Het doel van de bergen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 107 / 220 »»
[1] Nu vroeg Marcus Mij nog eens: 'Heer en Meester, is het ook niet merkwaardig dat de hoogste bergen, waarvan de ronde en spitse toppen in het algemeen een uur eerder door de zon beschenen worden en dus ook een langere dag hebben dan de dalen, met eeuwige sneeuwen ijs bedekt zijn, terwijl het in de dalen en vlakten warm en in de zomer dikwijls onverdraaglijk heet wordt? Bij ons in Europa, in het westen van ons rijk, bestaan alpen die geen menselijk oog ooit zonder sneeuwen ijs gezien heeft, terwijl het in de vlakten en in de vele dalen tussen de hoge alpen heel warm is; ja zelfs in ons Sicilië hebben we een berg, die van binnen ook nog vol vuur zit, dat moet wel, want op vele plaatsen rookt en dampt hij gedurig, en toch is zijn hoogste top voortdurend met sneeuw bedekt. Welnu, wat is daar nu de reden van?'
[2] Ik zei: 'Ook al vertel Ik je de ware reden, dan zou je die toch niet begrijpen; maar omdat je het Mij nu eenmaal gevraagd hebt, moet Ik je wel een antwoord geven.
[3] Kijk, als je een stuk metaal en tegelijkertijd en stuk zacht hout in de zon legt, zul je al na een paar uur het metaal zo sterk verwarmd hebben, datje er met je hand nauwelijks aan kunt voelen, maar bij het zachte hout zul je nauwelijks enige warmte kunnen waarnemen.
[4] Wanneer je bijvoorbeeld de zwarte en stenige oevers van de Dode Zee rond het middaguur voelt, zul je merken dat die vrijwel gloeiend heet zijn; en als je daarna het water voelt, dan zul je dat vergeleken bij de oevers koud vinden. Dan zou je ook kunnen vragen: 'Ja, Heer en Meester, hoe kan dat eigenlijk? Waarom wordt het metaal en het zwarte gesteente zo sterk door de zonnestralen verwarmd, terwijl er in diezelfde tijd bij het zachte hout en met name het water van een bijzondere verwarming nog bijna niets te bespeuren is?'
[5] Daarop kan Ik je, omdat jou de voorbereidende kennis nog ontbreekt, alleen maar zeggen dat compacte lichamen veel geschikter zijn om warmte uit het licht op te nemen dan de minder compacte. En zo is ook de lucht een lichaam, dat in zichzelf de eigenschap heeft dat het laag bij de aarde door de druk van de bovenste, daarop liggende luchtlagen compacter is dan hoog op de bergen; en omdat de lucht laag bij de aarde dus veel compacter is dan hoog op de bergen en alpen, is die dan ook beter te verwarmen dan op grote hoogte. Kijk, dat is de heel gewone, natuurlijke en voor jou nog gemakkelijkst te begrijpen reden waarom het hoog in de bergen, ook al schijnt de zon daar langer, kouder is dan in de diepten en dalen!
[6] Maar er zijn natuurlijk ook nog andere redenen die jij, ook al zou Ik je die noemen, nu niet zou kunnen begrijpen. Maar er zullen nog tijden komen dat de mensen ook de diepere redenen voor dergelijke verschijnselen heel helder zullen ontdekken, berekenen en inzien; maar daarom zullen ze niet dichter bij het rijk Gods zijn dan jullie nu, die als zeer ervaren staatslieden nog lang niet begrijpen wat in die tijd de kinderen al heel goed zullen inzien en begrijpen, maar dergelijke natuurkundigen en wereldse geleerden zullen zich vaak heel ver van het rijk Gods bevinden, en als ze het zullen zoeken in de voor hen onthulde krachten van de natuurlijke wereld, zullen ze het moeilijk of helemaal niet vinden. Zoek daarom bovenal in jullie zelf het ware rijk Gods en zijn gerechtigheid; al het andere zullen jullie op de juiste tijd vanzelf wel als een vrije toegift ontvangen!
[7] Maar het volgende kunnen jullie daarbij als een goed overeenkomend beeld onthouden! De spitse en ronde toppen van de bergen lijken op die wijsgeren, die veel verstandelijk licht hebben, -maar daarbij zeer verwaand, trots en hooghartig zijn en met verachting neerkijken op de niet-geleerde wereld, ja, ze voelen zich zelfs verheven boven de aan hen gelijkwaardige geleerden, die qua positie in het maatschappelijke leven misschien niet op gelijke hoogte met hen staan, ook al overtreffen deze minder hooggeplaatsten hen in vruchtbare geleerdheid.
[8] En kijk, daar zijn die zeer hoge bergen een voortreffelijk beeld van! Hoe hoger een berg is en hoe wijder het uitzicht dat men van zijn hoogste top kan hebben, des te onvruchtbaarder is zo'n berg ook en koud en met sneeuwen ijs bedekt. Niet eens een verkommerd mosplantje zullen jullie bijvoorbeeld op de hoogste top van de Ararat vinden; maar op de veel lagere hoogten daar in de buurt zullen jullie wel allerlei mos en andere rotsplantjes aantreffen, op de nog lagere reeds allerlei soorten gras en alpenkruiden en nog meer naar beneden al struiken en bomen.
