Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 175 / 248 »»
[1] LAZARUS zei: 'Ja, begrepen heb ik het in ieder geval wel! Eerlijk gezegd: de hele geschiedenis van de mensheid ziet er nu niet bepaald vrolijk uit! In feite zijn de mensen er toch merendeels niet zelfschuldig aan dat zij zo slecht zijn, maar veeleer de omstandigheden waaronder zij verwekt, geboren en opgevoed zijn. Dan lijkt ieder gericht toch wel een erg eigenmachtige en tirannieke daad van de kant van Degene die de macht heeft de mensen te richten.
[2] Men zegt weliswaar: God doet ieder mens de juiste kennis van waar en onwaar en van goed en kwaad toekomen; maar wanneer gebeurt dat? Volgens mijn ervaring vaak pas dan, wanneer de mens reeds zo vast zit in alles wat verkeerd en kwaad is, dat geen enkele ware leer hem ooit meer kan helpen. Wanneer de mensen ettelijke honderden jaren zonder enige voelbare goddelijke invloed gebleven zijn, gaan zij God noodzakelijkerwijs steeds meer vergeten en maken dan eigen wetten en levensvoorschriften, waardoor ondanks heel strenge navolging het geluk van de mensen niet tot stand gebracht kan worden. Zodra de mensheid dan tenslotte helemaal verdierlijkt is, komen er, aanvankelijk slechts kleine, openbaringen door geroepen mensen. En werpen die geen vruchten af, dan volgen er pas grotere. En hebben ook die geen uitwerking, dan volgt er al een strafgericht. Heer, waarom dat nu eigenlijk zo moet zijn, begrijp ik zelf nog lang niet!
[3] Van Adam tot Noach, en vooral bij de nakomelingen van Kaïn, was er van bijzondere openbaringen vrijwel geen sprake meer. Ten tijde van Noach gebeurden er wel allerlei tekenen en openbaringen, maar te laat, omdat het volk, vooral dat uit het dal, al helemaal duivels was. Het volk trok zich daar toen natuurlijk niets meer van aan en leefde in zijn roes verder; maar daarna kwam dan ook meteen een verschrikkelijk gericht.
[4] Daarna duurde het tot Abraham, gedurende welke lange tijd er vrijwel geen openbaring plaatsvond. Met Abraham begon de goddelijke openbaring weer; maar spoedig daarna volgde dan ook het gericht over Sodom en Gomorra en de omliggende tien steden.
[5] Via Abraham, Izaak en Jacob ging het toen weer verder tot Mozes. In de tijd van deze profeet vond voor de mensen iets buitengewoons vanuit de hemelen plaats. Zij kregen voor de eerste maal bepaalde wetten waar zij hun leven naar moesten richten; maar het gericht was dan ook buitengewoon. De Egyptenaren moesten met vele honderdduizenden in het stofbijten, en de bevrijde Israëlieten verging het daarna volle veertig jaar in de woestijn niet zo heel veel beter. Zij allen, Egyptenaren en Israëlieten, hadden immers te lang geen enkele speciale openbaring meer meegemaakt en werden lauwer en lauwer. Het eerdere geloof, dat vitaler was, werd een lui en traditioneel geloof, en dat is niet veel beter dan helemaal geen geloof. Maar zoals het geloof is, zo gaat het ook met het houden van de daarbij behorende leefregels!
[6] Blijven openbaringen nog langer uit, dan verliezen de mensen totaal hun geloof in een ware God, gaan dan naar eigen goeddunken goden maken, en vervallen daardoor tot complete afgoderij. Kan men hun dat echter, puur verstandelijk gesproken, als eigen schuld aanrekenen? Naar mijn mening, die meestal heel redelijk en menselijk is, echt niet!
[7] Tijdens de richteren en later ook onder enkele koningen zijn er bij ons, joden, wel steeds profeten opgewekt, -maar altijd pas nadat de mensen zich eerst al behoorlijk aan doodzonden hadden schuldig gemaakt; en dan kwam er ook altijd meteen een gericht dat de zondaars vernietigde.
[8] O Heer, nu bent U er Zelf. De mensen krijgen nu toch wel de allergrootste openbaring, maar het gericht zal ook niet lang op zich laten wachten. Over slechts een paar honderd jaar zullen de mensen, als hun niet nogmaals een openbaring gegeven wordt, zelfs wat Uw leer betreft geen haar beter zijn dan nu de tempeldienaren daar beneden! De bekeerde heidenen zullen weer heidenen worden, en de joden nog slechter dan zij nu zijn, en zo zal het nooit helemaal licht en goed op deze aarde worden. Daarom vind ik dat duidelijke openbaringen van Uw goddelijkheid van nu af aan niet zolang achterwege moeten blijven, omdat anders de nakomelingen, die bij deze huidige openbaring niet aanwezig kunnen zijn, zonder hun schuld weer in de oude duisternis moeten verzinken.
[9] De Filistijnen zijn vanwege hun goddeloosheid verdelgd en vernietigd en hebben, zover ik weet, nooit een openbaring gekregen; zo ook de oude Phoeniciërs, en ook de Trojanen, de Babyloniërs, de Ninevieten en nog andere volkeren die, zover mij bekend is ook nooit een speciale openbaring hebben gekregen
[10] Wat is dan toch de reden van dit ongunstig gezinde spel met de mensen van deze aarde? Kijk, geen enkel mens kan er wat aan doen dat hij bestaat! Maar als hij eenmaal volgens Uw almachtige wil bestaat, dan is hij ook al vanaf de wieg tot aan zijn graf compleet ongelukkig en moet hij zich het ene gericht na het andere laten welgevallen. Waarom is dat toch zo?'
«« 175 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.