Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 40 van 42

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42
[6] In deze tijd moet iedere andere pendel gestopt worden. Alleen de hoofdpendel van de tweede of ‘grote’ tempel mag nooit stil blijven staan. - Gedurende deze tijd wordt er dan ook nergens gewerkt of iets geleerd, maar iedere huisvader blijft met zijn gezin in zijn huis. En in deze tijd mag door niemand een voet voorbij de grens van de zuilen van een huis gezet worden, behalve alleen bij het jullie reeds bekende, dreigende, grote gevaar van de elementen, dat echter in de eerste helft van het verschijnen van deze ster zelden optreedt, maar wel in de tweede helft, die even lang duurt als de eerste (maar het spreekt vanzelf dat dit in één en dezelfde streek niet altijd zo is, maar onder bepaalde voorwaarden onder invloed van een hogere orde, dat wil zeggen overeenkomstig de orde en overeenkomstig de wil van de goddelijke wijsheid).
Hoofdstuk 24: Rust- en feestdagen. Het sterven van de bewoners van de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[22] Om deze reden houdt een tweede maatschappelijke regel dan ook in, dat niemand een vogel mag wegjagen van de plek waar hij is gaan zitten. - Ook hiervan zeggen de bewoners: Wat zich boven onze omheining kan verheffen en deze grens niet in acht wil nemen, wordt tot ons heil door een hogere wil geleid. Daarom moeten wij datgene, wat van boven neerdaalt, nooit op de vlucht jagen, maar ons overeenkomstig de wil van God erdoor laten dienen op de manier, zoals zo’n wezen daarvoor bestemd is. - Zo laten de bewoners dikwijls hele grote groepen vogels op hun grond voedsel zoeken en zeggen daarbij: Iedereen die werkt is zijn voedsel waard. We zullen dus ook deze arbeiders laten eten, aangezien ze gewerkt hebben; want ze komen niet zonder de wil van God en kunnen zonder Zijn wil ook niet verder trekken.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[24] Een egocentrisch mens lijkt op een punt, dat reeds door onze kracht vernietigd wordt. Wat zal er dan wel niet met hem gebeuren tussen de vingers van de goddelijke levenskracht? - Maar wanneer wij ons hart wijder maken door liefde voor onze broeders en zusters, dan maken wij - door levende, individuele punten in onszelf samen te trekken - onze eigen innerlijke wereld groter (en dat doet de liefde voor onze broeders en zusters allemaal) en vormen zodoende een krachtig orgaan om steeds grotere krachten op te nemen. Als dit orgaan overeenkomstig Gods wil volmaakt gevormd is, evenals de uiterlijke wereld die ons draagt, dan zal het ook het vermogen krijgen de volheid in zich op te nemen van de hogere krachten, die uitgaan van de oereeuwige, eindeloze volheid van de goddelijke levenskracht.
Hoofdstuk 42: De religie van de bewoners van het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] God is één enkel wezen en heeft geen ander wezen buiten zich, dat is zoals Hij. - Daarom is Hij als enige boven alles machtig, boven alles verheven, boven alles heilig en vol van de allerhoogste eer. Wat Hij doet is de vrijheid van Zijn wil. En Zijn wijsheid is het in act nemen van Zijn eigen, eeuwige orde. Hij is de Schepper van alle dingen. Alles, wat Hij maakt, maakt Hij vanuit Zijn wil; de elementen zijn Zijn gedachten, en Zijn wil vormt hen tot wezens. Wanneer Hij een wereld bouwt heeft Hij geen materie nodig, maar de materie wordt gevormd door Zijn gedachten, en Zijn wil is de bouwmeester overeenkomstig de eeuwige orde in Hem. Wij kunnen God in eerste instantie niet anders kennen dan uit Zijn werken, die ons Zijn grote macht en Zijn grote eer verkondigen. Daarom kunnen wij God ook niet anders eren dan door Zijn natuur na te bootsen en van de door Hem gegeven materie werken te bouwen, in overeenstemming met de vrijheid van onze kennis. God heeft ons werk weliswaar niet nodig; want Hij schept in één ogenblik grotere dingen dan wij met al onze kracht in vele duizenden jaren. Toch bouwen wij werken, zo groot en verheven wij maar