Over ruïnes waar geesten spoken (30.11.1860)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 39 / 220 »»
[1] (De Heer:) 'Mijn schriftgeleerde vriend, je hebt in je vraag aan Mij gewag gemaakt van geesten die verschrikkelijk tekeer gaan in oude burchten en boerderijen, en Ik zeg je, dat het daar -in het bijzonder in deze tijden -inderdaad zo mee gesteld is; maar Ik kan je daarbij ook de volste verzekering geven dat dit absoluut geen gevaarlijke geesten, maar dikwijls wel heel gevaarlijke en door en door slechte mensen zijn, die in samenwerking met heidense magiërs, ook joodse ex-priesters en ontslagen of uit zichzelf vertrokken Essenen hun boosaardige spel spelen. Deze mensen hebben allerlei slecht gespuis in goed betaalde dienst en verzamelen door roof, moord en allerlei andere, echt duivelse bedrieglijke kunsten grote schatten, en de oude burchten met hun onderaardse gangen zijn voor hen uiterst geschikte werkplaatsen voor hun bezigheid.
[2] Als een argeloos mens dicht bij deze ware helse nesten komt dan wordt hij, opdat het bedrog niet aan het licht komt, in geen geval in de omgeving geduld, maar wordt hem door hun boze kunsten zoveel angst aangejaagd, dat hij vervolgens zelf de beste beschermer en verdediger van een dergelijk hels nest is; want hij vertelt dat aan duizend andere mensen van mond tot mond en allemaal houden ze dat voor iets verschrikkelijk bovennatuurlijks, en geen van die duizend waagt zich daarna ooit meer in de buurt van zo'n werkelijk hels nest. Maar, zoals Ik op deze vraag van jou direct aan het begin al opgemerkt heb, laat maar eens een goed bewapend Romeins leger dicht bij zo'n beruchte burcht met spookgeesten komen, dan zullen de geesten zich niet verroeren, maar zo snel ze kunnen op de vlucht slaan door hun geheime onderaardse gangen.
[3] Ik zeg je: in dergelijke door jou genoemde burchten en boerderijen verblijven maar weinig werkelijk duivels geworden mensenzielen, die hun lichamen allang afgelegd hebben, maar wel vaak een des te groter aantal zielen van mensen die nog in het vlees hun meer dan duivels slechte leven leiden en gewoonlijk veel erger zijn dan de absolute duivels aan gene zijde! Ik denk dat door deze uiteenzetting deze kwestie jou nu wel helder is! Of als je nog een of andere twijfel hebt, laat die ons dan horen!'
[4] Hierop kwam de Romein Agricola weer naar voren en zei: 'Aha, gaat het er in dergelijke nesten zo aan toe? Goed, dat ik ook dit nu uit de mond van de meest waarachtige getuige gehoord heb! Dit soort spookgeesten zal ik wel weten uit te drijven! Ook bij ons in Europa ken ik een groot aantal van zulke beruchte nesten, en aan de praktijken van zulke geesten van vlees en bloed zal spoedig een einde gemaakt worden!'
[5] Ik zei: 'Dat zal je echter beduidend moeilijker afgaan dan hier in het land van de joden het geval zou zijn; want jullie invloedrijke heidense priesters zijn bijzonder geïnteresseerd betrokken bij dat kwade spel. Zolang Mijn nu aan jullie gegeven leer daar geen duidelijke vorderingen heeft gemaakt, valt er tegen de Europese spooknesten met geweld niet veel te beginnen. Maar het beste middel tegen zulke uiterst bedrieglijke onzin is het voorlichten van het betere deel van het volk; want als dat eenmaal goed weet, hoe het in werkelijkheid met deze dingen gesteld is, dan hoort het gepeupel het weldra ook, en dat is dan de snelste en voornaamste uitdrijver van zulke boze geesten van vlees en bloed.
[6] Wie de vogels wil vangen, moet niet direct met knuppels in de struiken beginnen te slaan, maar hij moet eerst de netten spannen en dan pas de knuppels in de struiken gaan gooien, dan zullen de vogels zichzelf met velen tegelijk in de netten vangen.
