Over het leven aan gene zijde (24.2.1861)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 106 / 220 »»
[1] Agricola zei: 'Ja, Heer en Meester, nu is alles mij inderdaad duidelijk geworden, en wij danken U allemaal uit het diepst van ons hart voor deze les, die U ons zo liefdevol en genadig hebt gegeven!'
[2] Toen de Romein deze dank had uitgesproken, begon het in het oosten al goudachtig licht te worden, en de natuur kwam volop tot leven. De vogels begonnen ieder op hun eigen wijze hun lied aan te heffen, de frisse ochtendwinden begonnen krachtiger te waaien en de mooie watervlakte van de niet onaanzienlijke vijver begon op en neer te golven, alsof ze plezier had in de liefkozingen van de ochtendwind. Zo kwam ook het gras tot leven en de ochtendwind waaide ook de blauwe en nevelige rook uit de schoorstenen van de huizen uiteen tot allerlei bijzondere vormen en draaiingen in de lucht, en zo leverde dat een echt mooi en opgewekt, levendig ochtendtafereel op.
[3] Toen wij die ochtendtaferelen allemaal met heel veel genoegen en blijdschap een tijdlang bekeken en het steeds lichter en lichter werd, kwam er een grote groep tortelduiven uit het oosten aangevlogen, die ook rond de vijver neerstreken en water dronken.
[4] Dat beviel de Romeinen en onze Marcus dacht en zei: 'Heer en Meester, kijk, als er rond deze tijd grote groepen van dat soort vogels uit het oosten komen, zou dat voor onze soms zeker niet onbekwame wichelaars een vroege winter, hoewel van korte duur, aanduiden; maar in de maand januari zou er dan al een bestendig voorjaar komen. Welnu, dat is al verscheidene keren juist gebleken en vaker wel dan niet; maar U als Heer van de gehele natuur zult ons daar beslist iets beters over kunnen zeggen, en dat zou ook goed voor ons zijn, zodat wij thuis op grond van ware kennis menige misvatting kunnen bestrijden en alleen de zuivere waarheid daarvoor in de plaats kunnen stellen. -Wat vindt U van hetgeen ik U over de betekenis van deze vogelvlucht aangaf?'
[5] Ik zei: 'Daaraan, vriend, zullen wij niet veel woorden verspillen! Al dergelijke duidingen van tekens zijn weliswaar van oude ervaringen afgeleid, en zo hier en daar kan er nog wel iets waarschijnlijks aan kleven; maar reeds bij de Grieken en in het bijzonder bij jullie Romeinen zijn ze door allerlei fantastische toevoegingen al dermate misvormd, dat er nu bijna geen woord meer van waar is.
[6] Maar hier betekent de vlucht van die tortelduiven niets anders dan dat de duiven 's morgens gewoonlijk met meerdere tegelijk naar deze vijver vliegen om daar water te drinken, zodat ze dan meer kracht krijgen om rond te vliegen; want zonder water zou geen vogel uiteindelijk meer kunnen vliegen.
[7] Maar waarom iedere vogel water nodig heeft om te vliegen, kunnen jullie nu nog lang niet begrijpen; maar de mensen in de komende tijden zullen geleidelijk aan ook achter zulke geheimen komen. Kijk, nu hebben deze vogels hun dorst gelest en verheffen zich en vliegen meestal weer naar waar ze vandaan zijn gekomen! Laat ze maar vliegen!'
[8] T oen Marcus dat van Mij gehoord had, vroeg hij niet meer naar de betekenis van tekens en keek weer welgemoed naar de taferelen van de mooie morgen.
[9] Toen wij allemaal zo heel opgewekt de mooie ochtendtaferelen bekeken, die nog aan levendigheid wonnen doordat de herders hun dieren naar de weideplaatsen dreven en andere mensen naar hun werk op het veld gingen, begonnen er zich aan de horizon een aantal zogenaamde schapenwolkjes te vormen die, fel verlicht door het licht van de zon, die al bijna opkwam, een buitengewoon mooie aanblik opleverden.
