184 resultaten - Pagina 10 van 13
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[4] Je ziet echter ook hoe andere geesten in donkere, blauwgrijze en vuile gewaden deze krijgszuchtigen naderen. Dat zijn echte praatjesmakers. Hun grootste plezier bestaat eruit de nieuwsgierige sensatiezoekers te beliegen tot ze scheel zien, en dat niet zelden met zo'n welbespraaktheid dat sommigen van hen op den duur zelf geloven wat ze gelogen hebben. Deze geesten zijn weliswaar niet kwaadaardig, maar zij zijn slechts zogenaamde grappenmakers. Ze kunnen dan wel niemand ernstige schade berokkenen, maar ze zijn ook niet bepaald van nut. Door deze geesten zullen de oorlogszuchtigen nu krachtig worden aangespoord en dat zal dan een ware hetze opleveren. Er zullen ook enkele vrienden van de waarheid vanuit de middag bij komen, die de krijgslustigen zullen vertellen dat ze door deze blauwgrijzen zijn belogen. De oorlogsgeesten zullen dan genoegdoening verlangen en dat zal het moment zijn waarop wij langs een bepaalde weg vat op hen kunnen krijgen.'Hoofdstuk 124: Rode oorlogsgeesten en blauwgrijze praatjesmakers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De ander zegt: 'Zeker! Het merkwaardigst ziet wel het firmament eruit. De hemel is letterlijk licht-indigoblauw en alles is verlicht zoals op een heldere middag alles verlicht is door de zon, maar nergens is er iets te ontdekken dat op een zon lijkt en geen enkel voorwerp werpt een schaduwbeeld. Overal hetzelfde licht en nergens een lichtgevend hemellichaam; geen zon, geen maan, geen ster. Ja, je hebt gelijk, dat is wel heel merkwaardig!'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Hij die naar voren was gekomen schreeuwt: 'Eruit met deze aartspapist! Nu wil die kerel ons duidelijk maken dat we al zijn gestorven! Ah, dat gaat me toch te ver! Dat hij zich voor Paulus uitgeeft, is zeker een dweperige truc van de nieuwe Paulusvereniging; hij hoort in het gekkenhuis thuis! Maar dat wij al geesten zouden zijn, is te veel van het goede! Daarom eruit met een dergelijke Paulus!'
Hoofdstuk 52: Paulus in de proletariërclub 'In de goede Herder'. De apostel als goudmaker. Inflatietheorie en levensroes. Gelijkenis van de wedloop. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Paulus zegt: 'Luister, ik wil jullie nog één woordje zeggen en daarna kunnen jullie mij eruit sturen of laten blijven, zoals het jullie belieft. Toen ik zelf bijna tweeduizend jaar geleden te Damascus in Azië tot gezant van Christus werd gekozen, overkwam het mij niet zelden dat ik, evenals nu hier en soms nog erger, werd aangevallen vanwege de heilsleer van Jezus, waaraan de aartsjoden en andere bevolkingsgroepen een geweldige hekel hadden gekregen. Wanneer ik dan tegen iemand zei: 'Vriend, onderzoek deze leer en behoud ervan wat je goeddunkt, zij kost je toch niets meer dan alleen je wil en een beetje verstand om haar te onderzoeken!', dan was menigeen, die mij eerst van woede had kunnen verscheuren, gerustgesteld. Ja, sommigen werden tenslotte zelf ijveraars voor Jezus' heils- en levensleer. Daarom zeg ik nu ook tegen jullie: onderzoek eerst wat ik tegen jullie heb gezegd! Hebben jullie iets gevonden dat volgens jullie waar blijkt te zijn, wat kan jullie dan nog tegenhouden om het aan te nemen en jullie leven daarnaar te richten? Waarlijk, jullie moeten echt van je verstand zijn beroofd als jullie het goede zouden afwijzen en het minder goede zouden behouden! Onderzoek het daarom terdege en oordeel pas daarna!
