De verandering van de woestijn

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 47 / 214 »»
[1] Ik zei: 'Welnu dan! Let op en schrik niet; want er zal jullie geen haar gekrenkt worden! Kijk, het is hier een woeste streek van enkele duizenden morgen land; niets dan kaal, woest gesteente, slechts hier en daar begroeid met een half verdroogde doornstruik en een paar distels. Deze woestijn is ook vanwege haar onvruchtbaarheid en overige woestenij voor niets anders geschikt dan hoogstens als een miserabele, moeilijke en moeizaam begaanbare weg voor vrachtvervoer.
[2] Als Ik in deze omgeving een verandering aanbreng en haar dan aan jullie en je nakomelingen in eigendom geef, wordt daarbij niemand in zijn landbezit benadeeld. Jullie hebben je toch al grotendeels in deze woestijn en in de vele ravijnen en holen ervan opgehouden, zodat ze jullie eigenlijke woongebied is geworden, wat de aan de rand van deze woestijn wonende Samaritanen en voor een deel ook Galileeërs en Joden maar al te goed bekend is, en zo zullen jullie deze streek ook in een bloeiende en vruchtbare toestand ongehinderd jullie eigendom kunnen noemen.
[3] Maar voordat Ik in jullie bijzijn en ten behoeve van jullie deze woestijn zal zegenen, moet Ik jullie laten zien dat Ik ook Heer ben van alle machten en krachten in de hemelen, en open daarom nu jullie ogen, oren en harten! Openbaar je, jullie voor vleselijke ogen verborgen machten en krachten van Mijn hemelen!'
[4] Toen Ik dit gezegd had, werd bij allen het innerlijk gezicht geopend, en zij zagen talloze scharen engelen en hoorden een verheven lofzang, waarvan hun zielen de betekenis echter niet konden vatten; en velen van de meest lichte engelen daalden naar Mij af en aanbaden Mijn naam.
[5] Toen de voormalige rovers dat zagen, werden ze door grote vrees overvallen.
[6] Maar Ik zei tegen hen: 'Waarom zijn jullie bang voor deze engelen van Mij, die Mij in alle zaligheid voor eeuwig onderdanig zijn en blijven? Ik ben immers toch de enige Heer over alles in de hemel en op aarde, en jullie zijn lange tijd niet bang voor Mij geweest, hoewel Ik het jullie heb gezegd!'
[7] Hierop stegen alle rovers van hun lastdieren, wierpen zich op hun knieën en smeekten Mij om barmhartigheid.
[8] Het verschijnsel duurde ongeveer een kwartier, en in die tijd beval Ik de om Mij heen knielende engelen terstond de machtigste bliksem, wind en regenstorm boven deze streek te gebieden, opdat Ik deze woestijn daarna tot vruchtbaar land zou zegenen!
[9] Daarop begon dit verschijnselovereenkomstig Mijn wil te verdwijnen; maar in plaats daarvan begon de aardse hemel zich met zware dichte wolken te vullen. Het duurde geen half uur, of er begonnen vanuit het zuiden zulke heftige orkaanwinden te woeden, dat de rovers en zelfs Mijn leerlingen Mij begonnen te vragen om hen niet te gronde te laten gaan.
[10] Maar Ik zei tegen hen: 'Jullie hebben zulke dingen toch al dikwijls aan Mijn zijde meegemaakt, en nooit is jullie daarbij een haar gekrenkt! Welke macht zou jullie kunnen schaden, als Ik bij jullie ben, kleingelovigen?'
[11] Daarmee stelden de leerlingen zich weer tevreden. Een paar passen verderop was echter een ruime grot. Toen de storm steeds heviger werd, de ene bliksem duizendmaal duizendvoudig op de andere volgde en de regen in stromen uit de wolken begon te storten, grepen de rovers hun lastdieren en vluchtten daarmee de grot in, terwijl Ik met Mijn leerlingen op die open plek bleef, zonder door ook maar één regendruppel geraakt te worden.
[12] De storm duurde maar een half uur, en toch hadden de machtige bliksems het woeste gesteente van de hele woestijn meer dan een manslengte diep tot een dikke laag grijze leem vergruisd en gekneed, en de kriskras gutsende waterstromen hadden daarmee de vele holten en kloven opgevuld en ze zodoende geschikt gemaakt voor akkers en tuinen. Mijn wil had onzichtbaar de vele andere gaten en holen in de aarde opgevuld, en zo werd de gehele tamelijk grote woestijn binnen het korte tijdsbestek van nauwelijks een uur veranderd in weelderig land voor akkers en wijngaarden. De storm was voorbij, de hemel klaarde op en de zon scheen met haar warme stralen nu op een nieuw stuk aardbodem.
«« 47 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.