De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 121 / 214 »»
[1] Toen wij van tafel opstonden, kwam de schriftgeleerde onmiddellijk naar ons toe en zei tegen Mij: 'Wijze vriend, denk aan wat je me gisteravond hebt beloofd!'
[2] Ik zei: 'Je bent wel op de goede weg - maar toch is het een wonder dat jij nog altijd blind bent, terwijl je al zoveel licht hebt ontvangen. Gisteravond ben je weliswaar zo half en half overtuigd geraakt van de waarheid van wat Ik je over de Nazarener heb gezegd, maar toch denken jij en je metgezellen in je hart: 'We willen tot iedere prijs de Nazarener een keer persoonlijk ontmoeten en hem dan scherp aan de tand voelen. Als we datgene in hem vinden wat we in Kis over hem hebben gehoord, dan zullen we zijn partij kiezen; maar als we dat niet volledig zo vinden, dan zullen we volgens onze opdracht onverwijld de hand aan hem slaan en hem aan het gerecht overleveren.'
[3] Derhalve behoren jullie samen met de hogepriester en met al jullie valse profeten, zoals de oudsten, schriftgeleerden, Farizeeën en Levieten in Jeruzalem en eveneens in de synagogen overal in het hele Joodse land, tot die valse profeten, van wie de Heer bij de profeet Ezechiël zegt:
[4] 'Mensenkind, profeteer tegen de profeten van Israël en spreek tot degenen die vanuit hun eigen hart en inzicht profeteren: Hoor het woord des Heren! Zo spreekt de Here Here: wee de dwaze profeten die hun eigen geest volgen, zonder nog ooit een visioen gehad te hebben en een roep te hebben gehoord!
[5] O Israël, de profeten die je aanhangt zijn als vossen in de woestijn! Ze komen niet tevoorschijn uit hun holen (uit angst gevangen te worden) en stellen zich ook niet op als een muur rond het (bedreigde) huis Israël en staan niet in de strijd op de dag des Heren (beproevingstijd van het ware geloof). Hun zogenaamde visioenen zijn niets en hun profetieën louter leugens! Ze zeggen wel heel driest: 'De Heer heeft het gezegd!' en toch weten ze heel duidelijk in zichzelf, dat Hij hen nooit heeft geroepen en gezonden, en ze spannen zich alleen maar in met woeste ijver om hun dingen (voor hun wereldse welzijn) te behouden.
[6] (Zeg eens, valse profeten, allemaal:) Is het niet zo, dat jullie zogenaamde visioenen niets en jullie profetieën louter leugens zijn? En toch zeggen jullie tegen het volk: 'De Heer heeft het gezegd!' - terwijl Ik met jullie, zoals jullie heel goed weten, nog nooit heb gesproken!
[7] Daarom spreekt de Heer verder: Omdat jullie het volk dingen verkondigen die niet uitkomen en het volk leugens profeteren, kom Ikzelf bij jullie (om jullie listen aan het volk te onthullen), spreekt de Heer. En Mijn hand zal over die profeten komen die verkondigen wat niet uitkomt en leugens profeteren! Zij zullen niet bij de samenkomst van Mijn volk zijn en niet gerekend worden tot het huis Israël, noch in het land Israël komen; en jullie zullen ervaren dat Ik de Heer ben! (En Mijn hand zal over hen komen,) omdat zij Mijn volk verleiden en zeggen: 'Vrede (zij met je)!', terwijl er toch geen vrede is.
[8] Als het volk (in Mijn naam) nog een muur bouwt, komen zij en kalken die wit met hun ondeugdelijke kalk (uiterlijke schijnvroomheid ter wille van aards gewin) .Zeg tegen degenen die de slechte kalk aanbrengen: hun witkalk zal weldra van de muur vallen; want er zal een stortregen komen en zware hagel vallen, waardoor de witkalk eraf zal vallen, en een machtige wervelwind zal die losbreken. (Onder 'stortregen' moet het zuivere Godswoord verstaan worden, onder 'zware hagel' de vaste waarheid daarvan en onder de 'machtige wervelwind' de macht van de waarheid.) Zie, zo zal met de witkalk ook de bedorven muur instorten! Wat betekent het dan nog, dat men tegen jullie zal zeggen: 'Waar is nu datgene wat jullie gekalkt hebben?'