kunnen, om Hem daarmee metterdaad te tonen, dat wij wat in ons hele wezen van Zijn eeuwig oneindige eer doordrongen zijn. Ook al hebben wij nog zoiets groots gebouwd, en daar geen lof van God voor ontvangen, dan moet ons dat er toch niet van weerhouden steeds weer grotere dingen te doen. Want hoe zouden al onze nog zo grote werken zich ook in goddelijke lof kunnen verheugen, aangezien ze allemaal bij elkaar niets zijn in Zijn ogen!? - Maar al kijkt God niet naar onze werken, Hij kijkt toch naar onze wil en onze volharding tot Zijn eer. En zo worden wij niet op grond van onze werken, maar alleen op grond van de standvastigheid van onze wil door Hem gezegend.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Ze hebben zelfs geen gebeden, maar in plaats daarvan de enige innerlijke vorming van de geest, waardoor zij in alle overige kennis en wijsheid binnengeleid worden. Zij zeggen: Een God met woorden aanbidden is onnozel, een onsterfelijk mens onwaardig en een allerhoogste God niet welgevallig. Wie echter in zijn geest zijn ware bestemming heeft ingezien en daarnaar leeft, die is God aangenaam. En het beste gebed en de grootste eer, die wij God kunnen bewijzen, is dat wij overeenkomstig leven onze bestemming, die Hij in ons heeft gelegd en altijd getrouw in onszelf laat vinden. - Kijk, dat is alles van hun religie, ofwel: volgens dit grondbeginsel leven en handelen de mensen van deze planeet; dit leven en handelen is de eigenlijke eredienst, die zij altijd houden.
Hoofdstuk 65: Innerlijke, vreugdevol actieve religie op Miron. Voortplanting en begraven van de doden. Sterrenkunde als middel tot Godskennis - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Nu denk Ik dat deze aangehaalde voorbeelden voldoende zijn om duidelijk te maken dat de manier, waarop Ik het een of ander geleidelijk onthul, zowel in natuurlijk opzicht alsook geestelijk volkomen overeenkomstig de orde is.
Hoofdstuk 65: Innerlijke, vreugdevol actieve religie op Miron. Voortplanting en begraven van de doden. Sterrenkunde als middel tot Godskennis - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Als jullie daar even over nadenken, moeten jullie dan niet overeenkomstig de waarheid uitroepen: Wat een wanorde, wat een tegenstrijdigheid met de buitengewoon overeenstemmende en gelijkmatige orde in de kiem! - Hoe kan er uit zo’n orde zo’n tegenstrijdige wanorde ontstaan, die zich in alle stammen, takken en twijgen uitdrukt!
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Er is ook al gezegd, dat deze binnen-zonnen ook bewoond zijn. Nu is de vraag: wat voor mensen wonen er dan? - Zijn deze bewoners werkelijk lichamelijke mensen, of lijken ze enkel op jullie aardmannetjes en de zogeheten lucht-, vuur-, water- en aardegeesten? Of is het misschien zelfs een bijzonder soort wezens, die nergens anders dan alleen op de zon voorkomen? - Dat zijn dus drie mogelijkheden, waarvan noch de ene noch de andere verworpen en ook niet helemaal bevestigend beantwoord kan worden. Naar de uiterlijke vorm te oordelen vertonen ze wel overeenkomst met datgene, wat hierboven genoemd is, maar in werkelijkheid en qua innerlijke betekenis bestaat er geen overeenkomst.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Welke betrekkingen hebben zulke gezelschappen onderling? - Buitengewoon vriendschappelijke, wanneer ze samenkomen. Want bij hen bestaat er geen verschil, en wel allerminst op de manier zoals de bewoners van de aarde daarover oordelen, aangezien zij met hun donker gekleurde broeders handel drijven zoals met dieren. Integendeel, op deze zonnegordel wordt een mens door iemand met een andere huidskleur steeds hoger geacht dan iemand met dezelfde kleur, en wel om reden dat de bewoners geloven, dat de grote Schepper in de verschillende kleuren een nieuw bewijs van Zijn ontoegankelijke wijsheid heeft willen geven. Daarom speuren deze mensen dan ook ijverig na, of ze misschien een aanwijzing kunnen vinden om daaruit of daarin te weten te komen, welke zeer wijze bedoeling de grote, almachtige Schepper wellicht met deze kleuring gehad zou kunnen hebben. Om die reden spreken zij ook heel zorgvuldig met zo’n anders gekleurd mens, om eventueel door zijn uitlatingen de innerlijke wijsheid op het spoor te komen. En dan is ieder woord uit de mond van zo’n anders gekleurd mens als een gevonden schat, die aan alle kanten zorgvuldig bekeken, ontleed en tot in zijn diepste kern geteld wordt.