[7] Waar bepaalde hoofdbeginselen van een wereldse regering te nauw verbonden zijn met het bedrieglijke priesterdom, daar valt met openlijk geweld in eerste instantie niet zo veel te beginnen; maar in een latere fase zal het wel heel goed te gebruiken zijn.
[8] Maar hier in het land van de joden, en met name in Galilea, heb Ikzelf al een paar van zulke plaatsen van bedrog vernietigd, waarover Cyrenius je iets zal kunnen vertellen. Er bestaan er evenwel nog enkele, en daar zal Ik weldra nog mee afrekenen, zoals Ik dat ook met de slechte afgodstempel in Samosata aan de Eufraat heb gedaan.
[9] Maar bij jullie in het nog diep heidense Europa valt er nu niets anders tegen zulk spookwerk te ondernemen dan alleen datgene wat Ik je eerder aangegeven heb.
[10] Ooit zal Europa Azië in geloof verreweg overtreffen; maar nu is het over het algemeen nog erg ruw en onrijp, omdat het nog te diep in het allerduisterste heidendom zit en dat ook na vele honderden jaren niet volledig zal kunnen laten varen. Er zullen daar evenwel ook velen in Mijn naam in de volste waarheid staan, maar ook voortdurend meer of minder door de heidenen vervolgd worden. Maar eens zal Ik een groot gericht doen uitgaan over alle heidenen, welke dan ook, en dat zal dan voor alle heidenen de genadeslag zijn. - Maar we zullen nu de schriftgeleerde nog laten spreken.
[11] Zeg jij nu, Mijn schriftgeleerde vriend, wat je nog niet begrijpt! Want als een waar schriftgeleerde moet jij de Schrift ook volledig begrijpen, en dus geef Ik nu aanjou en de anderen de gelegenheid om in alles, wat jullie nog onduidelijk is, bij Mij het juiste licht te krijgen.'
[12] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, door Uw goedheid en genade is nu alles, wat mij het belangrijkste leek, al volledig opgehelderd; maar aangezien Uzelf zojuist gewag gemaakt hebt van een allergrootst gericht over alle heidenen, zou U ons toch ook de tijd nader kunnen aanduiden, wanneer dat allemaal zal gebeuren.
[13] Weliswaar hebben ook Daniël en Jesaja daar in duistere beelden over gesproken, en Uzelf hebt twee volledige hoofdstukken van Jesaja verklaard, die daarnaar verwijzen, evenals de zekere ondergang van Jeruzalem; maar over een bepaalde tijd hebt U daarbij niets speciaals te kennen gegeven. Aangezien wij echter nu al zo veel van U hebben gehoord, zou U daarover, en met name over het laatste gericht over de heidenen over de hele wereld, ook iets naders kunnen meedelen, evenals over van welke aard het gericht zal zijn en welke tekenen daaraan vooraf zullen gaan. Want zonder bepaalde waarschuwingen laat U nooit een gericht over de mensen komen.'
[14] Ik zei: 'Mijn beste schriftgeleerde vriend! Je hebt werkelijk een zeer goede vraag gesteld, en Ik zal die voor jullie allemaal ook beantwoorden; maar jullie moeten je het heidendom in die tijd, waarover Ik sprak, niet zo voorstellen als het heidendom nu in deze tijd. De afgodstempels van de huidige tijd zullen weliswaar allang vernietigd zijn; maar in plaats daarvan zullen er door de antichrist ontelbare andere gebouwd worden, en dat zelfs in Mijn naam, en hun priesters zullen zich bovenmate laten eren als Mijn plaatsvervangers op aarde en zullen zich inspannen om alle wereldse schatten naar zich toe trekken. Zij zullen zich vetmesten; maar het volk zal geestelijk en lichamelijk in grote nood verkeren.
[15] Kijk, wanneer dat heidendom de overhand zal hebben gekregen, zal ook weldra het grote gericht over de nieuwe hoer van Babylon uitgestort worden! Nadere bijzonderheden zal Ik jullie later vertellen, maar laten we nu eerst wat wijn tot ons nemen!'
«« 39 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.