De leerlingen en de strenge tollenaar

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 82 / 248 »»
[1] Toen stonden er enkele van de oude leerlingen op, gingen naar de stad en vonden al gauw een bakkerswinkel en kochten voor tien penningen brood en voor vier penningen gebraden vis. Toen zij met deze inkopen de stad uitgingen ontmoetten zij een tollenaar, die hen aanhield en vroeg wie er zoveel brood en vis nodig had.
[2] Maar ZIJ zeiden: 'Onze Heer en Meester wil het zo, en daarom doen wij het ook zo!'
[3] Toen vroeg DE TOLLENAAR verder: 'Wel, wie is dan jullie Heer en Meester, en wat is zijn beroep?'
[4] DE LEERLINGEN antwoordden: 'Ga het bij Hemzelf vragen, -Hij zal het u wel zeggen, als Hij het wil. Maar Hij staat niet meteen iedereen te woord! Daar, een paar honderd pas langs de oever van de rivier, rust Hij met de andere leerlingen. Ga met Hemzelf praten! ,
[5] DE TOLLENAAR zei: 'Waarom zoeken jullie hier geen onderdak in een herberg? Er zijn er immers verscheidene in onze niet zo kleine stad!'
[6] Weer antwoordden DE LEERLINGEN: 'Ga naar Hem, en Hij zal het u zeggen, want wij weten zelfniet wat Hij hier allemaal wil gaan doen!'
[7] Toen zei DE TOLLENAAR: 'Ja, dan moet ik zelf wel bij hem navraag gaan doen wat er met jullie aan de hand is! Want bij ons wordt een strenge orde gehandhaafd, en wij moeten weten welke vreemdeling zich in de buurt van onze stad bevindt.'
[8] Daarop ging de tollenaar met de leerlingen naar Mij toe en toen hij bij ons aankwam, vroeg HIJ direct streng en ernstig als een rechter: 'Wie van u is de Meester en de Heer?'
[9] IK zei: 'Ik ben het! Wat wilt u van Mij en Mijn leerlingen?'
[10] DE TOLLENAAR zei: 'U bent vreemdelingen, en die kunnen wij in de omgeving van onze rijke stad niet dulden als zij niet precies vertellen wie zij zijn en waar zij vandaan komen!'
[11] IK zei: 'Ik ken uw wetten en rechten beter dan u, die als pure tollenaar helemaal geen recht hebt ons te vragen wie wij zijn en waar wij vandaan komen! Kijk, wij bevinden ons nog op meer dan zevenhonderd passen van de poort van de stad, en de plaats die wij nu bezetten is volgens uw gemeentewetten van ouds her reeds bestemd voor vreemdelingen, en dus zijn wij volgens uw eigen wetten hier op deze plaats vrij, en dus ook aan niemand enige uitleg en antwoord verschuldigd! Maar zelf kunt u nu beter vlug naar huis teruggaan anders sterft uw oudste zoon die al zeven jaar ziek is, nog voor u thuis bent!'
[12] Daar keek de tollenaar erg van op. Hij vroeg heel verbaasd aan Mij van wie Ik dat wist. En als Ik dat toch zo precies wist, dan wist Ik misschien ook wel of zijn zoon niet meer te redden was.
[13] IK zei: 'O ja, dat zou Ik wel weten en Ik zou hem zelfs kunnen helpen, -ook dan nog als hij al dood zou zijn; maar dan zou u samen met uw hele huis een sterker geloof in de enige, ware God moeten hebben dan u nu heeft!'
[14] Toen keek DE TOLLENAAR Mij weemoedig en vriendelijk aan en zei: 'Meester en heer, zoals degenen u noemen die bij u zijn! Kijk, ik heb zelf een grote herberg, kom met mij mee met al uw metgezellen, en woon in mijn huis! Niemand van u zal iets tekort komen -ook al wilde u een vol jaar bij mij blijven -,en als u mijn zoon geneest, wil ik u ook goud en zilver geven zoveel u maar ooit zoudt willen hebben; want ik ben zeer rijk aan allerlei aardse goederen en zou voor de genezing van mijn liefste zoon graag meer dan de helft daarvan geven. Wilt u met mij naar mijn huis komen?'
[15] IK zei: ' Als u gelooft, zou het u ook mogelijk zijn iets van de grote macht en heerlijkheid van God waar te nemen! Ga nu alleen naar huis, dan zal Ik later met de Mijnen komen! Want wij willen nu eerst een spaarzaam maal gebruiken omdat wij vandaag de hele dag tijdens de vermoeiende weg niets gegeten hebben. ,
[16] Toen zei DE TOLLENAAR: 'Maar Heer en Meester! In mijn huis zult u allen beslist beter bediend worden dan met deze paar broden en vissen; wat u voor deze broden betaald heeft, wil ik u duizendvoudig vergoeden!'
[17] IK zei: 'Ga nu naar huis, omdat Ik dat zo wil, en uw zoon zal leven! Wij zullen echter over een uur volgen.'
«« 82 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.