Over de wetten van de Heer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 20 / 220 »»
[1] Nu zeiden allen weer: 'Heer en Meester! Alles, alles is sinds eeuwigheid alleen Uw werk en Uw verdienste! Wij mensen zijn immers in alle opzichten niets vergeleken bij U! Alleen Uw liefde en genade heeft ons het bestaan gegeven en U wilt ons zelfs nog verheffen tot kinderen die aan U gelijk zijn; daarom zijn wij in alles Uw werk, en onze voortreffelijkheid is alleen Uw verdienste! O Heer en Meester, verlaat ons toch nooit; want zonder U zijn wij in het geheel niets! Wat zouden wij uit onszelf weten van al de geestelijke dingen, van U en van Uw almachtige wil? En zoals wij alles alleen aan U te danken hebben, zal ook ons verre nageslacht alles aan U te danken hebben, als zij nog ons inzicht en ons zuivere geloof zullen bezitten. Maar U, o Heer en Meester, zult er wel voor zorgen dat ze niet te ver verwijderd zullen raken van het licht, dat voor ons nu zo helder schijnt!'
[2] Ik zei: 'Evenals tot nu toe, zal dat ook in de toekomst aan de arbeiders op Mijn akkers en in Mijn wijngaarden worden overgelaten; het zal er dan erg op aankomen, hoe zij Mijn wil, die zij goed kennen, hanteren, hetzij juist, hetzij verkeerd. Zorg er daarom voor, dat er na Mijn lichamelijk scheiden van jullie geen ruzies en onenigheden ontstaan; want die zouden werkelijk de moeder van de antichrist op deze aarde worden! Ik zeg jullie dit nu van tevoren, opdat jullie dat voorkomen. Weliswaar zullen jullie het wel voorkomen - of jullie leerlingen dat echter ook zullen doen, is nog een andere vraag, want ook hun vrije wil moet evenals als die van jullie gerespecteerd worden.
[3] Mijn leer geeft jullie de hoogste vrijheid en kan daarom niet worden verkondigd met het zwaard en met de ketenen van de duistere slavernij; want wat de mens de hoogste levensvrijheid kan en zal verschaffen, moet hij ook in alle vrijheid leren kennen en aannemen. Zoals Ik dit allemaal om niet aan jullie heb gegeven, moeten ook jullie het om niet geven aan degenen die het van jullie willen hebben!
[4] Ook heb Ik aan niemand van jullie enige dwang opgelegd, maar in volle vrijheid heb Ik jullie toegeroepen: 'Wie wil, die kome, luister, zie en volg Mij na!' En jullie deden dat vanuit jullie vrije wil. Handel dan voortaan ook zo in Mijn naam, dan zullen jullie de goede weg bewandelen!
[5] Wie daar echter een 'moeten' van zal maken, zal Mijn leerling niet zijn, en op zijn weg zal hij rotsen, klippen en doornen tegenkomen. Nemen jullie allemaal aan Mij een goed en waar voorbeeld! Wat zou het Mij kosten om nu in één ogenblik alle mensen op de hele aarde door Mijn almacht te dwingen Mijn leer aan te nemen en Mijn wil volledig op te volgen, zoals het Mij ook mogelijk is om in één ogenblik voor alle andere schepselen met 'moeten' de weg uit te stippelen, die ze strikt volgens Mijn wil hebben te gaan? Maar geeft hen dat een onafhankelijke zedelijke levensvrijheid die hen gelukkig maakt? Ik zeg jullie: nee, geen enkele!
[6] Want een doffe, zeer beperkte intelligentie met een vonkje van Mijn nadrukkelijke wil, volgens welke ze actief moet zijn, is immers iets heel anders dan een in alle opzichten geheelonbegrensd innerlijk bewust worden, verbonden met een lichtend denkvermogen, een helder verstand en bovendien met de volkomen onbegrensde vrije wil, waaraan Ik nooit Mijn geboden en Mijn vaderlijke raad heb gegeven met een 'gij moet', maar altijd met het vrije 'gij zult'! Want alle geboden die Ik de mensen heb gegeven, waren in feite nooit wetten, maar slechts adviezen, die Mijn eeuwige liefde en wijsheid aan de vrije mensen gaf Van deze adviezen hebben dan de mensen, in de overtuiging Mij daardoor een des te grotere eer te bewijzen, strikt op te volgen wetten gemaakt en het niet houden daarvan gesanctioneerd met tijdelijke en eeuwige straffen.
[7] Mozes zelfheeft er vele aan toegevoegd om de joden een des te dieper ontzag voor Gods geopenbaarde wil in te boezemen, en anderen deden hetzelfde. En de huidige Farizeeën hebben nu het hoogste punt bereikt, niet alleen van de domheid, maar ook van de noodzakelijkerwijs daaruit voortvloeiende slechtheid. Dat het er met het jodendom nu zo onbeschrijfelijk slecht voorstaat, is een onvermijdelijk gevolg van het feit dat de mensen van Mijn in alle vrijheid gegeven adviezen dwingende wetten hebben gemaakt. Hoe is echter een dwingende wet te verenigen met de vrije wil en met het even vrije en door niets begrensde verstand van de mensen?