Hoofdstuk 52: Paulus in de proletariërclub 'In de goede Herder'. De apostel als goudmaker. Inflatietheorie en levensroes. Gelijkenis van de wedloop. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Nu zet Minerva ook haar tweede voet ernaast en zegt: 'Nu is het volbracht! Ik heb helemaal aan jouw wil voldaan! Wel, wat gebeurt er nu?' Cado zegt: 'Eeuwige geliefde! Hier, maak deze bundel open, neem het gewaad eruit en bedek je bekoorlijkheden, die mijn hele wezen sterk prikkelen.'
Hoofdstuk 31: Bathianyi en Miklosch over deze scène. Minerva zet de laatste schrede. Het hemelse gewaad als beloning. Mogelijke gevolgen van de volledige verlossing van Satana. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Cado bemerkt dat wel en zegt: 'Heb je soms wortel geschoten? Kom hiernaartoe, dan zul je gemakkelijker tot het geheim van deze bundel kunnen doordringen. Ben je echter aan de grond vastgenageld, zeg het me dan. Je voeten wil ik ook wel van hieraf voor je vrijmaken.' Minerva zegt: 'Dat is niet nodig want ik ben vrij en kan gaan waarheen ik wil! Hoe ziet het kleed eruit? Kom, zeg het mij, lieve Cado!'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Nu komt Cado overeind en begint zich in onze richting te bewegen, maar al zijn bewegingen zien eruit alsof hij zichzelf met zijn hardloperij wil foppen, want hij trappelt eigenlijk steeds op dezelfde plaats. Wat kan er wel de oorzaak van zijn, dat hij met zijn vaste wil niet vooruit komt?'
Hoofdstuk 20: Ondergang van de hellemacht. Cado als overlevende toont betere gevoelens. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Robert zegt: 'Dat denk ik ook, maar hoe... dat is een andere vraag! Deze stad, die eruit ziet als Wenen, moet toch minstens een afbeelding zijn van het werkelijke aardse Wenen, anders zouden zij toch niet als twee druppels water op elkaar kunnen lijken. Sta mij overigens nog een vraag toe: je zei daarnet, dat dit Wenen slechts een verschijningsvorm is en toch staat het zo duidelijk als wijzelf voor ons. Zijn wij dan ten opzichte van elkaar ook louter verschijningsvormen, of zijn we werkelijk datgene wat we lijken te zijn? Is deze poort misschien ook alleen maar een verschijningsvorm? Ik weet nog steeds geen raad met het begrip 'verschijningsvorm', want naar mijn mening is een verschijningsvorm niets anders dan ofwel een weergave van een werkelijk bestaand ding of wezen, of zij wordt voor een moment geschapen ter verduidelijking van een begrip of voor de beproeving van een geest. Heeft zij haar dienst verricht, dan treedt zij weer terug uit de sfeer van haar bestaan. Dat is mijn idee over het begrip 'verschijningsvorm'. Ik moet daarover echter volkomen duidelijkheid krijgen, anders ben ik genoodzaakt om alles wat me sinds mijn bovenaardse bestaan hier onder ogen is gekomen, voor een pure verschijningsvorm te houden.'
Hoofdstuk 47: De poort gaat open en laat de stad Wenen zien. De aard van de verschijningsvormen in het hiernamaals. Robert verbaast zich over Cado's wijsheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Ja, lieve Helena, dat is bij deze geest al op allerlei manieren geprobeerd, maar helaas steeds zonder het minste resultaat. Daarom blijft ons nu niets anders meer over dan hem aan zijn lot over te laten. Wil hij met alle geweld de hel, laat hij er dan maar volop van genieten. Hem, die zelf iets kwaads wil, geschiedt in eeuwigheid geen ontecht. Wie in de hel wil blijven, die blijve! Ik zal niemand tegen zijn wil bij de haren eruit trekken. Als die geschiedenis hem dan toch eens te bar wordt, zal hij zich wel vanzelf een uitweg banen. Heeft hij echter plezier in de hel en is de eeuwige nacht hem liever dan het alles gelukkig makende licht, laat hij dan verkiezen wat hem vreugde schenkt. Ben je het daarmee eens?'
