Nojed vraagt naar de ware godsdienst

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 20 / 214 »»
[1] Onmiddellijk riep de waard het drietal, en ze kwamen dan ook direct; ze waren er beter aan toe en zodoende ook opgewekter, en bedankten de waard voor de grote vriendschap die hij hun bewezen had.
[2] En de spreker vroeg of hij daar nog enige dankwoorden aan toe mocht voegen.
[3] De waard zei: 'Spreek maar, maar houd het kort; want jullie krijgen nu nog iets heel belangrijks te horen en te beleven, wat jullie tot het grootste heil zal strekken.'
[4] De spreker, die Nojed heette, zei: 'Vriend en edelste onder de mensen, daar zal ik aan denken; want jouw wens zal ons voortaan een bevel zijn! Omdat wij in jou als heiden een ware mens hebben gevonden en tevens een met ware goedheid verenigde wijsheid, zoals men die onder de Joden eigen lijk niet meer aantreft, moesten wij aan jullie goden denken en kwamen op de gedachte dat die misschien toch meer zijn dan een fabel. Wij willen nu graag meer vertrouwd raken met jullie leer, om ook aan jullie goden offers te brengen en hun alle eer te bewijzen.
[5] Want ik denk maar zo: de godsdienst waar men de beste mensen aantreft, moet zelf ook de beste en meest waarachtige zijn. Onze godsdienst is dat echt niet, omdat de mensen die daarin geboren en getogen zijn nu vast en zeker de slechtste zijn die er waar dan ook op de wijde wereld kunnen bestaan. Haar priesters staan bij de betere volkeren algemeen bekend als een ware pest voor de mensen. En een godsdienst wier schoot in plaats van goede en wijze mensen slechts ware tijgers, hyena's, wolven en beren voortbrengt, kan geen goede en nog minder een ware leer zijn. -Wat vind jij, edele mensenvriend, van deze gedachte?'
[6] De waard zei: 'Mijn vrienden, over deze kwestie moeten jullie spreken met deze vriend die hier naast mij zit; want hij is onuitsprekelijk veel kundiger en wijzer dan ik en alle nog zo goede en wijze Grieken!'
[7] Nojed zei: 'Jouw wens is ons een bevel! Deze man en heer is naar zijn uiterlijk te oordelen weliswaar ook een Jood, maar hij kan door zijn omgang met Grieken heel wijs zijn geworden; want als hij een leerling van de tempel zou zijn, zou het zonde zijn om woorden aan hem te verspillen, hoe duidelijk en waar die ook zijn.'
[8] Hierop wendde hij zich tot Mij en zei: ' Als u geen tempelleerling bent en het ware en goede evenzeer hebt gezocht en ook gevonden kunt hebben als wij het nu zoeken en op een of andere manier hopen te vinden, geefons dan uw oordeel over de gedachten die wij hardop uitgesproken hebben! Hebben wij geen gelijk als wij alleen daar de waarheid en haar goedheid zoeken, waar wij goede en wijze mensen hebben gevonden?'
[9] Ik zei: 'Jazeker; maar desalniettemin is de godsdienst van Mozes de enige ware, ook al is die in deze tijd door de zwijnen in de tempel evenzeer platgetrapt en vernield als in het oude Babylon en Nineve en nog meer van die andere hoerensteden.
[10] Geloof Me: onze Jehova was sinds eeuwigheid de enig ware, goede, levende God en heeft de smeekbeden van hen die zonder te twijfelen in Hem geloofden, zich aan Zijn geboden hielden en dus ook Hem boven alles en hun naasten als zichzelf liefhadden, nooit onverhoord gelaten! Ook al talmde Hij wel eens wat met het volledig verhoren van hun smeekbeden, om hun zielen des te meer te louteren, dan heeft Hij ze toch nooit helemaal onverhoord gelaten en ze steeds vervuld, dikwijls op een moment dat degenen die er om baden er het minst aan dachten.
[11] Jullie zelf hebben -wat Ik heel goed weet - in jullie grote nood God dikwijls gebeden dat Hij jullie ellende zou wegnemen. Maar omdat jullie eerder in grote welstand geleefd hadden als mensen die in hoog aanzien stonden, maar daarbij in velerlei opzichten lichamelijke en geestelijke traagheid vertoonden, liet Hij jullie enige jaren een ernstige en harde levensschool doorlopen, zodat jullie niet alleen de bekoorlijkheid van het aardse leven, maar ook het bittere ervan zelf zouden ervaren, om daarna pas de echte waarde van het leven en het doel ervan in jezelf te gaan zoeken en te leren kennen.
[12] Jullie hebben de beker met het bittere des levens nu ook tot de laatste druppel geproefd en zijn daardoor ware, diep denkende mensen geworden, in staat om het ware levende, goddelijke levenslicht uit de hemelen op te nemen, en God heeft op dit moment jullie smeekbeden dan ook verhoord, nu jullie Zijn hulp het meest nodig hadden!
[13] En wat Hij nu voor jullie heeft gedaan, dat heeft Hij zeer getrouw al voor heel veel mensen gedaan, als ze zich in hun nood echt gelovig tot Hem hebben gewend, en daarom kunnen jullie nu niet meer zeggen dat de godsdienst van de ware Joden vals en onwaar is; maar de afgodendiensten van alle heidenen zijn dat wel!
[14] Denken jullie soms dat deze waard, die een patriciƫr van deze stad is,jullie ook barmhartigheid bewezen zou hebben als hij nog een heiden was geweest? O, absoluut niet! Als heiden zou hij jullie met alle scherpte van de Romeinse wet behandeld hebben; maar omdat hij met zijn hele huis in zijn hart geen heiden meer is, maar een ware jood net als Abraham, Isaak en Jacob, heeft hij jullie op Mijn advies dan ook datgene geschonken wat jullie nu al genieten en nog meer in de toekomst. -Zien jullie dat in?'
«« 20 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.