Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 242 / 248 »»
[1] (DE HEER:) 'Waar vind je een man, die honderd schapen heeft en als hij er één van verliest niet meteen de negenennegentig in de woestijn achter zal laten en op weg zal gaan naar het verloren schaap en het zo lang zal zoeken tot hij het terugvindt, en, als hij het gevonden heeft, het op zijn schouders neemt van vreugde? En als hij dan thuiskomt, zal hij al zijn buren bij zich uitnodigen en zeggen: 'Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap dat verloren was, teruggevonden en geef een feestmaal! ,
[2] En Ik zeg jullie: Zo zal er ook meer vreugde zijn over één zondaar die verloren was, als hij zich echt verbeterd heeft, dan over negenennegentig rechtvaardigen die nooit boete hoefden te doen! (Luc.15,3-7)
[3] Of welke vrouw, die tien stuivers heeft en één daarvan verliest zal dan niet meteen een licht aansteken, het hele huis op z'n kop zetten en blijven zoeken tot zij de verloren stuiver vindt? En als zij de verloren stuiver teruggevonden heeft, zal zij dan niet haar vriendinnen en buurvrouwen bij elkaar roepen en zeggen: 'Wees blij met mij, want ik heb mijn stuiver gevonden, die ik verloren had!'? .
[4] En Ik zeg: Zo zal er ook in de hemel bij de engelen van God een grote vreugde zijn over één zondaar, die verloren was, maar door ware en ernstige boetedoening zich weer voor de hemel heeft laten vinden! (Luc .18, 8-11)
[5] Luister nu verder naar een beeld dat ook heel veelzeggend is! Er was eens een heel aanzienlijk en buitengewoon rijk man, die twee zoons had. En de jongste zoon ging naar zijn vader en zei tegen hem: 'Geef mij het deel of de waarde van mijn goederen dat mij als erfgenaam toekomt; want ik wil weg en mijn geluk in de wereld beproeven!' De vader verdeelde het goed van de zoons en gaf de jongere zijn deel.
[6] Al gauw daarna verzamelde de jongste al zijn bezittingen en ging weg naar verre landen. Toen hij een plaats vond die hem aanstond, verbraste hij daar al zijn geld. Nadat hij al gauw al zijn bezittingen erdoor gejaagd had, kwam er grote schaarste in dat land en hij begon gebrek te lijden. Daarop ging hij naar een burger van dat land en vroeg hem om werk, en die zond hem op zijn akker om zijn varkens te hoeden. Na echter een paar dagen de varkens gehoed te hebben, kreeg hij erge honger en wilde zijn buik vullen met het draf dat de varkens aten, en niemand gaf het hem.
[7] Omdat hij echter zo'n honger leed en zich, toen de nood het hoogst was, alleen met wortels en gras voedde, kwam hij eindelijk tot zichzelf en zei in gedachten: 'Hoeveel dagloners heeft mijn vader thuis die brood in overvloed hebben en ik verga van de honger! Ik zal echter op weg naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: 'Vader, ik heb gezondigd in de hemel en voor u! Ik ben voortaan niet meer waard dat ik uw zoon heet; maar neem me aan als een van uw minste dagloners!' (Jeremia 3, 12 en Psalm 51, 6)
[8] En zo ging de zoon op weg en reisde naar zijn vader. Op grote afstand zag de vader de zoon al aankomen, en hij had medelijden met hem. Daarom liep hij hem met open armen tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem. De zoon zei echter tegen hem: 'Vader , ik heb in de hemel en voor u gezondigd; ik ben in het vervolg niet meer waard dat ik uw zoon genoemd wordt! ' Maar de vader zei tegen zijn knechten: 'Breng meteen het beste gewaad en doe het hem aan, en geef hem een ring aan zijn vinger en trek hem schoenen aan! En breng een gemest kalf, slacht het en laat ons eten en vrolijk zijn! Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden! Laten we nu dus zingen en vrolijk zijn!'
[9] Maar de oudste zoon was op het veld, en toen hij naar huis kwam, hoorde hij zingen en dansen. En hij riep een van de knechten bij zich en vroeg hem wat dat was. De knecht zei tegen hem: 'Uw broer is gekomen, en uw vader heeft voor hem een gemest kalf geslacht omdat hij zijn verloren zoon weer gezond terug had.' Toen werd de oudste zoon kwaad en wilde niet naar binnen gaan. De vader ging echter naar buiten en vroeg het hem dringend. Maar de oudste zoon zei tegen zijn vader: 'Kijk, ik dien u zoveel jaar en heb nooit uw gebod overtreden, en u heeft mij nooit ook maar een bok gegeven om daarmee met mijn vrienden een keer feest te vieren! Maar nu deze zoon van u gekomen is die zijn bezit met hoeren erdoor heeft gebracht, nu heeft u voor hem een gemest kalf geslacht! 'Mijn zoon, jij bent altijd bij mij', sprak de vader, 'en alles wat van mij is, is ook van jou! Daarom moet ook jij nu vrolijk zijn, want deze broer van je was dood en is weer levend, en hij was verloren en is teruggevonden!' Toen ging ook de oudste broer naar binnen en was erg blij met zijn jongste broer. (Luc.15 ,11-32)
[10] Kijk, deze beelden zeggen jullie alles wat degenen nodig hebben die met hun liefhebbende hart op de Vader in de hemellijken; zij die echter alleen maar wijs zijn, voelen de grote behoefte van de liefde in de Vader niet.
[11] David, de man naar Gods hart, had ook twee zoons die hij bijzonder lief had. Wat zou David, ondanks dat Absalom hem vervolgde en hem met alle middelen trachtte te overwinnen, hebben willen geven aan degene die hem de zo zeer geliefde zoon levend teruggebracht zou hebben! Salomo was wel de wijsheid zelf en steeds bij David, maar Davids liefde en toeneiging ging naar Absalom uit.
[12] O beste mensen, dit beeld zegt oneindig veel! Wat een vreugde zal Davids hart voelen wanneer zijn verloren Absalom hem eens weer levend tegemoet zal komen!
[13] In de liefde ligt nog heel veel verborgen wat geen wijsheid doorgrond heeft; daarom is de Vader als de eeuwige liefde ook groter dan de Zoon, die als Haar licht hier voor jullie staat.
[14] Daarom zeg Ik: Veel is zelfs voor de meest wijze mensen onmogelijk, wat bij God in Zijn liefde toch allemaal mogelijk is! - Geloven jullie dit van Mij?'
[15] LAZARUS zei vol blijdschap: 'Heer, wij danken U heel innig voor deze mededeling; want wie niet met zevenvoudige duisternis van zijn ziel en zijn hele gemoed geslagen is, moet toch wel zonder meer merken wat U daanI1ee aangeduid hebt. Ik in ieder geval heb U heel duidelijk begrepen, en dat zal wel bij velen het geval zijn.'
[16] Ook vrijwel allen die hier aanwezig waren, zeiden dat zij het gesprokene goed begrepen hadden.
«« 242 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.