Over het tweede en derde gezicht

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 191 / 248 »»
[1] DE ROMEIN bedankte Mij hartelijk voor deze raad en ging weer naar de engel en zei tegen hem: 'M'n beste engelgeest, ik ben je weliswaar erg erkentelijk voor alle wijze woorden die je tegen mij sprak, -maar wij burgers van deze aarde, die aankomende kinderen Gods moeten zijn, respectievelijk moeten worden, kunnen beslist niet overweg met jullie bovenaardse wijsheid! Wat weten wij nu van nog andere aarden in de eindeloze grote ruimte, terwijl wij onze eigen aarde nog lang niet goed genoeg kennen! Wees daarom zo goed om mij eenvoudige bewijzen voor je verklaring te geven, want anders zul je met al je wijsheid bij ons echt niet veel resultaat hebben!'
[2] DE ENGELGEEST zei: 'Je verlangt veel van mij, wat ik je nu wel moet toestaan omdat de Heer het zo wil jouw gezicht is nu in zoverre verruimd, dat je met het oog van je zielons, zuivere geesten, kunt zien, - maar dat is ook alleen maar zo omdat wij ons, uit jullie uitstralende levenssfeer, in zekere zin een substantieel lichaam gevormd hebben.
[3] Zouden wij als pure geesten bij jullie zijn, dan zouden jullie ons ondanks jullie huidige tweede gezicht toch niet zien. Wanneer jullie echter eens zuiver geestelijk zult kunnen zien - wat jullie het derde gezicht of het geestelijk gezicht kunnen noemen -, dan kunnen jullie' ons wel als zuivere en pure geesten zien. Juist dit derde gezicht is noodzakelijk om net als wij alle andere hemellichamen te kunnen zien, die overeenkomstig in miniatuur ook in jou aanwezig zijn, maar niet doorjouw ziel opgemerkt kunnen worden alvorens zij met de geest uit God een wordt.
[4] Met toestemming van de Heer kunnen wij echter bij jullie mensen ook voor korte tijd maken dat jullie geest helemaal ontwaakt en dus in de verrukking van het derde en daarmee hoogste en zuiverste gezicht verplaatst wordt.
[5] Ik zal jullie dan eerst tussen de maan en deze aarde plaatsen, dan kunnen jullie zien dat deze aarde ook maar een bol is, net zoals jullie met jullie lichamelijke ogen de maan en de zon zien. Dan zal ik jullie helemaal op de maan, vervolgens op de zon en daarna pas op verschillende werelden en aarden brengen. - Zijn jullie het met mijn voorstel eens?'
[6] DE ROMEIN zei: 'Zeker, maar het zal toch niet al te veel tijd gaan kosten? Want als die sterren niets dan werelden zijn, groter dan deze aarde, dan moeten zij welontzettend ver van deze aarde af staan, omdat zij er zo klein uitzien, en dan spreekt het wel vanzelf dat een geestelijke reis daarheen, ook al gaat die nog zo snel, toch wel eens niet zo erg kort zou kunnen duren.'
[7] DE ENGEL zei: 'Voor een zuivere geest bestaat er tijd noch ruimte. Hier en eindeloos ver van hier is één en hetzelfde, en 'nu' en 'voor aeonen jaren' is ook één en hetzelfde. Daarom kunnen jullie in zuiver geestelijke toestand ook in één moment meer zien en meemaken dan je lichamelijk amper in enige duizenden jaren langs de weg van mondeling onderricht slechts vaag te weten kunt kommen, waarvoor natuurlijk de levenstijd van de mens op aarde veel te kort is. Dat heeft ook nog het grote voordeel dat de ziel bij ons dan ook in een ogenblik veel meer en zuiverder leert en ondervindt, dan waartoe zij hier op aarde in reeks van jaren in staat zou zijn. Want als een ziel zich ook maar enigermate in haar lichaam zelfstandig heeft gemaakt, is het voor haar een groot levensvoordeel als haar dat zware en lijdende lichaam wordt afgenomen, en zij dan in ons gezelschap komt en door ons volledig levend het ware levensonderricht doormaakt.
[8] Maar let nu allemaal op, want ik zal jullie nu meteen vrij maken in jullie geest, die het eigenlijke liefdeleven uit God is, en waardoor jullie ook kinderen van God zijn, of toch heel zeker kunt worden als je naar de wil van God zo zult leven zoals dit jullie heel omstandig wordt uitgelegd. Het zij zo! Wordt vrij, en zie nu de aan jullie verwante, eeuwige schepping van God!'
[9] Nadat de engel, zoals Ik dat wilde, dit uitriep, vielen allen lichamelijk in slaap, maar konden daarbij toch nog spreken, hoewel zij in deze toestand volledig van al hun zintuigen beroofd waren.
«« 191 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.