen, maar ik weet dat jij het evenmin verkoopt als die magiër in Thebe. Want jij bent nog jong en zult hiermee nog veel geld en andere schatten verdienen.
[12] Door wat ik nu zeg, is je vast wel duidelijk geworden, dat ik niet eens zal proberen om je het geheim te ontlokken; maar er is één ding dat ik uit jouw mond zou willen horen, namelijk hoe, waar en wanneer jij tot deze wijsheid en deze magische kunst bent gekomen! Je hebt mij en mijn metgezellen tot het aannemen van een waar, hoogste goddelijk wezen gebracht, en het zal dus ook helemaal geen probleem voor je zijn mij alleen maar te zeggen, waar je op zo jonge leeftijd achter al deze dingen bent gekomen!"
«« 44 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.