De betekenis van het kindschap Gods op deze aarde

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 84 / 276 »»
[1] ROCLUS, die Raphaël nu weer bijzonder graag mocht, zegt: 'O, blijf, blijf! Want nu kun je in ons bijzijn een wereld opeten, onze liefde ten aanzien van jou wordt daarom niet minder en onze vrees voor jou niet groter; want nu weten we wie je bent en wat we aan je hebben.
[2] Maar nu iets anders! Ik weet wel, dat je toch al weet wat ik je nu ga zeggen, maar mijn metgezellen weten het niet en alleen omwille van hen zeg ik het nu hardop, opdat ook zij horen wat ik graag van je verlang! Zeg me, of het nu echt niet mogelijk zou zijn dat ook jij lid wordt van ons instituut, in ieder geval zo lang, tot wij die volmaakte levensstaat bereikt zouden hebben die we zo nodig hebben voor het ware heil van de mensheid!"
[3] RAPHAËL zegt: 'Voorlopig is dat niet mogelijk, omdat ik nu nog andere verplichtingen heb tegenover de Heer en de mensen! Maar in geval van nood zal ik steeds als geroepen bij jullie zijn. Overigens hebben jullie de toezegging van de Heer, dat jullie in Zijn naam kunnen werken, -en die alleen is machtiger dan talloze myriaden van mijn soort! Aan deze naam, die luidt: Jezus = Gods kracht, moeten jullie je houden, dan zullen bergen voor jullie wijken, en stormen en orkanen verstommen, als jullie levenswandel tenminste zo is dat jullie deze naam waardig zijn! Want dit is Gods waarachtigste naam in Zijn liefde van eeuwigheid, waarvoor alles buigt in de hemel, op aarde en onder de aarde!
[4] Ik bedoel hiermee niet: onder de grond van deze materiële aarde, die rond is zoals elke andere planeet, en waaronder, dus precies aan de andere kant van ons, eveneens landen, bergen, meren en zeeën zijn zoals hier; ook bedoel ik niet het binnenste van de aarde, dat een groots, met een dier vergelijkbaar organisme is, dat dient voor de ontwikkeling van het voor een hele planeet nodige natuurlijke leven; maar met de uitdrukking 'onder de aarde' geef ik de morele levensstaat aan van alle instinctmatig met rede begaafde wezens op de talloos vele andere planeten, waar ook mensen zijn; maar deze hebben vergeleken met jullie, mensen van deze aarde, een slechts zeer beperkte bestemming.
[5] Zij behoren ook tot het eindeloos grote geheel, en vormen als het ware de schakels van een ketting; maar jullie vormen de spil, omdat jullie als ware kinderen van God de bestemming hebben om met God en met ons de hele oneindige schepping van God te dragen, van het kleinste tot het grootste! En daarom plaats ik jullie op of boven deze aarde meteen onder ons, de huidige bewoners van Gods hemelen!
[6] Als jullie dit nu goed begrijpen, zullen jullie ook des te meer moeten letten op de naam van de Allerhoogste van eeuwigheid, omdat jullie daar nu heel goed uit kunnen opmaken dat God jullie Vader is en jullie Zijn kinderen zijn; als jullie dat niet waren, zou Hij dan wel naar jullie zijn afgedaald vanuit de hemelen en jullie Zelf opvoeden voor Zijn eeuwig grote bedoelingen, die Hij al sinds eeuwigheden voor jullie, Zijn kinderen op het oog heeft gehad en weggelegd?
[7] Wees daarom nu allemaal buitengewoon verheugd, dat Hij als de Vader van eeuwigheid Zelfnaar jullie toe is gekomen om jullie geheel tot datgene te maken, waartoe Hij jullie al sinds eeuwigheid heeft geroepen en bestemd!
[8] En omdat jullie ontegenzeggelijk Zijn kinderen zijn en Hij naar jullie is gekomen zonder door jullie, onmondigen, geroepen te zijn, zal Hij van nu af aan nog wel eerder en zekerder bij jullie komen wanneer jullie Hem in de volle liefde van je hart zullen roepen en zeggen: 'Abba, lieve Vader, kom, wij hebben U nodig!' jullie hebben dus de belofte uit de mond en het hart van de Vader Zelf gekregen, daarom hoef ik dus ook geen tweede belofte te doen. Want deze ene belofte zal reeds eeuwig waar blijven, en daarom kunnen jullie mij voor jullie instituut gemakkelijk missen; want waar de Heer Zelf werkzaam is, daar kunnen Zijn hemelsboden heel goed gemist worden.
[9] Als jullie mij overigens zo nu en dan als vriend bij jullie willen hebben, dan hoef je mij maar te roepen, en ik zal meteen bij jullie zijn als jullie je in de liefde en de orde van de Heer bevinden. Maar als jullie ooit, om wat voor smerige aardse reden dan ook, de orde van de Vader verlaten, dan zou ik natuurlijk niet bij jullie komen ook al roepen jullie duizend maal, en zelfs de almachtige naam van de Vader zou dan leeg en zonder uitwerking blijken te zijn. Als jullie nu nog iets op je hart hebben, zeg het dan, dan zal ik jullie raad geven! "
«« 84 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.