Het onderricht van Rafaël (12.5.1862)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 183 / 214 »»
[1] Na de eerdere lessen van Rafaël en die van Mij was er even rust; want allen dachten na over wat ze hadden gezien en gehoord en prentten het zo diep mogelijk in hun geheugen en hun hele gemoed.
[2] Rafaël echter sprak weer met Philopold en Kisjonah over de oertijd en de veranderingen van de aarde; want Philopold was een goede geoloog en had al heel veel opgeschreven van wat hij had waargenomen en zijn mening daarover gevormd, evenals onze Kisjonah. Daarom interesseerden de twee zich ook erg voor wat Rafaël hun daarover met grote duidelijkheid en gemak onthulde.
[3] Mijn leerlingen, die die dingen al verschillende keren heel duidelijk hadden gehoord, besteedden daar natuurlijk niet zoveel aandacht aan en spraken met elkaar meer over wat Rafaël over het wezen van het rijk Gods had verteld en over de reden voor het slechter. worden van de mensen op deze aarde, die ze uit Mijn mond hadden gehoord. Maar alle anderen, die nog nooit uitvoerig en grondig iets hadden gehoord over wat Rafaël aan Philopold en Kisjonah uitlegde, luisterden met grote aandacht naar Rafaël en verbaasden zich over Mijn macht en wijsheid, omdat Ik dat allemaal op die manier in de hoogste orde had ingericht.
[4] Met name de arts uit Melita (het huidige Malta) was erin geïnteresseerd, want hij had zijn kennis vooral in Athene, ook in Alexandrië in Egypte en in Syracuse op Sicilië verworven, en had zich in zijn jeugd veel met het onderzoeken van de aarde en haar krachten beziggehouden. Voor dat doel was hij toen door Egypte gereisd tot aan de watervallen en ook door heel Griekenland, de streken aan de Pontus en langs de Kaspische Zee, alsook door een groot deel van Arabië en de kusten van Azië aan de Middellandse Zee, en daarom zou hij graag met Rafaël een gesprek hierover begonnen zijn; maar omdat Rafaël zo terloops over alles sprak, kon onze arts niet aan het woord komen en luisterde hij dus maar liever stil naar de uitleg van Rafaël en maakte wat opmerkingen voor zichzelf.
[5] Toen Rafaël echter over de vuurspuwende bergen begon te praten, kon onze arts zich niet meer inhouden en vroeg Rafaël hem toe te staan het een en ander te vragen.
[6] Maar Rafaël zei:'Vriend, je hoeft alleen maar te luisteren naar wat ik daar in het kort allemaal over zal zeggen; dan zul je een goede begrijpelijke verklaring krijgen voor de ervaringen die je hebt opgedaan en tot nog toe niet hebt begrepen!
[7] Want ik ken jullie Etna en Vesuvius vanaf de kern van hun oorsprong, zoals ik ook jouw gedachten en vragen allang precies ken voordat jij ze zelf nog gedacht hebt; want de geest en het leven van de Heer, dat mijn alles is, is ook in mij alwetend en alvermogend.'
[8] Toen de arts dat van Rafaël had gehoord, was hij daar volkomen tevreden mee en luisterde hij met gespannen aandacht verder naar de uitleg van de engel.
[9] De uitleg duurde meer dan twee volle uren, en allen die daar met de juiste aandacht naar luisterden hebben in die korte tijd meer van het wezen en de hoedanigheid van de aarde leren kennen dan zelfs de ijverigste leerling ooit op een hogeschool in Athene of Alexandrië of ook in Syracuse in honderd jaar had kunnen leren.
[10] Toen Rafaël klaar was met zijn voordrachten, waarbij hij ook de verhouding van de aarde en de maan tot de zon, de daarbij voorkomende verschijnselen alsook de overige planeten en vaste sterren aan de leerlingen verklaarde, zei de Romein tegen Mij: 'O Heer en Meester, nu is er voor mij weer een nieuw licht opgegaan! Onze uiterst onjuiste en totaal verkeerde opvattingen over onze aarde, de maan, de zon, de planeten, kometen, vaste sterren en alle andere verschijnselen aan de hemel hebben de mensen beslist in het diepste, meest blinde en zinloze bijgeloof moeten storten! Wie had hen daar ooit van kunnen bevrijden, als Uzelf niet met Uw dienaren uit de hemelen naar ons was afgedaald en ons de ware, wonderbaarlijke hoedanigheid van deze grote dingen van U had getoond? Hebben de mensen in de oertijd dan niets van al die dingen geweten? En als ze er iets van hebben geweten, dan vraag je je af hoe ze ooit van een zó lichtende waarheid tot het allerduisterste en domste bijgeloof hebben kunnen vervallen.'
«« 183 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.