De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 158 / 214 »»
[1] Daarop zei Polycarpus: 'Buitengewoon wijze meester, wij zijn u buitengewoon dankbaar voor dit onderricht en zullen uw advies met al onze krachten zo nauwkeurig mogelijk opvolgen, hoewel Mozes in veel gedeelten van zijn geschriften voor ons moeilijk te begrijpen is. Maar, afgaande op wat u ons beloofd hebt, hopen wij in de hele geest van de geschriften van Mozes en daarmee ook in die van de andere profeten door te dringen, als wij volgens uw advies de eenvoudige tien geboden zo nauwkeurig mogelijk opvolgen.
[2] Maar, wijze meester, heb nu alleen nog de geduldige goedheid om ons te zeggen of u ook langs die geestelijke weg tot uw werkelijk goddelijke wijsheid en macht bent gekomen!'
[3] Ik zei: 'Als mens van vlees en bloed zeker langs geen andere weg, omdat er volgens de goddelijke orde eeuwig geen andere bestaat en kan bestaan. Maar Ik, die jullie hier zien en spreken, ben niet degene die jullie die raad heeft gegeven, maar in Mij woont Iemand die hoger is in alle volheid van de goddelijke liefde, wijsheid en macht, en Hij is Degene die nu zo tegen jullie heeft gesproken zoals tegen Mozes en vele andere profeten en wijzen vroeger; en dat is ook Degene in Wie alleen jullie zonder twijfel moeten geloven en Die jullie boven alles lief moeten hebben door volgens Zijn getrouw aan jullie geopenbaarde wil te handelen.
[4] In Mij is dus ook Diegene zichtbaar in deze wereld gekomen, die Jullie gezocht hebben en toch in geen enkele school en in geen enkele tempel konden vinden.
[5] Zoals Ik nu in Mijzelf hier ben en door de hele oneindigheid werkzaam ben, zo zal Ik ook in de geest zijn en werken in allen die zich aan Mijn eenvoudige geboden houden, in Mij geloven en Mij metterdaad boven alles zullen liefhebben.
[6] Maar in degenen die wel in Mij geloven en 'Heer, Heer!' zeggen, maar lauw zijn in hun handelen en nalatig in hun liefde voor hun naaste, zal Ik niet wonen en Ik zal Mijzelf niet aan hen openbaren en Mijn kracht en wijsheid zal hun ziel niet vervullen. Want omdat ieder mens een volkomen vrije wil heeft, wil Ik dat hij eerst, door in alles Mijn getrouw aan hem geopenbaarde wil te doen, geheel uit vrije wil naar Mij toe komt; en dan zal Ik ook bij hem komen, Mijzelf aan hem openbaren en hem vervolgens door de Heilige Geest van Mijn eeuwige en alom heersende liefde met al Mijn wijsheid en macht vervullen. - Zo sprak de Heer vroeger, en ook nu!'
[7] Toen de twee deze woorden uit Mijn mond hadden gehoord, keken ze uiterst verwonderd en zeiden, na een poosje diep nagedacht te hebben: 'Heel vaag hadden wij steeds al gedacht dat er achter U iets heel anders schuilgaat dan alleen maar een buitengewoon wijs mens; want Uzelf hebt ons dat maar al te duidelijk laten merken toen U ons onze hele levensloop onthulde. Nu is ons echter door Uw laatste woorden meer dan zonneklaar geworden dat U ondanks Uw lichaam volkomen God bent in Uzelf, en wel Dezelfde die wij zolang hebben gezocht en tot nu toe niet konden vinden.
[8] Maar nu wij U hebben gevonden, zal geen macht ter wereld ooit meer in staat zijn ons afvallig te maken van wat wij niet alleen geloven, maar waar wij ten volle van overtuigd zijn.
[9] Maar aangezien U, Heer, Heer, in Uzelf diezelfde enig ware, ene God bent waarin alle mensen ten volle moeten geloven en Wiens getrouw aan hen geopenbaarde wil zij in levende daden moeten vervullen, wagen wij het om vol geloof het zeer onderdanige verzoek aan U te richten of U onze lichamen, zolang wij die nog nodig hebben voor de ware voleinding van onze zielen, zo gezond mogelijk zou willen maken! Want wij geloven nu dat niets voor U onmogelijk is.
[10] Wij verlangen dat nu echter niet als een teken voor de waarheid van wat wij van U geloven, maar alleen omdat wij met een gezond instrument voor de voleinding van onze zielen en die van onze metgezellen beslist beter werkzaam kunnen zijn dan met een ziek en zwak lichaam. Want met een ziek lichaam lijdt ook de ziel en heeft ze maar weinig zin in verhoogde werkzaamheid.'
[11] Ik zei: 'Jullie geschiede naar jullie geloof; maar behalve wat jullie geloven, moeten jullie onthouden dat het voor een mens ter wille van zijn ziel niet altijd bevorderlijk is als hij met een volkomen gezond lichaam rondloopt; want als zijn vlees te gezond is, wordt het ook gemakkelijk geprikkeld tot allerlei zinnelijke lusten, waarin de ziel eerder mede begerig wordt dan wanneer haar vlees ziekelijk en zwak is, -en zo is een lichamelijke ziekte in zekere zin een wacht voor de deur van het innerlijke leven van de ziel.
[12] Toch zullen jullie nu volledig gezond van lichaam worden; maar hoed je ervoor dat jullie bij bepaalde gelegenheden, die bij Grieken veelvuldig voorkomen, niet weer in jullie oude zonden en daarmee ook tot nog ergere ziekten vervallen! Houd dus steeds de geboden van Mozes voor ogen, in jullie hart en in jullie wil! Verloochen jezelf, en volg de geest van Mijn leer!
[13] Ik wil niet dat iemand dit aardse proefleven voor de wilsvrijheid met een ziek lichaam moet doormaken; maar als de mensen de oude raad van Mijn liefde en Mijn orde niet in acht nemen, maar doen wat ze niet moeten doen, zijn ze ook zelf de scheppers van alle kwalen van hun lichaam en hun zielen.
[14] Maar Ik kan Mijn orde, waardoor alleen het voortbestaan van alle dingen mogelijk is, niet omkeren ter wille van de lichtzinnigheid en de door eigen schuld veroorzaakte blindheid van de mensen. Als iemand weet dat zijn lichaam pijn voelt als het geslagen of gestoken wordt, maar zichzelf toch slaat en steekt, is het immers zijn eigen schuld als zijn lichaam daarbij veel pijn voelt; want ter wille van de onzinnige dwaasheid van de mensen zal Ik een ziel niet van een ongevoelig lichaam voorzien en er ook niet voor zorgen dat men vanwege de zwaartekracht niet van het dak op de grond zou kunnen vallen. -Dat zeg Ik jullie dus ook nog, zodat jullie je daarnaar kunnen richten.'
«« 158 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.