Hoofdstuk 14: De door en door slechte aard van Cado. De Heer over goddelijke tuchtiging. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De franciscaan zegt: 'Gaat er dan toch eigenlijk niemand, zo te zeggen, linea recta naar de hemel?' Ik zeg: 'Niet zondermeer, mijn beste, want als Ikzelf al naar de onderwereld moest gaan, Ik, die toch de Heer zelf ben, dan zal toch ook elk van Mijn kinderen dat moeten doen! Want elke vrucht moet volkomen rijp zijn, voordat men haar kan eten. Onnozele en onwetende kinderen menen weliswaar, dat een kers al rijp is als ze maar een beetje rood is, maar de kundige tuinman weet precies hoe rood de kers eruit moet zien om volkomen rijp te zijn. Daarom valt er absoluut niets te beginnen met dat 'linea recta naar de hemel gaan'! Wel echter naar het geestelijke paradijs, waar jullie je nu aan Mijn zijde bevinden. Het is voldoende, als Ik tegen een zondaar zeg: 'Heden nog zult gij met Mij in het paradijs zijn!' Maar rustig nu, want Robert zal spoedig weer terug zijn.'
Hoofdstuk 6: Opheldering over het piramidemonument. Wandeling in de onderwereld. Vagevuur, hemel en paradijs. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De aarde is nu een pure hel voor de mensheid. Men zou haar ten minste voor een kwart tot paradijs moeten maken; dan zullen de mensen God weer erkennen! In de hel gebeurt er in ieder geval niets meer met de studie van de hogere moraal; daarvan ben ik ten volle overtuigd. Dus moeten we helpen waar we kunnen en dan eruit met allen die smachten in de graven! Dat is voor eeuwig mijn devies.'
Hoofdstuk 2: Gevangenen van de materie. Hoe moeten zij verlost worden? Voorstel van de franciscaan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Veronderstel dat u de hele bijbel uit het hoofd zou kennen; een ander heeft maar een paar verzen eruit geleerd, maar heeft daar zijn hele leven streng naar geleefd. Bij deze worden die twee verzen levend en maken zijn geest vrij; bij u echter is de hele schrift dood, er is ook zelfs niet één vers levend voor u.
Hoofdstuk 11: 'Hij nu wierp zijn kleed af, sprong op en kwam bij Jezus' (Mark.10:50) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[14] Wat is het verschil voor de geest tussen een gewone stille mis en een plechtige? Wanneer heeft Christus, Petrus of Paulus, dit afhankelijk van de prijs die men er voor betaalt, meer of minder belangrijke, zogenaamde onbloedige offer ingesteld? Hoe moet het hart van God eruit zien, dat het met welgevallen zou toezien hoe Zijn Zoon dagelijks een miljoen maal afgeslacht wordt?
Hoofdstuk 19: Bisschop Martinus' twijfels over de vergeefse arbeid - Petrus' goede verklaring onder verwijzing naar de ijdele geestloze verrichtingen van een roomse bisschop - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Daar echter deze zeedieren jouw daden voorstellen die enkel zonden waren, vergaan zij ook wanneer ze eruit getild worden en aan het Goddelijk licht komen. En dan wordt bewaarheid wat er staat geschreven:
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[32] Jij bent ook zo'n uurwerk, waarvan niet één tandje van een rad in orde is! Wil je verbeterd worden, dan moet ook jouw geheel bedorven wezen uit elkaar genomen worden. Alles moet eruit en aan het licht van de eeuwige en onomkoopbare waarheid worden blootgesteld, opdat jij zelf kunt bekijken en zien wat er in jou en aan jou volledig verdorven is!
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus