De Heer zegent de woestijn

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 48 / 214 »»
[1] Nu kwamen ook onze rovers heel bedeesd tevoorschijn uit de grot, die Ik niet had laten volstromen en opvullen, en Ik riep Olgon bij Me.
[2] Toen hij met nog twee van zijn belangrijkste metgezellen kwam, zei Ik tegen hem: 'Welnu, Olgon, geloof je dat Ik Degene ben zoals Ik Mij met Mijn woorden aan je heb voorgesteld?'
[3] Olgon en zijn beide metgezellen zeiden: 'Ja, o Heer, Heer! Dat geloven wij nu zonder ook maar het minste spoor van twijfel! U bent geen uitverkorene van Jehova, maar U bent werkelijk, en op wonderbaarlijke wijze Hem -Zelf, en wel in eigen persoon! 0 wees ons, arme en altijd zwakke zondaars in Uw ogen, genadig en barmhartig!'
[4] Ik zei: 'Jullie zonden, waar de Farizeeën de schuld van zijn, heb Ik jullie al vergeven; als jullie echter volgens jullie geweten in strijd met de wet van Mozes nog een misdaad tegenover iemand hebben begaan, maak dat dan goed aan hem -en als hij het jullie zal vergeven, is het jullie ook in alle hemelen volkomen vergeven.
[5] Als jullie echter een hard mens treffen, die het jullie niet wil vergeven, wordt dan niet bang, want in dat geval zal jullie goede wil door Mij in plaats van het werk geaccepteerd worden, en die onverzoenlijke mens zal zijn hardheid als schuld op zijn afrekening vermeld zien! -Want alleen Ik ben de meest wijze en meest rechtvaardige rechter, die als enige over iedereen zijn meest juiste oordeel krachtig uitspreek.
[6] Maar nu hebben jullie van Mij een echt stuk land ten geschenke gekregen, op zo'n manier dat niet eens een engel van de hemelen, laat staan een mens het jullie zou kunnen betwisten; maar zoals jullie zien ziet het er nu nog verlatener en onherbergzamer uit dan eerst, hoewel het nu door een buitengewone ingrijpende verandering uitermate vruchtbaar is geworden. Nu is het de vraag hoe jullie het gaan bebouwen.'
[7] Olgon zei: ' O Heer, Heer! Dat zou naar mijn idee nu zeker heel gemakkelijk en goed gaan! Kijk, o Heer, Heer, toen U de aarde schiep door de almachtige goddelijke wil van Uw geest, had U toch ook het zaad voor de talloze planten niet op de een of andere manier al in voorraad, behalve alleen in Uw almachtige wil! Maar U bent in eeuwigheid Dezelfde als die U was bij het begin van de wonderbare schepping van de gehele grote aarde. Bezaait U nu deze streek met de almacht van Uw goddelijke wil, dan zal het gebied op die manier beslist het beste bebouwd zijn! O Heer, Heer, doe hier hetzelfde, dan zal de hele voorheen woeste streek in zeer korte tijd in een waar Eden veranderd worden!'
[8] Ik zei: 'Geloven jullie dan wel echt zonder twijfel, dat Ik in staat ben om ook dat te doen?'
[9] Olgon zei: 'O Heer, Heer! U alleen is niets onmogelijk! Wat U zegt is eeuwige waarheid, en die geloven wij zonder enige twijfel; en wat U wilt, gebeurt, en wij willen en zullen Uw wil ook doen zoals U die door Mozes en de profeten aan de mensen hebt geopenbaard. En wij hebben nu immers ook uit Uw mond gehoord wat Uw wil is en wij zullen er trouw naar handelen; maar bezaait U, o Heer, Heer, deze nu nog woeste streek!'
[10] Ik zei: 'Dan zij het zoals jullie geloven! - Jullie hart, geest en wil waren net zo woest en verlaten als deze streek, en jullie volkomen gebrek aan geloof bracht de hardheid van jullie hart teweeg, dat volkomen leek op de steenachtige bodem van deze woestijn. Maar Ik heb in jullie hart een machtige storm opgeroepen en heb het zachter gemaakt door de geopende hemel in jullie zelf, door de waarheidsbliksem van Mijn woorden, door de stormachtig macht van Mijn aan jullie getoonde wil en tenslotte door de geweldige stortregen van Mijn liefde en erbarming; en Ik heb jullie ook weer bezaaid met velerlei waarheid uit Gods mond, die jullie de meest waarachtige vruchten des levens zal opleveren, als jullie daarnaar zullen leven en handelen. Zoals Ik nu in zeer korte tijd allerlei voedsel voor het eeuwige leven van de ziel in jullie heb gezaaid, zo is nu ook deze woestijn bezaaid met allerlei voedsel om jullie lichaam te voeden.
[11] Jullie zijn met zeventig mensen, en als jullie in verschillende richtingen door deze streek reizen, zullen jullie even zovele woningen aantreffen, die van alles voorzien zijn; en uit de naam die op het huis is geschreven zal blijken wie het ene of het andere huis in bezit moet nemen. Binnenkort zal dit gebied voor jullie ogen groen worden en opbloeien. - Nu kunnen jullie gaan kijken wat Ik voor jullie heb gedaan!
[12] Verbreid Mijn woord ook onder de heidenen, die vaak naar jullie toe zullen komen; maar zwijg voorlopig over het wonder en spreek er ook naderhand niet met veel woorden over; het is voldoende als jullie zeggen dat bij God alles mogelijk is.'
[13] Toen Ik dit had gezegd reisde Ik met Mijn leerlingen weer heel snel verder, en voor de bekeerde rovers zich omdraaiden, waren wij al ver bij hen vandaan.
«« 48 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.