[9] Zo spreekt de Here Here: Ik zal in een wervelwind alles (al het valse) in puin doen vallen in Mijn grimmigheid, een stortregen zenden in Mijn toorn en zware hagelstenen in Mijn grimmigheid; die zullen alles omverwerpen! Zo zal Ik de muur omverstoten en ter aarde werpen, die jullie met onvaste kalk gewit hebben, en als ze op de grond ligt, zal men haar valse fundament zien, en haar valse profeten zullen daarbij omkomen en ervaren dat Ik de Heer ben! Zo zal Ik Mijn grimmigheid loslaten op de muur en degenen die haar met broze kalk hebben gewit, en Ik zal tegen jullie zeggen: hier is geen muur meer en ook niemand meer die hem wit kalkt! Dat zijn de profeten van Israël, die in Jeruzalem profeteren en vrede verkondigen, terwijl er toch geen vrede (onder henzelf) is, spreekt de Here Here.
[10] En jij, mensenkind (Ezechiël), richt je aangezicht ook tegen de dochters in jouw volk, die ook profeteren in hun hart, en profeteer tegen hen en zeg: 'Zo spreekt de Here Here: Wee jullie, die voor de mensen kussens maken voor onder hun armen en hoofdkussens voor onder hun hoofden, beide voor jong en oud, om hun zielen te vangen en, als jullie de zielen hebben gevangen onder Mijn volk, hun het eeuwige leven beloven! Zo ontheiligen jullie Mij onder het volk voor een handvol gerst en een hap brood, doordat jullie de zielen, die toch niet moeten sterven, in plaats van tot leven tot de dood veroordelen, en die zielen tot het leven veroordelen, die (door hun goddeloze levenswijze) toch niet zouden moeten leven, door jullie leugens onder Mijn volk, dat graag leugens hoort.
[11] Daarom spreekt de Here Here: Zie, Ik zal jullie kussens te lijf gaan (als een leeuw), waarmee jullie de zielen vangen en valselijk inpalmen! Ik zal ze onder jullie armen wegrukken en de zielen, die jullie valselijk inpalmen en voor de dood hebben gevangen, losmaken. Evenzo zal Ik jullie kussens verscheuren en Mijn volk uit jullie handen redden, zodanig, dat jullie het niet meer zullen vangen -en zo zullen jullie ervaren dat Ik de Heer ben! Ik wil en zal dat doen, omdat jullie de harten van de rechtvaardigen valselijk bedroeven, die Ikzelf toch nooit bedroefd heb gemaakt, maar in plaats daarvan versterken jullie de handen van de goddelozen, opdat zij zich toch maar niet zullen bekeren van hun kwade inborst en daardoor tot het leven komen. Daarom zullen jullie nooit meer nutteloze leringen verkondigen of profeteren! Derhalve zal Ik Mijn volk uit jullie handen rukken, en jullie zullen ervaren dat Ik alleen de Heer ben!'
[12] Kijk, Mijn vriend, zo heeft de Heer door de mond van de profeet gesproken tegen de valse profeten; en wat Hij gezegd heeft, gaat nu voor jullie ogen geheel in vervulling! Maar wie in deze tijd erger dan ooit tevoren de valse profeten zijn, hoef Ik jullie niet nog eens te zeggen, omdat Ik ze jullie al meer dan voldoende beschreven heb.
[13] 'Maar', zo vragen jullie je af, 'wie zijn dan die dochters van Israël, die ook valselijk profeteren en voor de mensen kussens onder hun armen en hoofdkussens onder hun hoofd maken?' Dat zijn de door jullie gemaakte instellingen, die jullie nu niet meer alleen van gerst en brood, maar rijkelijk van alle denkbare schatten voorzien.