[9] En zo is het ook gesteld met al die voorname wijsgeren en natuurkundigen, met name als ze vanwege hun geleerdheid door de staat bovendien nog op een hoge positie geplaatst zijn; zij zijn vol eigendunk, vol hoogmoed, kijken op alles neer, zijn daarom koud en gevoelloos, en hebben geen liefde behalve de starre liefde voor zichzelf en voor hun eigen hoogheid. Maar daarom zijn ze ook, ondanks hun licht, dat geen levenswarmte bevat, volkomen onvruchtbaar en dienen het hoofd van de staat weliswaar als een soort paradepaard, maar praktisch gesproken dienen ze tot weinig of meestal helemaal niets, terwijl de lager geplaatsten wel werken en door de praktisch toegepaste kennis van nut zijn voor de staat, en de nog lager geplaatsten nog meer werken en de staat en de mensen ook ontegenzeglijk van nog veel meer nut zijn.
[10] Zo zijn de hoge bergen in een land weliswaar prachtig om te zien, en de reiziger die hen in het oog krijgt verbaast zich over hun hoogte; maar als men de economische vraag zou stellen welk praktisch nut het land van zijn hoge bergen heeft en welke vruchten ze opleveren, zal het antwoord daarop beslist net zo kaal en mager uitvallen als de hoge bergen zelf zijn.
[11] Daarmee wil ik niet zeggen dat de hoge en hoogste bergen van de aarde volkomen nutteloos en doelloos zouden zijn. Met betrekking tot de hele aarde zijn ze uiterst noodzakelijk, want ze dwingen de atmosferische lucht ertoe om zich samen met de hele aarde in de vaste tijd van dag en nacht om haar middelpunt te draaien, omdat anders vanwege de hevigheid van de permanente luchtstroming geen schepsel zou kunnen bestaan. Want hier, waar wij ons nu bevinden, is de beweging van de aarde om haar as al zo snel, dat wij elk ogenblik ongeveer twee uur van het westen naar het oosten verplaatst worden.
[12] Als de aarde nu helemaal glad zou zijn en geen bergen en heuvels zou hebben, dan zou de lucht die haar omgeeft in zekere zin stilstaan en niet met de aarde mee bewegen; maar dat blijven stilstaan van de lucht zou dan toch nog een voortdurend stromen van de lucht teweeg brengen, dat zelfs de hevigste orkanen verreweg zou overtreffen, waarbij, zoals gezegd, op het oppervlak van de aarde het leven en bestaan van schepselen absoluut onmogelijk zou zijn.
[13] Maar omdat de aarde nu vooral in de buurt van haar middelste gordel, die bijgevolg ook de gordel van de grootste draaiing is en die de latere geologen equator zullen noemen, tevens meestal in wijd uitgestrekte ketens de hoogste bergen bezit, waarvan de toppen ver boven de wolken uitsteken, dwingen die de lucht tot een voortdurend meebewegen om de as van de aarde, en daarom merken jullie niets van die zeer hevige luchtstroming; maar dat de lucht desondanks af en toe in een stroming geraakt, die zoals nu vanmorgen als wind waarneembaar wordt, daarvan heb Ik jullie de oorzaak en de reden van ontstaan al getoond en Ik hoef daar nu niet nog eens over te spreken.
[14] Kijk, dat is dan nu het ene nuttige doel van de hoge bergen, uiteengezet met betrekking tot de gehele aarde! Maar daarnaast hebben de hoge bergen en evenzo hun sneeuwen ijs een aantal andere doelen, die door de latere natuurkundigen ook ontdekt zullen worden; maar voor jullie is het nu nog niet de tijd om in alle geheimen van de natuurlijke wereld ingewijd te worden; en al zou Ik ze jullie vertellen en verklaren, dan zouden jullie ze niet vatten, omdat de nodige voorbereidende kennis jullie daarvoor ontbreekt.
[15] Ik kan jullie alleen nog zeggen dat in en rond de aarde voortdurend onzichtbare krachten stromen, die uiterst noodzakelijk zijn voor het tot leven wekken van de minerale -, de planten en de dierenwereld, waartoe ook de mens behoort wat zijn lichaam betreft, en die krachten worden eveneens geregeld en geleid door de bergen en hun vegetatie, natuur en gesteldheid, vandaar dat de bewoners van de bergen ook altijd gezonder en krachtiger zijn dan de bewoners van de grote vlakten en diepe dalen.
[16] Daarmee ben Ik nu vanmorgen een natuurleraar voor jullie geweest, voorzover dat voor jullie voorlopig nodig is, zodat jullie niet in je oude dwalingen hoeven te blijven; maar wanneer de geest van de volle waarheid en van het leven in jullie één wordt met jullie ziel, dan zal die jullie wel verder in alle wijsheid binnenleiden. -Hebben jullie dat goed begrepen?'
«« 107 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.