Het rijpingsproces bij de mens

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 27 / 248 »»
[1] IK zei: 'Je hebt je vraag goed gesteld en het onderwerp heel juist gedefinieerd voor zover een scherpzinnig mens in staat is zoiets te doen; maar toch zeg Ik je dat de oude wijzen eveneens gelijk hebben, en zelfs nog meer dan jij !
[2] Geloof je dan niet dat men in tijd en ruimte en tegelijkertijd zonder tijd en ruimte kan zijn en toch volledig kan bestaan?'
[3] PHILOPOLD zegt: 'Ja, geloven kan men dat wel, vooral als men het uit Uw mond hoort! Maar ik heb al meteen bij het begin van mijn inleidende vraag en mijn verzoek gezegd, dat ik tegen alles wat U gezegd en ook getoond heeft, helemaal geen bezwaar heb; het gaat hier zuiver om het begrijpen. Want een puur, zogenaamd vroom geloof komt mij voor als een totale bespotting van iedere menselijke rede, ieder begrip en ieder denken, welke toch ook beslist door God aan de mensen gegeven werden als een geestelijk licht dat hem de enige mogelijkheid biedt om zichzelf, alle dingen buiten zichzelf en tenslotte zelfs God te leren kennen.
[4] En daarom ben ik er dan ook vast van overtuigd dat een eerlijk mens geen genoegen moet nemen met enkel maar blindelings te geloven wat de een of andere wijze, of een ander buitengewoon begaafd iemand die praktisch in alle sferen en dingen deskundig is, hem heeft gezegd, maar hij moet daarbij tevens zoveel mogelijk navraag doen om een goed begrip te krijgen van de inhoud van zijn geloof'
[5] IK zeg: 'Je hebt alweer volkomen gelijk; alleen kleven daar nog bezwaren aan waar ook volledig rekening mee gehouden moet worden!
[6] Kijk, bij alles in deze wereld en zelfs ook in de geestenwereld behoort een zekere rijpheid, en bij het rijpen hoort een zekere tijd!
[7] Kijk eens in de winter naar een appelboom of een wijnstok! Waar vind je dan een rijpe, zoete vrucht?! Maar dan komt het voorjaar, - licht en warmte van de zon nemen toe, knoppen worden voller en sappiger, vervolgens ontdek je al gauw tere loten en tenslotte bladeren en bloesem. Na korte tijd valt de bloesem af omdat ze voor het bereiken van het hogere doel geen nut meer heeft, en korte tijd later kun je het aanzetten van de groeiende vrucht al waarnemen.
[8] 'Wat is dat nu voor; een vergelijking?!', vraag je jezelf af Kijk, knoppen, het sappiger worden ervan, de eerste loten, bladeren, bloesem en de eerste vruchtzetting komen allemaal overeen met het kinderlijke, vrome geloof van de mens; maar van rijpheid kan daarbij nog geen sprake zijn. Want God is de hoogste orde Zelf en alles wat op de wereld gebeurt, moet zijn tijd hebben, een tijd die overeenkomt met de goddelijke orde.
[9] Het kind stamelt eerst; uit het stamelen vormt zich langzaam maar zeker het spreken. Als de spraak wat meer ontwikkeld is, begint men het kind iets voor te zeggen, en het onthoudt al gauw korte zinnetjes. En wat men het verder zegt, gelooft het vrijwel onvoorwaardelijk; het vraagt nog geen hoe en waarom. Op basis van het gedweeƫ geloof leert het dan veel tot aan het eind van de kinderleeftijd, en op die leeftijd begint het al vaak behoorlijk scherp te denken en de reden van veel van het geleerde en van de opgedane kennis te zoeken; maar het bezit zelf nog te weinig volle, inwendige levenswarmte en lijkt dan precies op de eerste vruchtzetting.
[10] Maar als dan in de volle zomer de volle kracht van het licht en de warmte van de zon komt, krijgt ook de eerste vruchtzetting de innerlijke, alles tot leven brengende warmte. Die veroorzaakt dat de jonge vrucht steeds verder groeit en dat de in de nieuwe vrucht binnenstromende sappen indampen. Daardoor wordt de vrucht groter en vult zich met steeds zuiverder sappen en ook het licht kan dan de vrucht geleidelijk aan steeds meer doordringen, en zo gaat dan de vrucht pas rijpen.
[11] Kijk, zo gaat het ook bij de mens! Zolang de innerlijke levenswarmte van zijn liefde haar hoogtepunt niet heeft bereikt en het licht van deze warmte hem niet helemaal doordringt, zal hij ondanks de beste uitleg van buitenaf de innerlijke, geestelijke waarheden moeilijk of uiteindelijk helemaal niet begrijpen; als hij echter als een rijpe druif helemaal door de toenemende innerlijke levenswarmte en haar licht doordrongen wordt, is hij rijp en bezit hij reeds zelf de beste uitleg van al zijn eerdere twijfels.
[12] En omdat jij ook al tamelijk rijp begint te worden, kan men je wel wat meer licht en warmte geven uit de grote genadezon die alle hemelen en haar bewoners, evenals ook alle stoffelijke werelden en wat daarin, daarop en daarboven leeft en ademt, leven en bestaan verschaft. Let dus op!'
«« 27 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.