Het wezen van de liefde

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 60 / 276 »»
[1] Nu pas besloot Roclus om Raphaël naar Mij toe te volgen en moedig de ruim dertig passen af te leggen. Daar Ik echter bij Cyrenius, zoals tevoren, nog aan tafel zat en met hem over een aantal regeringsmaatregelen sprak en Raphaël onze Roclus in de richting van Cyrenius meenam, zei deze (ROCLUS) toen hij ongeveer twintig passen gelopen had: 'Ja, nu breng je me weer naar de opperstadhouder, met wie ik daarstraks al alles besproken heb?! De mij nu overbekende Cyrenius zal toch zeker niet de gezochte Nazarener zijn?"
[2] RAPHAËL zegt: 'Dat zeker niet; maar die aan de rechterkant vlak naast hem zittende, heel eenvoudig uitziende man, die is het! Je weet nu wie Hij is en nu kun je zelf wel naar Hem toe gaan!"
[3] ROCLUS zegt: 'Dat is niet moeilijk, -nog maar ruim tien passen, en ik sta vlak bij hem! Maar wat moet ik dan zeggen, hoe moet ik hem aanspreken?"
[4] RAPHAËL zegt: 'Maar jij, met je verstand,je kennis en je ervaring, weet jij niet hoe je dat moet doen?! Dat is zelfs voor mij bijna niet te begrijpen! Ga er naar toe en zeg: 'Heer en Meester, hier voor U staat een hongerig en dorstig man, voed zijn ziel!', dan zul je daarop wel meteen een passend antwoord krijgen!"
[5] Roclus deed dat met een bevreesd hart, en IK keerde Mij met een ernstig, vriendelijk gezicht naar hem toe en zei: 'Vriend, van Tyrus en Sidon naar Caesarea Philippi en van daar naar hier is duidelijk een kleinere afstand dan van hier naar Achter-Indië, waar de oosterse Sihiniten ver over het hoogste gebergte van Indië een geweldige muur hebben aangelegd! Daar zocht je de waarheid -en ook weer niet de waarheid; want ook al zou je de waarheid gevonden hebben, dan zou je de waarheid toch niet herkend hebben! Zou je haar echter herkend hebben, dan zou ze je niet bevallen zijn; want als de waarheid niet volledig verenigd is met liefde, dan lijkt ze op het zonlicht in het noorden. Dit verlicht ook de aarde; maar omdat het licht zonder warmte is, schenkt het de grond geen leven en is alles verstard als in de dood!
[6] Een rechter zoekt volgens de wet ook de volle waarheid. De misdadiger wordt met alle mogelijke middelen gedwongen de volle waarheid te bekennen en onder strenge eed worden getuigen gehoord. Tenslotte komt de volle waarheid aan het licht; maar wie heeft er iets aan? Dat is ook een waarheid zonder liefde, dus een licht zonder warmte, en leidt tot doden! En zie, zo'n waarheid heb ook jij gezocht en grotendeels gevonden, weliswaar heeft het je innerlijk niet tot leven gewekt, maar doodde het je geest, die de liefde is in het hart van ieder mens.
[7] En omdat jouw geest als het ware doodgedrukt was door de massa van de starre, materiële waarheid, kon het niet anders dan dat je ieder spoor van het bestaan van een God verloor, omdat God ook alleen maar puur liefde is in Zijn oerwezen en alleen door de liefde weer begrepen kan worden!
[8] Je had er wel een duister, vaag vermoeden van, dat de liefde het basiselement is van alle wezens en dingen; maar wat liefde zelf in wezen is, dat wist je niet en je kon dat ook niet weten, omdat je gevoel en de zintuigen van je ziel er nooit door bewogen zijn.
[9] Jouw kennis over het wezen van de liefde leek op de kennis die je over het wezen van de sterren hebt. Ze geven licht, maar hun licht produceer;. geen warmte en je kunt onmogelijk te weten komen, door middel van verstandelijke kennis, of hun licht misschien ook afkomstig is van een vuur .
[10] Bij de zon voel je de warmte en ben je van oordeel dat die een vuur moet zijn en wel een onmetelijk machtig vuur, omdat het van een enorme grote afstand, die jou niet helemaal onbekend is, in staat is de aarde nog zo aanzienlijk te verwarmen.
[11] Van de maan beweer je het volslagen tegendeel, omdat je van deze planeet nog nooit enige warmte hebt gevoeld. Van de andere sterren beweer je helemaal niets, omdat je van hun invloed nog nooit iets anders dan alleen het schaarse licht ervan hebt ondervonden.
[12] En omdat je van de sterren die jou klein toeschijnen, maar zo weinig voor je waarnemingsvermogen hebt gekregen, ben je ook nooit vanuit een gebied van je leven min of meer aangespoord om erover na te denken wat sterren nu toch eigenlijk zijn, of het licht dat ze geven vuur is of niet, of dat ze massa hebben, of misschien alleen maar warmte en gewichtsloze lichtpuntjes zijn.
[13] Om echter een voorstelling van iets te kunnen vormen is het natuurlijk wel noodzakelijk om er eens over na te gaan denken. Maar om in zekere zin gemotiveerd over een zaak na te kunnen denken, moet men wel vinden dat de zaak dat waard is; de waarde hangt echter altijd af van de liefde die men voor een zaak heeft opgevat.'
«« 60 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.