Avondoverwegingen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 137 / 214 »»
[1] Toen ze bij ons aankwamen waren wij nog buiten, waar wij intussen over verschillende dingen met elkaar hadden gesproken.
[2] De bootsman liep als eerste op Mij toe, boog diep en zei: 'O Heer en Meester, vergeef mij mijn grote blindheid, dat ik U niet direct heb herkend, toen ik wilde omkeren en U mij genadig toeriep naar de oever te komen! En vergeef mij ook dat ik met enkelen van mijn metgezellen reeds vanavond en niet pas morgen vroeg ben gekomen, zoals U mij gezegd had! En neem het ons arme vissers bovendien niet kwalijk, dat wij de drang van ons hart gevolgd zijn en de vrijheid hebben genomen om voor U een weliswaar maar klein offer mee te brengen van de grote zegen, die U ons met de rijke visvangst zichtbaar geschonken hebt. Ziehier de kostbaarste vissen van dit meer!'
[3] Ik zei: 'Ik heb weliswaar een veel groter welbehagen aan jullie harten dan aan de vissen die jullie hier als offer voor Mij hebben meegebracht; maar daar waar het hart verenigd is met het offer, is het offer Mij ook aangenaam - laten we deze vissen dus vanavond met elkaar eten. Geef ze aan de waard, dan zal hij wel weten hoe ze klaargemaakt moeten worden!'
[4] Hierop riep de waard direct een paar van zijn bedienden en liet de vissen naar de keuken brengen, waarover de vrouw van de waard zich buitengewoon verbaasde. Die zesendertig vissen waren haar ook zeer welkom, omdat ze in haar bassins niet zulke grote en edele vissen had. Ook Maria, die eveneens in de keuken aan het werk was, had veel vreugde aan deze geheel onverwachte gave.
[5] Wij waren nu ook van het grasveld opgestaan en begaven ons naar een mooi, ruim terras, dat zich op een kleine heuvel bij het meer bevond, en van waaruit men werkelijk een prachtig uitzicht over het meer en ook over het omliggende landschap had.
[6] Het was nu al wel wat laat in de avond, maar dat deed er niet toe; want omdat de maan al driekwart vol was en er ook nog licht was van de late schemering, was het rustgevende uitzicht nog altijd prachtig te noemen, en allen prezen de goede gedachte van de waard, die op onze kleine heuvel zo'n mooi, ruim terras had laten bouwen.
[7] Op dit terras keken allen een poosje naar de steeds rustiger wordende natuur, en de bootsman maakte daar de volgende zeer goede opmerking over: 'Als bij de mens, wanneer hij in de jaren van zijn leven is gekomen waarvan hij zegt dat ze hem niet bevallen, de avond van zijn ziel op deze natuurlijke avond zou lijken, dan zou hij er zeker genoegen aan beleven. Maar dat is bijna nooit het geval; want de mens brengt zijn oude dag door in allerlei kommer, zorgen, zwakheden, ziekten en in steeds toenemende vrees voor de zekere dood van zijn lichaam -en tegen die vrees bieden zijn zwakke geloof en zijn nog zwakkere hoop op een voortleven van de ziel ergens aan gene zijde, dat tot nu toe nog niemand werkelijk kent, hem maar heel weinig zekerheid of een mens, die het zich door zijn vermogen kan veroorloven, stort zich op zijn oude dag pas echt met alle begeerte op allerlei wereldse genoegens, om de hem boven alles hinderlijke vrees en angst voor de dood maar te verjagen. En als ziekten, waartegen geen genezend kruid gewassen is, hem toch in hun greep krijgen en hij zijn naderende einde overduidelijk voor zich ziet, dan stormt het des te geweldiger in zijn ziel; en zo is de zielenavond van een oud mens wel zeer zelden, en in onze tijd al bijna helemaal niet, te vergelijken met deze werkelijk meer dan prachtige natuurlijke avond. O dierbare Heer en Meester, zeg ons toch of het bij de mensen steeds zo zal blijven!'
[8] Ik zei: 'Om de mensen een rustige zielenavond te verschaffen ben Ikzelf als Heer over leven en dood in deze wereld gekomen. Degene die in Mij gelooft en altijd volgens Mijn leer leeft en handelt en zodoende het rijk Gods in zichzelf zoekt, waar hij het ook ongetwijfeld zal vinden, diens ziel zal op deze aarde een nog veel rustiger en prachtiger levensavond hebben dan wij deze natuurlijke avond hier voor ons kunnen zien en voelen.
[9] Waarom is de zielenavond bij de mensen vaak zo uiterst stormachtig en ellendig geworden? Omdat de mensen zich van God, de oerbron van al het bestaan en leven en van al het licht en alle waarheid, bijna volledig hebben verwijderd en in plaats daarvan al hun zinnen hebben gezet op de wereld en haar in het gericht en de dood gehouden materie.
[10] Als de mensen zich net als jullie weer volledig van de wereld afwenden en weer in vol geloof en in alle liefde naar Mij terugkeren, zullen ze in Mij de rustige en zalige zielenavond vinden; maar zonder dat zal de zielenavond bij de mensen in de toekomst nog stormachtiger en verschrikkelijker worden dan iemand tot nu toe heeft meegemaakt en gevoeld. Want van nu af aan zullen de mensen niet meer kunnen zeggen: 'Wie heeft God ooit gezien en met Hem gesproken, en wie garandeert ons de volle waarheid van wat er in de Schrift geschreven staat?'; want Ik spreek nu voor iedereen goed herkenbaar en zichtbaar Zelf als de Heer tot de mensen en toon hun de waarheid van het leven, die de fundamentele waarheid van alle waarheid is. Wie die in zich heeft opgenomen, zal echt geen angst meer hebben voor de dood van zijn lichaam; want hij zal de dood zien noch voelen, ook al zou hij wat zijn lichaam betreft honderd keer moeten sterven.'
[11] De werkelijk wijze bootsman zei: 'O dierbare Heer en Meester, wij danken U uit de diepste grond van ons leven voor deze les, die onze harten buitengewoon troost! In U geloven wij, op U hopen wij, en U willen en zullen wij ook boven alles liefhebben. Maar nu ik toch aan het praten ben: sta mij genadig toe, o Heer en Meester, dat ik U met nog een vraag lastig val!'
[12] Ik zei: 'Vriend, Ik weet wel wat je Mij nu nog wilt vragen; maar stel ter wille van de anderen toch je vraag aan Mij, maar hardop, openlijk en vrijuit, opdat ook zij kunnen horen en begrijpen waar het over gaat!'
«« 137 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.