De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 14 / 220 »»
[1] Daarop zei Ik: 'Dat heb je zeker wel, en Ik weet ook dat het grotendeels zo zal gaan, maar het maakt niettemin in het geheel niets uit, want in Mijn schepping is er voor de zielen nog een groot aantal schoolgebouwen. Wie het in Jeruzalem niet leert, zal elders onderwezen worden!
[2] Ja, Ik weet en zie, hoe na Mij een groot aantal valse leraren zal opstaan en tot de mensen zal zeggen: 'Zie, hier is Christus!' of 'Daar is Hij!' Maar Ik zeg jullie nu, en zeggen jullie het tegen jullie naasten en kinderen, dat men zulke valse leraren niet moet geloven, want ze zullen gemakkelijk te herkennen zijn aan hun werken!
[3] Hoedanig echter een echte leerling van Mij volgens Mijn woord moet zijn, heb je gisteren in Emmaüs op de berg van Nikodemus gehoord, toen Ik de zeventig leerlingen uitzond om Mijn leer te verbreiden.
[4] Wanneer je dus leraren zult aantreffen, die op die wijze volgens Mijn wil de leer van de komst van het rijk Gods onder de mensen zullen verbreiden, kun jij en iedereen hen als echte en volledig waarachtige leraren beschouwen; waar echter leraren, weliswaar in Mijn naam, uit Mijn leer munt willen slaan, en het hun te doen is om geld en andere schatten, houd hen dan voor valse en nooit door Mij geroepen verbreiders van Mijn leer! Want Mijn ware leerlingen en verbreiders van Mijn zuivere leer zullen in aards opzicht steeds arm zijn, net als Ik, maar daarom in geestelijk opzicht meer dan rijk; want zij zullen het niet nodig hebben om zich Mijn leer en Mijn woorden door tijdrovend leren van een voorganger eigen te maken, maar Ik zal Mijn leer en Mijn wil in hun hart en in hun mond leggen.
[5] Maar de valse leerlingen zullen door het langdurig bestuderen van hun eveneens valse leerstellingen, zich allerlei teksten, woorden en spreuken eigen moeten maken en worden pas wanneer ze alles moeizaam geleerd hebben, door hun opgeblazen en praalzieke leraren en leiders onder allerlei loze en blinde ceremoniën tot leerlingen gewijd, zoals dat nu ook in de tempel gebeurt bij de Farizeeën, schriftgeleerden en oudsten en ook bij jullie, heidenen, waar de priesterstand een heuse kaste vormt die van vader op zoon overgaat, en waarin iemand uit het volk alleen maar opgenomen wordt, wanneer de een of andere priester geen kinderen heeft, en zelfs dan alleen maar als een kind, dat daarna pas tot priester wordt opgevoed.
[6] Hoe derhalve een ware door Mij geroepen leraar en verbreider van Mijn zuivere leer te onderscheiden zal zijn van een valse, dat heb Ik jullie allemaal nu helder uiteengezet, en iedereen zal zich dus gemakkelijk voor de valse leraren en profeten kunnen hoeden; wie hen echter zal aanhangen en hun geloof zal schenken, hen zal eren en hun ook nog in alles behulpzaam zal zijn, die zal het alleen aan zichzelf te wijten hebben als hij vervolgens door hen verslonden wordt.
[7] Ja, het zal zelfs gebeuren dat de valse profeten zich op gouden tronen zullen verheffen en de ware door Mij uitverkorenen en geroepenen in allerijl zullen vervolgen. Wanneer dat echter zal plaatsvinden, dan zal ook hun gericht en hun einde over hen komen, en Mijn leer zal desondanks voortbestaan onder de mensen op aarde; maar zij zal steeds alleen als een vrij bezit onder de mensen in stilte glanzen, stralen en troosten, nooit echter als een heerseres op een heerserstroon met kroon, staf en scepter over hele volkeren gebieden.
[8] Waar dat in Mijn naam het geval zal zijn, ben Ikzelf ver te zoeken, en in plaats van Mijn liefde zullen hebzucht, gierigheid, afgunst en vervolging van allerlei aard onder de mensen huishouden, en het ene bedrog zal het andere de hand reiken. Wanneer jullie zulke vruchten onder de mensen zullen zien, zullen jullie wel gewaarworden wat voor mentaliteit die profeten hebben die op de tronen heersen en van wie hun valse leren afkomstig zijn!
[9] Als je echter altijd het juiste en ware zult kunnen hebben, wanneer je er maar een verlangen naar hebt, zul je je hart toch niet naar het valse toekeren? En zo weten jullie nu, dat ondanks alle valse profeten en leraren die later opstaan, Mijn zuivere leer in stilte en zonder pralend vertoon tot aan het einde der tijden onder de mensen zal voortbestaan.
[10] Dat deze leer van Mij echter pas langzaamaan onder alle volkeren van de aarde verbreid wordt, daarvan heb Ik jullie de redenen al meer dan eens duidelijk laten zien; want Ik weet immers het beste, wanneer een volk rijp is om Mijn leer aan te nemen!
[11] Wat er echter voor een snelle verbreiding van Mijn leer op alle ook maar enigszins rijpe plaatsen op aarde kon gebeuren, dat is ook gebeurd en er zal weldra nog veel meer gebeuren; en daarom kunnen wij dit onderwerp nu ook zonder verdere opmerkingen laten rusten, aangezien wij nog veel belangrijkere dingen te bespreken hebben.'
