De opvoeding van de mensheid

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 215 / 229 »»
[1] (De Heer): 'Nu zei de hoge raadsheer weer: 'Maar waarom zou het dan met name voor de hogepriesters schadelijk zijn, wanneer ze door de almacht en de wijsheid van jouw God gedwongen zouden worden, althans voor enkele jaren, de afgoderij te laten vallen en het volk de waarheid te onderwijzen? Mochten ze dan, als Gods almacht hen weer vrijlaat, opnieuw tot de oude afgoderij terug willen keren, dan zou het verlichte volk hen zeker zodanig terechtwijzen, dat ze zich nooit meer met die oude afgoderij zouden inlaten! Heb ik gelijk of niet?'
[2] Ik zei: ' Als dat raadzaam zou zijn en heilzaam voor de mensen, zou God de priesters niet nodig hebben, maar zou Hij ook de bomen en de stenen kunnen laten spreken, wat nog meer teweeg zou brengen bij het volk. Maar in beide gevallen zou dat niet alleen geen nut hebben voor de vrije wil van de mensen, maar het zou de vrije ontwikkeling van het innerlijke zelfstandige leven van de ziel alleen maar schaden; want als opeens al jullie priesters voor het nu nog grotendeels bijgelovige volk, dat zijn overtuigingen op onwaarheden baseert, luidkeels zouden beginnen te prediken tegen de oude goden en afgodsbeelden, zou het volk hen voor vijanden van hun oude goden aanzien, hen grijpen en wurgen. Maar wanneer bomen en stenen het volk zouden onderwijzen, zou daardoor een enorme dwang uitgeoefend worden op hun bewustzijn en hun wil en dan zou het volk ook al gauw alle afgodsbeelden en hun priesters te lijf gaan en hen vernietigen.
[3] Zeg nu zelf wie daar mee geholpen zou zijn! Het volk niet; dat zou dan een onvrij en geheel en al opgedrongen geloof, bewustzijn en wil hebben, waardoor hun zielen evenmin vrij zouden kunnen worden als door hun oude bijgeloof, dat nu toch al bij velen onder jullie zeer doorzichtig is geworden als gevolg van het eigen onderzoeken en denken.
[4] Een geloof dat de mensen door wonderen is opgedrongen, zou -zoals zojuist besproken -geen zin hebben, omdat het evenals het oude een bijgeloof zou zijn, en voor de priesters zou het evenmin nut hebben en voor jullie ook niet. Of kun jij bewijzen, dat je werkelijk een wijze bent als je alleen de vragen die je jezelf stelt, beantwoordt?
[5] Wanneer Ik nu bijvoorbeeld de zuilen in dit paleis zou doen spreken, en hun dan allerlei uiterst diepzinnige en wijze vragen zou stellen, waarop de zuilen Mij dan zulke wijze en ware antwoorden zouden geven als aan geen mens ter wereld en ook aan geen engelengeest in de hemel mogelijk zou zijn, wat zou jij daar dan op zeggen?'
[6] De hoge raadsheer zei: 'Enerzijds zou dat wel heel wonderbaarlijk zijn; maar de zuilen zouden uiteindelijk toch alleen maar in overeenstemming met uw wil en volgens uw inzicht die wijze antwoorden kunnen geven, en dat zou dan eigenlijk hetzelfde zijn als wanneer u zichzelf vragen zou stellen en die dan zou beantwoorden.'
[7] Ik zei: 'Dat heb je heel goed gezien en goed beantwoord. En zie, precies hetzelfde zou het ook zijn wanneer God de levensorde, die Hij ooit voor eeuwig bepaald heeft, de mens door Zijn almachtige wil zou inprenten. Dan zou God Zelf willen en handelen in de mens! Maar als het zo zou gaan, wat zou er dan terechtkomen van het volkomen vrije zelfstandige leven van de mens ?
[8] Maar God heeft de mensen niet geschapen als zogenaamde speelpoppen voor Zichzelf, maar als volledig aan Hem gelijke evenbeelden, die Hij uit Zichzelf in het leven heeft geroepen, niet als schepselen van Zijn almachtige willekeur, maar als ware kinderen van Zijn eeuwige vaderliefde; en Hij heeft hun de geheel aan Hem gelijke creatieve eigenschap geschonken om zich volkomen vrij vanuit de eigen levenskracht zelf volgens de eigen totaal vrije wil te ontwikkelen tot zij helemaal aan God gelijk zijn. En zie, daarom mag bij de ontwikkeling van de mensen hun vrije wil door geen enkele goddelijke dwang worden geremd, maar men moet hen zelfs onder de kwalijkste omstandigheden hun volkomen vrije wil laten behouden, zelfs ook wanneer dat Mijzelf Mijn aardse leven aan het kruis zou kosten!
[9] Zie, zo veel liefde heeft de goddelijke wijsheid voor de mensen, die ze ooit als haar kinderen in deze wereld heeft geplaatst ter beproeving van de volstrekt vrije wil, die hun werd gegeven. Begrijp dat daarom goed en stel verder geen zinloze vragen aan Mij; want God heeft uit Zichzelf voor eeuwig een orde bepaald en daar zal het ook eeuwig bij blijven! En laten we nu over iets anders praten, als jullie dat willen!
[10] Hier zei Cyrenius: 'Maar, mijn Heer en Meester in alle dingen, U bent daar toch niet boos om? We zijn zoals we zijn: nog sterk aardse mensen die traag van begrip zijn en daarom vragen we U om geduld.'
[11] Jozef zei nu: 'Dat duurt bij hem nooit zo lang! Het is nu verstandiger hem met rust te laten; want hij heeft nu werkelijk wel heel veel gepraat en gesproken. En als hij eenmaal zo optreedt, is het maar het beste hem te laten gaan en te doen wat hij heeft aangeraden. Daar kan ik, als het ware zijn vader, ook niets aan doen. Opeens wordt hij dan stil en laat ons praten wat we willen. Laat hem daarom, eerbiedwaardige vrienden en beschermheren, maar een tijdje met rust; dan zal hij zelf wel weer met iets komen!'
[12] Cyrenius zei tegen Jozef: 'Maar zeg me toch of Hij Zichzelf ooit wel eens heeft tegengesproken?'
[13] Jozef zei: 'Nog nooit! Wat hij eenmaal zegt, dat is zo goed als voor de hele eeuwigheid gezegd, en dat vaak bij de kleinste en onbeduidendste dingen! Dat kan ik geheel naar waarheid getuigen.'
[14] Cyrenius zei daarop: 'Ja, dan is het inderdaad maar verstandiger ons zo te gedragen als Hij dat wenst; want Zijn innerlijk is vervuld van Gods geest en wat Hij wil, gebeurt. Wij, zwakke mensen, kunnen dan maar beter geen gevecht met Hem aangaan, waar ik twintig jaar geleden al van overtuigd was. Maar nu is het de vraag over wat voor andere dingen we nu dan nog zullen praten, omdat Hij toch het meest denkwaardige fenomeen van deze tijd is, zoals ook van alle andere tijden en dat ook tot aan het einde van de wereld zal blijven."
«« 215 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.