[14] Om te zorgen dat de mensen niet zelf onder elkaar de wetten van het leven in acht hoeven te nemen, hebben jullie het hun door jullie instellingen gemakkelijker gemaakt, door hun voor te liegen dat jullie visioenen hebben gehad en de Here Here jullie geopenbaard heeft, dat de mensen jullie liever grote offers moeten brengen en dat dat God veel welgevalliger is dan wanneer jullie jezelf aan ongemakkelijke wetten houden -en het volk, dat door jullie blind is gemaakt en toch altijd al liever traag is dan dat het zelf actief wordt, heeft dat graag geloofd.
[15] Daardoor hebben jullie het volk van God en dus ook van het leven van de zielen uit Hem afgekeerd en de deuren naar het rijk Gods versperd, zodat geen mens meer het eeuwige leven van zijn ziel bereikt.
[16] Of bestaan er bij jullie soms geen instellingen, volgens welke een mens zich door rijke offers, natuurlijk en met name aan de tempel gebracht, voor een bepaald aantal jaren voor de toekomst volledig vrij kan kopen van het houden van Gods geboden? Hij kan dan liegen, stelen, roven, moorden, hoererij bedrijven, echtbreken en de sabbat schenden zoveel hij maar wil en kan, zonder daardoor een zonde te begaan!
[17] Is dat dan geen miserabele en onbestendige laag witkalk over de door God gebouwde muur ter bescherming van Zijn volk, waardoor de muur tenslotte zelf waardeloos is geworden en samen met de kalk nu neergehaald en opnieuw opgebouwd moet worden?!
[18] Zijn zulke leringen en valse profetieën van jullie niet te vergelijken met die dochters, die vanuit hun slechte hart profeteren en zeggen: 'Hier heb je zachte kussens als aangename steun voor je armen, waarmee je nu goed kunt rusten, en bovendien zachte kussens voor je hoofd, opdat je zonder zorgen kunt slapen, in plaats van moeizaam te bedenken en te onderzoeken wat volgens die lastige wetten in de ogen van God en de mensen goed is?'
[19] Denk je soms dat God het ooit aan Zijn volk had laten gebeuren dat het door heidenen overheerst werd, als het niet door totaal valse profetieën en leringen en instellingen dermate goddeloos zou zijn geworden, dat het zichzelf allang tot op de laatste mens geheel vernietigd zou hebben als de heidenen dat met hun strenge en verstandige staatswetten niet verhinderd hadden?
[20] Maar God heeft de grote ellende gezien van Zijn arme volk, dat Hem hier en daar toch nog niet volkomen vergeten was en bracht de heidenen in het Beloofde Land om het volk te beschermen, anders zou het volledig ten offer zijn gevallen aan jullie zelfzuchtige boosaardige willekeur.
[21] Hoe kunnen jullie tegen het volk zeggen dat God veel te heilig en verheven is om Zich om het doen en laten van de mensen te bekommeren. En dat Hij Zijn wil daarom alleen aan de hoogste aartsengelen bekend maakt, en die vervolgens weer alleen aan jullie door middel van allerlei visioenen en innerlijke profetieën - en op die manier kan het volk alleen van jullie, als door God aangestelde profeten, Zijn wil vernemen.
[22] Ik zeg jullie: jullie zijn even vermolmd geraakt als de ceders op de berg Sion; daarom is jullie nu ook de bijl aan de wortel gelegd.Jullie zullen geveld en in het vuur van Mijn grimmigheid en toorn tot as verbrand worden, spreekt de Here Here, die nu Zijn volk wil en zal redden!
[23] Wat de Heer nu echter doet vanuit Zijn geheel eigen macht, dat zal Hij altijd doen wanneer er zich een farizeeërdom zal ontwikkelen op dezelfde wijze als het zich in Jeruzalem heeft ontwikkeld!
[24] Hoe dikwijls zijn er niet van God door de mond van de ware profeten waarschuwingen aan Jeruzalem gegeven! Maar wat hebben de tempeldienaren gedaan? In plaats van zich iets aan te trekken van die waarschuwingen hebben ze de profeten gestenigd en gewurgd, en ze verklaarden tegenover het volk dat zulke profeten, die tegen de tempel preken, afgezanten van de duivel der duivels zijn en daarom van de aarde verwijderd moeten worden.
