De misdadige tempelverordeningen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 8 / 229 »»
[1] Toen allen dat oordeel hadden gehoord, bleven zij staan en Agricola vroeg eerst aan de overste: 'Wat heeft deze man misdaan dat jullie hem ter dood veroordelen?'
[2] De overste zei zeer verlegen: 'Hij heeft het gistermiddag schaamteloos gewaagd, zich aan de heilige toonbroden te vergrijpen en er zelfs van te eten, wat alleen maar de hogepriester ongestraft kan doen tijdens gebed en psalmgezang. Men greep hem tijdens de brutale daad en veroordeelde hem volgens de wet tot de verdiende dood en dan is een verder verhoor niet nodig, omdat de daad zelf het grootste bewijs is voor de schuld van de misdadiger.'
[3] Agricola zei: 'Zo, dat is een heel prijzenswaardige rechtspraak! Moet er dan niet volgens onze wetten bij iedere misdadiger in de eerste plaats op gelet worden in hoeverre hij bij een bepaald misdrijftoerekeningsvatbaar is?! Wanneer een onnozel mens een nog zo grote misdaad begaat, die voor een meer intelligent mens volgens de wet zeker de doodstraf zou betekenen, dan moet degene die aantoonbaar dom is, opgesloten worden, zodat hij in het vervolg geen gevaar meer betekent voor de menselijke samenleving. Als hij zijn leven heeft gebeterd, moet hij worden vrijgelaten en als dat niet volledig het geval is, als galeislaaf worden gebruikt om zo voor zijn zonden te boeten en daarbij toch nog enig nut te hebben voor de mensen.
[4] Verder moet er bij een misdrijf ook op worden gelet, door welke omstandigheden iemand soms zonder het te willen tot een misdaad werd gedreven, want de omstandigheden kunnen de misdaad in belangrijke mate verzachten. Het maakt beslist een groot verschil of iemand van het dak valt en daardoor iemand doodt die zich toevallig onder dat dak bevindt, of dat iemand opzettelijk een mens doodt. En tussen deze beide extremen vindt men nog veel bijkomende omstandigheden, die iedere rechtvaardige rechter goed ter harte moet nemen, omdat ze een en hetzelfde misdrijf kunnen verzachten of verzwaren.
[5] Als er bijvoorbeeld iemand bij je zou komen met de aanklacht: 'Door deze persoon is mijn broer gedood', en jij hem dan meteen ter dood zou veroordelen zonder de aangeklaagde persoon verder te ondervragen, zou je wel een slechte rechter zijn! Is in onze wet niet uitdrukkelijk aan iedere rechter ten strengste opgedragen om vóór alles heel precies inlichtingen in te winnen over het 'Cur, quomodo, quando et quibus auxiliis'*, (* waarom, hoe, wanneer en onder welke omstandigheden? ) en dan pas te oordelen?! Hebben jullie dat bij deze misdadiger gedaan?'
[6] De overste zei: 'Wij hebben in de tempel geen Romeinse, maar alleen de Mozaïsche wet en die luidt heel anders!'
[7] Agricola zei: 'Zo? Als Mozes zulke juridische voorschriften gaf als jullie in je tempel in acht nemen, dan moet jullie Mozes de domste en wreedste wetgever geweest zijn, waarbij vergeleken wij, Romeinen zuivere goden zouden zijn! Maar ik ken de milde wetten van Mozes maar al te goed en wij hebben onze staatswetten merendeels naar zijn voorbeeld vormgegeven. En jullie tempeldienaren zijn voor God en voor alle mensen de misdadigste leugenaars, als je tegenover mij wilt volhouden dat de vreselijk domme, tirannieke, wrede tempelvoorschriften door Mozes zijn opgesteld! Het zijn jullie voorschriften, die jullie eigenmachtig en goddeloos, volkomen zin en gewetenloos hebben opgesteld en jullie kwellen het arme volk nu geheel naar eigen willekeur volgens die afschuwelijke wetten! Kunnen jullie zoiets aanvaarden als een wet die door een zeer wijze God geheiligd is?'
[8] De overste zei: 'Ik heb de tempelwetten toch niet gemaakt! Ze zijn er nu eenmaal en wij hebben ons er aan te houden, of ze nu van Mozes of van iemand anders afkomstig zijn!'
[9] Agricola zei: 'Best, wij Romeinen zullen zo'n misbruik wel recht weten te zetten! Maar nu zeggen we: 'Audiatur et altera pars!'**'(** men moet ook de andere partij aanhoren! )
[10] Vervolgens wendde hij (Agricola) zich met een vriendelijker gezicht tot de misdadiger: 'Vertel jij me nu geheel naar waarheid wat je hebt misdaan! Ontken niets, maar beken alles, want ik kan je redden, maar ook doden als je misdaad op een of andere manier de dood heeft verdiend!'
«« 8 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.