[12] Nu zei Agricola weer: 'Dat zal ongetwijfeld zo zijn, want U alleen weet het beste wat er op deze ellendige aarde nog allemaal moet gebeuren; maar iemand als wij, die geen blik in de toekomst kan werpen en niet kan zien hoe de dingen zich zullen ontwikkelen, aan wie U alleen maar vergund heeft om zijn aardse leven ter beproeving van de vrije wil volgens Uw leer zo goed mogelijk te doorstaan, en die daarbij nog heel veel hindernissen op de weg van het licht geplaatst ziet, die wordt ondanks alles zo zeer met zorg vervuld dat hij zich afvraagt: 'Wat zal er mettertijd van dat alles worden?'
[13] Zal Uw nu zo heilig zuivere leer tot alle mensen komen, en wanneer? Of zal ze steeds alleen maar een exclusief bezit van weinig uitverkorenen blijven? Volgens de nu door U gesproken woorden schijnt het laatste het geval te zijn! Nu ja, ook goed; want wat voor U, o Heer en Meester, juist is dat moet ook voor ons mensen juist zijn, aangezien wij het zonder U met kunnen veranderen; maar omdat het U behaagd heeft om ons mensen, Uw schepselen, behalve de vrije wil ook een even vrij verstand te geven, hebt u ons daardoor ook een vrij oordeel verleend, en zodoende heb ik dan ook gesproken, zoals ik gesproken heb!
[14] Maar ik heb uit Uw weerwoord begrepen dat U toch wel heel buitengewone plannen en bedoelingen met de mensen hebt, anders zou U niet toelaten, dat er behalve de zuivere leer die U nu heeft gegeven en behalve Uw goed onderwezen leerlingen nog andere, valse opstaan en de mensen weer opnieuw misleid worden en in goddeloze duisternis geraken; zo kan ik evenwel niet meer verder spreken en zal ik mij nu weer helemaal op het luisteren toeleggen.'
[15] Ik zei: 'Vriend, daar zul je goed aan doen! Het is beter te luisteren dan te prediken, zolang men de juiste reden daarvoor nog veel te weinig kent.
[16] Geloof Mij: werelden scheppen is gemakkelijk; maar vrije mensen tot leven te roepen en hen zichzelf te laten vervolmaken, waarbij de goddelijke almacht krachtens de orde van haar liefde en wijsheid moet zwijgen en toezien, dat blijft uiteindelijk ook voor Mij een zaak, die niet gemakkelijk is! Daarbij helpt Mij alleen Mijn onbegrensde geduld en overgrote zachtmoedigheid.
[17] Daarom moeten de mensen door hun hoogsteigen geloof en daden in allerlei goede en slechte situaties geplaatst worden, zodat ze dan door de gevolgen van hun geloof en hun handelen verstandig worden en tenslotte uit eigen wil het juiste licht gaan te zoeken.
[18] Zoals alle schepselen op deze aarde zich materieel ontwikkelen tussen dag en nacht en tussen zomer en winter, zo doet de mens dat ook geestelijk.
[19] Toen de oermensen van deze aarde geestelijk in het heldere daglicht wandelden, was het licht hun tenslotte gewoonweg tot een last geworden; toen echter daarna de geestelijke nacht bij hen zijn intrede deed, begonnen ze pas de waarde van de geestelijke dag te begrijpen en naar waarde te schatten, en de beteren zochten angstvallig het verloren paradijs.
[20] Vervolgens werd het weer weinigen gegeven de geestelijke dag te vinden, en velen renden naar de gelukkigen die de geestelijke dag hadden teruggevonden en lieten zich naar het licht leiden. Maar ook velen, verblind door de wereld, begrepen niet meer wat een geestelijke dag is en bleven in hun nacht, daartoe genoodzaakt door hun eigen traagheid. Dezen genoten dan ook niets van het geluk van een geestelijke dag en bevonden zich in grote nood; die nood was evenwel een goede bewaker voor de gelukkigen, omdat ze wel zagen welke vruchten de mens plukt van zijn geestelijke nacht.
[21] Kijk, zo gebeurt het dan, dat zich naast de verlichten ook steeds niet verlichten zullen bevinden en zullen voortplanten! Maar daarom zal het aan waarlijk verlichte mensen op deze aarde nooit ontbreken, en hun zal steeds de gelegenheid geboden worden om de niet verlichten te verlichten met hun ware levenslicht; en het loon van de verlichten, die dat in Mijn naam zullen doen, zal later groot zijn in Mijn rijk!
[22] Zelf verlicht zijn door Mijn genade is een groots en onschatbaar geluk voor de mens; maar nog duizendmaal waardevoller is het om met zijn levenslicht ook anderen te verlichten die in de duisternis wandelen, dat wil zeggen, wanneer ze het licht willen aannemen. Maar dat zij jullie ook steeds weer opnieuw gezegd: dat jullie de parels van Mijn leer niet voor zwijnen van mensen moeten werpen! Want de mens die eenmaal een echt zwijn is geworden, die blijft ook een zwijn! Want ook al luistert zo'n mens op een goed moment met welgevallen naar een waar en goed woord en neemt hij het ook op, dan gaat hij toch bij de eerstvolgende gelegenheid naar zijn oude poel terug en springt er met welbehagen in, en blijft nog steeds een zwijn. Aan zulke mensen valt dus geen evangelie te verkondigen, en voor dergelijke mensen heb Ik een ander evangelie, dat hun eigen natuur hun zal verkondigen onder veel pijn, gehuil en tandengeknars!
[23] En nu hebben wij weer een belangrijk punt besproken en kunnen we getroost op iets heel anders overgaan. Wie van jullie nog twijfelt over het een of ander, laat die opstaan en spreken; want Ik wil dat jullie morgen goed verlicht deze Olijfberg met Mij zullen verlaten! Daarom staat het nu ieder van jullie vrij om te spreken, zoals zijn verstand hem ingeeft.'
[24] Daarop zeiden de meesten: 'Heer, wij twijfelen helemaal niet meer en zijn daar heel gelukkig mee!'
«« 14 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.