[25] En zo hebben jullie heel veel profeten gedood tot Zacharias toe en als laatste ook Johannes door jullie tussenkomst, en hun onschuldig vergoten bloed zal straffend over jullie en jullie kinderen komen tot aan het einde der tijden.
[26] Als kaf zullen jullie verstrooid worden naar alle delen van de wereld! Jullie zullen geen volk meer zijn en als onderdanige slaven zullen jullie de heidenen moeten dienen, aan wie het licht wordt gegeven dat jullie afgenomen wordt; en zoals de Joden eens het belangrijkste volk op aarde waren, zo zullen ze weldra het minste en overal meest verachte worden! Want met de vele profeten, wier graven ze nu vanwege het volk ook met hun broze kalk wit maken, hebben ze nog niet genoeg gemoord - ze willen zich nu ook op de Heer Zelf werpen, Hem gevangennemen en doden! Dat zal de Heer ook nog toelaten, echter niet tot heil van de valse profeten, maar tot hun gericht; en zo zal Hijzelf de machtige wervelwind zijn, die hen allemaal zal verscheuren in alle poelen van de aarde uiteen zal slingeren.
[27] En wat de Heer met de Farizeeën zal doen, zal Hij ook doen met ieder farizeeërdom dat zich op soortgelijke wijze als bij jullie ergens op aarde zal ontwikkelen.
[28] Ik heb nu genoeg gesproken en nu kunnen jullie spreken en zeggen hoe de waarheid jullie heeft gesmaakt!'
[29] Daarop zei de schriftgeleerde: 'Mijn zeer waarachtige en wijze vriend, ik en ook al mijn metgezellen en dienaren kunnen je absoluut geen ongelijk geven; want met de tempel is het nu letterlijk zo gesteld als jij ons nu uiteen hebt gezet. Maar wat kunnen wij daartegen doen? Laat maar over de tempel komen wat de profeet Ezechiël geprofeteerd heeft! Maar hoewel wij daarvoor door de tempel uitgestuurd zijn, zullen wij onze handen nooit meer aan de Gezalfde Gods slaan; want wij hebben Hem nu uit jouw mond goed leren kennen, we willen geheel en al afzien van onze wereldse waardigheid en Zijn leer volgen, wat we jou en al je metgezellen geheel naar waarheid kunnen verzekeren.
[30] Maar sta mij, arme zondaar, toe om tegenoverjou nog een heel eenvoudige, maar voor ons toch heel betekenisvolle opmerking te maken - en dat is het volgende: Kijk, in de loop van jouw ware boetepreek tegen ons heb ik door je ijver steeds meer de indruk gekregen dat je ofwel een zeer voorname leerling bent van Degene die als Here Here tot Ezechiël heeft gesproken, ofwel je bent zelf degene waarvoor wij zijn uitgezonden om die te zoeken; en als je het zelfbent, sta ons dan toe dat wij andere kleren aantrekken en dan bij jou blijven en jou volgen!'
[31] Ik zei: ' Als jullie geloven, kunnen jullie ook blijven; het resultaat zal jullie wel laten zien of jullie in Mij wel de juiste persoon hebben gevonden! Maar het heil is niet afhankelijk van de uiterlijke mens, maar komt van de geest van eeuwige liefde en waarheid, die in de mens woont.
[32] De uiterlijke mens zal net als ieder ander mens deze aarde verlaten en niet bij de mensen blijven; maar zijn geest zal blijven tot aan het einde der tijden.
[33] Als jullie je aan Mijn geest willen houden, blijf dan; maar als jullie je aan Mijn persoon willen houden, dan kunnen jullie weer vertrekken zoals jullie hier gekomen zijn!'
[34] De schriftgeleerde zei: 'Heer Heer en Meester in Uw geest, niet aan Uw persoon, maar aan Uw geest willen wij ons houden; want Uw persoon dient in eerste instantie alleen Uzelf, zoals dat bij iedereen is -maar Uw geest kan ieder mens dienen die zich daarnaar richt!'
[35] Ik zei: 'Blijf dan en geloof! Want zalig is degene die gelooft en volgens de ingeziene waarheid leeft en handelt.'
«« 121 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.