[10] Toen zei de Romein Marcus: 'Heer en Meester, werkelijk, deze ochtend is zo mooi dat ik mij niet kan herinneren ooit een mooiere gezien te hebben! Men zou bijna wel kunnen zeggen: in Uw echte hemelen kan het er ook niet mooier en heerlijker uitzien! ,
[11] Ik zei: 'O Mijn vriend, jij bent nu wel heel blij en enthousiast in je ziel en maakt een vergelijking met de ware, eeuwige hemel, door die met deze vergankelijke ochtendpracht gelijk te stellen; en dat is je zeer wel te vergeven omdat je je op deze aarde niet de allerminste voorstelling kunt maken van de eindeloze, onvergankelijke schoonheid en heerlijkheid van Gods hemelen! Als Ik je nu voor maar één ogenblik in de geest daarin zou verplaatsen, zou je niet meer op deze aarde kunnen leven, want de onbeschrijfelijk grote schoonheid van de hemelen, het licht, de vriendelijkheid en het hoogste gevoel van welbehagen van het leven zouden jouw vlees in één ogenblik vernietigen en de zintuigen van je ziel dermate verzwakken en verdoven, dat zijzelf zou neervallen en lange tijd als het ware dood en volkomen bewusteloos zou blijven liggen. Ik zou haar dan de herinnering aan wat ze gezien en ervaren had volledig moeten ontnemen, anders zou een bestaan waar dan ook buiten de hemelen absoluut niet meer mogelijk zijn. Maar daarom moet iedere zielook stap voor stap geleid en gestuurd worden en moet ze puur en zuiver worden als het zuiverste goud, zodat ze dan in staat is om de eindeloze vreugden van Gods hemelen binnen te gaan.
[12] Kijk, het licht van de aardse zon is ten opzichte van het licht van de hemelen werkelijk als een totale duisternis en toch kun je er met de ogen van je lichaam niet recht inkijken; als je dat maar een half uur zou doen, zou je blind worden. Wat zou jouw oog, dat niet gewend is om in het hoogste licht te kijken en er niet voor ingericht is, dan doen bij de aanblik van het hoogste en machtigste licht, als het door Mij toegelaten zou worden om dat waar te nemen?
[13] Daarom, Mijn beste vriend, is jouw vreugdevolle opwinding bij het aanschouwen van deze mooie en heldere morgen wel heel goed en iemand die op dezelfde manier voelt als jij, heeft beslist een goed hart en is over het algemeen reeds als beter en edeler te beschouwen -maar te denken dat de hemelen Gods maar nauwelijks iets heerlijkers te bieden hebben dan deze heerlijke ochtend, dat zou een grote vergissing zijn! Maar verder ben Ik heel tevreden met hoe jij dat voelt.'
[14] Daarop zei Marcus: 'Heer en Meester, toen we de eerste dagen na onze aankomst op de Olijfberg bij U waren, hebt U ons gedurende enkele ogenblikken de scharen van talloos vele engelen laten zien, die in een soort lichtende lucht zweefden en door elkaar bewogen en van U getuigden. Was dat nog niet de eigenlijke hemel?'
[15] Ik zei: 'O ja, vriend! -Maar net zo verhuld en bedekt als de aartsengel Rafaël zich aan jullie vertoont. Als je hem in zijn zuiver hemelse glorie en schoonheid zou kunnen aanschouwen, zou dat jouw lichaam ogenblikkelijk doden en je ziel voor lange tijd verdoven. Daarom is zijn innerlijke wezen met een soort lichamelijke kleed omhuld, opdat degenen met wie hij in Mijn naam omgaat en spreekt zijn persoonlijke aanwezigheid kunnen verdragen. Daarom heb Ik jullie ook gezegd dat geen menselijk oog ooit aanschouwd heeft, geen oor gehoord en geen menselijk zintuig ooit gevoeld heeft, wat voor vreugden en zaligheden God in de hemelen bereid heeft voor degenen die Hem boven alles waarachtig liefhebben.
[16] Kijk, omdat jullie lichamelijk heel dicht bij Mij zijn en ook geestelijk, door jullie geloof in Mij en door jullie liefde voor Mij, bevinden jullie je nu allemaal weliswaar in de allerhoogste en meest volmaakte hemel, maar van de aanblik daarvan mogen jullie toch niets gewaar worden, omdat een dergelijke gewaarwording jullie lichamen zou doden zolang jullie nog niet geheel en al in de geest zijn wedergeboren! Maar wanneer jullie geheel en al in de geest wedergeboren zullen zijn, zullen jullie ook de aanblik van de hemel beginnen waar te nemen, die uit jullie geest zal voortkomen zoals een boom uit de kiem van een zaadkorrel, beginnen waar te nemen. -Maar nu zal onze zon direct boven de horizon oprijzen en daar zullen we dan ook heel oplettend naar kijken!'
[17] Toen Ik dit gesprek over de aanblik van de hemel beëindigd had, steeg ook de zon in volle majesteit op boven de verre horizon, terwijl ze reeds een half uur tevoren de hoge toppen van de bergen met haar stralen verguld had. Wij keken zolang rustig naar de prachtige zonsopgang tot de hele zon boven de horizon stond en haar stralen ook de dalen begonnen te verlichten.
«« 106 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.