De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 170 / 248 »»
[1] Toen wij ons in de tempel bevonden, hielden de leerlingen zich meer op de achtergrond en mengden zich tussen het volk om te horen wat er over Mij gezegd werd.
[2] IK ging echter midden in de tempel op een verhoging staan, terwijl nog allerlei feestceremoniën volop gaande waren, en riep luid tot het volk: 'Wie dorst heeft, kome tot Mij en drinke!' (Joh.7,37)
[3] Toen meldden zich een paar om Mij heen staande JODEN en zeiden: 'Wat heeft U dan voor ons te drinken?'
[4] Daarop zei IK: 'Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt, uit diens lichaam zullen stromen levend water stromen!' (Joh. 7 ,38)
[5] Toen keken de joden elkaar aan, en vroegen zich af wat dat te betekenen had; want zij wisten niet, dat Ik alleen maar over de Geest sprak, die degenen zouden ontvangen die in Mij geloven. Want -zoals Ik al meermalen heb uitgelegd -de Heilige Geest kon vóór Mijn verheerlijking hier niet aanwezig zijn behalve in Mij. (Joh.7,39)
[6] VELEN uit het volk, die deze woorden hoorden, zeiden echter onder elkaar: 'Waarlijk, die Galileeër spreekt als een ware profeet en is dus ook een volkomen echte profeet. ' (Joh. 7, 40)
[7] WEER ANDEREN, die Mij door Mijn daden beter kenden, zeiden: 'Wat profeet, wat profeet! Hij is Christus, de beloofde Messias! Want zelfs God kan geen grotere dingen doen dan Hij doet!'
[8] Maar SOMMIGEN vroegen: 'Moet Christus dan wel volgens de Schrift uit Galilea komen? (Joh. 7,41) Zegt de Schrift niet: 'Christus zal van het geslacht van David zijn en uit het gehucht Bethlehem komen, waar David leefde'?!' (Joh. 7 ,42)
[9] Toen zeiden SOMMIGEN, die goed op de hoogte waren van Mijn afkomst en Mijn geboorte: 'Ja, als jullie dat verlangen, dan is dat bij deze profeet zonder meer van toepassing! Ten eerste is hij een zoon van Jozef, de alom bekende timmerman uit Nazareth, en van Maria, een dochter van Joachim en Anna, en het is bewezen dat die beiden van de stam van David zijn. En ten tweede weet iedereen dat Hij in Bethlehem in een stal tijdens de algemene volksregistratie van keizer Augustus geboren is, en acht dagen daarna door Simeon besneden werd en de naam Jezus kreeg. Waarom twijfelen wij dan nog of Hij Christus is?'
[10] Er was dus op deze wijze verdeeldheid onder het volk over wat Ik eigenlijk was. (Joh.7,43)
[11] Ettelijke vrienden van de Farizeeën werden echter door de Farizeeën aangezet om Mij te grijpen; want de tempeldienaren konden niet meer verdragen dat zelfs de beteren onder het volk Mij tot Christus begonnen uit te roepen. Er kwamen er toen een paar naar Mij toe om Mij te grijpen; maar in Mijn buurt verloren zij de moed en geen van hen dorst een hand naar Mij uit te steken. (Joh. 7, 44) Behalve aan hun vrienden gaven de Farizeeën eveneens hun knechten opdracht Mij op te pakken en bij hen te brengen; maar ook die bleven bij Mij staan, en luisterden naar de manier waarop Ik het volk de geboden van God en de geboden der liefde uitlegde, zoals Ik die op andere plaatsen al vaak heb uitgelegd, zodat Ik die reeds vaak gegeven uitleg hier niet extra hoef te vermelden. De knechten zagen echter ook de grote volksmenigte die in Mij geloofde, en dorsten Mij ook daarom niet te grijpen.
[12] Toen Ik tijdens de lering een pauze hield, keerden de knechten onverrichter zake naar de Farizeeën terug. Toen zij echter weer zonder Mij terugkwamen, vielen DE FARIZEEËN woedend tegen hen uit en zeiden: 'Waarom hebben jullie hem niet gegrepen en bij ons gebracht? Zien jullie dan zelf niet in dat hij ons juist midden op het prachtigste feest stoort en bovendien nog al het volk bij ons weghaalt? Waarom hebben jullie hem dan niet gegrepen en voor zijn terechte straf aan ons overgeleverd?'
[13] Toen antwoordden DE KNECHTEN: 'Luister, er heeft nog nooit een mens zo wijs gesproken als deze Galileeër! (Joh. 7, 46) Hij moet werkelijk van Gods geest vervuld zijn!'
[14] Toen antwoordden DE FARIZEEËN: 'Wat beweren jullie nu? Zijn jullie dan ook al door hem verleid? (Joh. 7 ,47) Is er dan ook maar één Farizeeër of overste die in hem gelooft?! (Joh. 7,48) Nee, - maar alleen het domme volk, dat niets van de wet weet en daarom vervloekt is!' (Joh.7,49)
[15] Toen zeiden DE KNECHTEN: 'We hebben jullie de laatste keer al gezegd hoe het met het door jullie vervloekte volk staat, en daarbij blijft het! Als jullie het daarmee echter niet eens zijn, ga dan zelf onder het volk en zeg het dat het vervloekt is omdat het in de Galileeër gelooft, - dan zal het volk jullie wel laten merken hoe tevreden het met jullie vloek is! Jullie hebben je kennelijk voorgenomen iedere andersdenkende te verdoemen, zonder te onderzoeken of het geloof van de naaste misschien niet in menig opzicht beter is dan het onze! Maar wij als heel gewone knechten vinden dat niet juist; want zolang God een mens niet richt en verdoemt, zolang moeten ook wij stervelingen niet op Hem vooruitlopen, en de Alwijze op die manier zeg maar te verstaan geven dat wij aardse wormen nog wijzer zijn dan Hij. Vervloek ook maar eens het geloof van de Romeinen -maar wel heel openlijk! -, die zullen jullie dan wel vertellen wat zij van jullie oordeel vinden!'
[16] DE FARIZEEËN zeiden: 'Verdwijn, want wij zien dat ook jullie al verleid zijn!'
[17] DE KNECHTEN zeiden: 'Slecht genoeg van jullie dat jullie ons en het volk geen beter onderricht weten te geven! Want jullie zullen van ons toch niet eisen dat wij voor die valse, miserabele wonderen van jullie eerbied zullen hebben, terwijl wij bij die wonderen zelf steeds meehielpen en heimelijk de wonderen produceerden?! De wonderen boezemden het volk echter altijd nog wel eerbied voor jullie in, terwijl al jullie preken en lessen, omdat ze helemaal tegen Mozes ingingen, zelfs voor de allerdomste mensen te dom en te slecht waren! Jullie kunnen ons echt niet veel doen, anders verraden wij al jullie oude, nietszeggende wonderen aan het volk, en dan moeten jullie maar zien hoe je met het volk klaar komt!'
[18] Toen werden de Farizeeën vriendelijker tegen de knechten, waarna die weggingen.
«« 170 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.