[8] De vrije wil van de mens zal het helder verlichten van zijn verstand graag en steeds met de grootste dank aannemen als een genade van boven; maar een strenge dwingende wet zal hij in zijn wil en gemoed vervloeken Daarom is ieder mens, die onder een wet van het 'moeten' staat, zo goed als voortdurend gericht en derhalve als het ware vervloekt.
[9] Wie dus de mensen in Mijn naam dwingende wetten geeft, zal hun in plaats van Mijn zegen enkel het harde juk en de zware last van de vloek geven en hen tot nieuwe slaven van de zonde en het gericht maken.
[10] Daarom moet jullie zorg bij het verder verbreiden van Mijn geboden er vooral op gericht zijn, dat jullie daarmee geen nieuw en zwaar te dragen juk op de schouders van de mensen leggen, maar dat jullie hen van het oude juk bevrijden!
[11] Wanneer de mens met een vrij gemoed de lichte waarheid van Mijn leer en Mijn beste vaderlijke wil zal erkennen en inzien, zal hij er met zijn vrije wil zelf wel een vrij 'moeten' van maken en er vrij naar handelen, en dat alleen zal hem tot het ware welzijn van zijn ziel strekken. Maar een aan hem opgelegde dwingende wet zal dat vrijwel nooit of helemaal nooit doen, omdat ten eerste een dwingende wet voor de vrije wil van een mens helemaal in strijd is met Mijn goddelijke orde en zo'n wet de mens alleen maar verduistert en nooit verlicht, en in de tweede plaats omdat zij die de dwingende wetten opleggen zich dadelijk een hogere, alleen aan hen toekomende macht aanmatigen, en weldra trots, hoogmoedig en heerszuchtig worden; aan de als zuiver goddelijk verklaarde bepalingen voegen zij vanuit hun aangematigde goddelijke machtspositie, waarvoor de gelovigen vaak meer moeten sidderen en beven dan voor God Zelf, eigen bepalingen toe als zijnde een goddelijke en aan hen nieuw geopenbaarde wil, en hechten aan het in acht nemen daarvan steeds veel meer belang dan aan het in acht nemen van de zuiver goddelijke geboden.
[12] Daar komen dan duister bijgeloof, afgoderij, haat tegen anders gelovenden, vervolging, moord en de meest rampzalige oorlogen uit voort. De mensen baseren zich daarbij op allerlei duistere onzin, zodat ze tenslotte denken en geloven God een aangename dienst te bewijzen, wanneer ze ten opzichte van hun anders gelovende medemensen de grootste vergrijpen en misdaden begaan. En dat is alleen de schuld van degenen die dwingende wetten opleggen!
[13] Daarom zullen zij dan ook aan gene zijde in de hel, waarvan ze hier ijverige dienaren waren, zeker de voornaamste plaatsen innemen onder de meest onverbiddelijke dwingende wetten; want in Mijn hemelen heerst alleen de hoogste vrijheid, maar daardoor ook de hoogste eendracht, bewerkstelligd door de zuivere liefde en de grootste wijsheid.
[14] Ik heb jullie dat nu getrouwen openlijk uiteengezet en duidelijk verklaard, en jullie weten nu dan ook in vrijheid en zonder ook maar enige innerlijke dwang, waar jullie als verbreiders van Mijn evangelie rekening mee moeten houden. Maar als er iemand van jullie of van jullie leerlingen anders zal willen handelen, dan wordt hij weliswaar gewaarschuwd, maar er zal hem door Mij daarom geen innerlijke dwang worden opgelegd. Maar aan de rotte en slechte vruchten zullen de betere mensen al spoedig merken, wat voor mentaliteit zo'n latere leerling heeft.
[15] Maar omdat Ik jullie dit nu meedeel, moeten jullie niet denken dat ik daarmee de door Mozes gegeven wet ophef; want het is immers geheel en al dezelfde, die Ik jullie in zijn oorspronkelijke zuiverheid teruggeef. Alleen het oude, verroeste 'moeten' hef Ik op en Ik geef jullie de oude volledige vrijheid terug; en het werk o m jullie zielen te verlossen van het harde juk van het gericht en van de eigenlijke satan, de jullie reeds bekende vorst van de nacht en de duisternis, houdt hoofdzakelijk in, dat jullie van nu af aan niet meer onder enige dwingende wet uit Mijn naam zullen staan.
[16] Zoals Ik nu aan jullie allen de volle vrijheid vanuit Mijzelf terug geef, moeten jullie datzelfde in Mijn naam ook aan jullie broeders doen! Doop hen in naam van Mijn eeuwige liefde, die de Vader is; in naam van het woord, dat de vleesgeworden Zoon van de Vader is, en in naam van Zijn Geest van waarheid, en wis daardoor in hen het oude erfelijke kwaad uit, dat bestaat uit het jullie nu welbekende en verwenste 'moeten' van de wet! -En nu vraag Ik jullie, of jullie allen dat begrepen hebben.'
«« 20 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.