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Kijk, zo is ook hun hele streven erop gericht om in henzelf alles in de liefde voor God te verenigen. Het qua uiterlijk grootste heeft bij hen evenveel waarde als het kleinste. - Omdat ze de bewoners van de hele zon door hun geest wel kennen, zeggen zij: De bewoners van de middengordel, die het meest overstromen van alle uiterlijke pracht, zijn de kleinste mensen van de zon. Als ze naar de uiterlijke maatstaf zouden oordelen, zouden ze beslist nog kleinere vinden, zoals wij die in het verloop van deze openbaringen over de zon hebben gevonden. Maar aangezien zij alle dingen enkel van binnenuit beschouwen, noemen ze die ook zoals zij ze in zichzelf vinden. - Ik wijs jullie er hier op, dat ik het verloop van de beschrijving van de middengordel Zelf gezegd heb, dat de daar wonende mensen de kleinsten zijn; maar die uitspraak wordt in feite pas na deze toelichting duidelijk. Want waar het uitwendige steeds buitengewoon prachtig en veelsoortig ingericht is, daar is het inwendige het kleinst. Maar waar het uiterlijke zonder enige pronk aanwezig is, daar is het innerlijke des te groter.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Als dus een man van misschien honderd jaar (naar jullie tijdrekening) de dochter van een vader zodanig heeft leren kennen, dat hij in haar zijn woord en zijn wil heeft gevonden, dan gaat hij naar de vader toe en zegt tegen hem: ‘Kijk, ik heb in deze jonge vrouw mijn woord en mijn wil gevonden, dus wil de grote God, dat ik haar tot vrouw neem. Ik deel het je mee, opdat jij jouw dochter ondervraagt en daarna haar lichaam naar het mijne brengt, opdat ik haar omarm en in haar een nieuwe vrucht des levens verwek’. Na die woorden roept de vader zijn dochter en zegt tegen haar: ‘Zie, hier voor je staat de man, wiens woord en wil jij draagt overeenkomstig de wil van de almachtige God; word dus de zijne en laat je door je echtgenoot omarmen! Gods zegen zij met jullie en Zijn woord zij jullie leven nu, altijd en eeuwig!’ - Dan brengt hij zijn dochter naar de bruidegom en is het huwelijk gesloten. - Ingeval de vader van de dochter niet meer zou leven, wat evenwel zeer zelden gebeurt, wordt deze huwelijksvoltrekking overgenomen door een oudere broer van de vader, maar bij het ontbreken daarvan ook wel door een ander, aan wie de gestorven vader tijdens zijn leven gehoorzaamheid verschuldigd was. - Hiermee zijn we ook met deze handeling klaar.
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Daar echter alle dingen, zoals planten en dieren, kleine overeenkomstige voortbrengselen van het aardelichaam zijn, is het begrijpelijk dat dit alles op grotere schaal ook in het aardelichaam moet worden aangetroffen. De aarde heeft daarom evenals elk dier een aan haar wezen aangepaste grote hoofdmond, waardoor ze ook het voornaamste voedsel in zich opneemt. Naast deze hoofdmond heeft ze echter nog overal talrijke grote en kleine zuig - en eet slurven, waartegenover ze dan tevens een overeenkomstig hoofdafvoerkanaal heeft en daarnaast ook nog talloos vele kleinere afvoerkanaaltjes.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Zo hebben ook de nieuw ontstane eilanden hun plantengroei te danken aan de door de aarde voortgebrachte zaden. Hebben die planten dan voldoende stadia doorlopen, dan zullen zich ook dieren gaan ontwikkelen, maar niet verder dan de nog zeer onvolkomen kruipende dieren en insekten. Verder omhoog reikt de vrije natuurlijke overgang niet. Daar moet dan een hogere kracht optreden om een overeenkomstig, op een hogere trap staand dier te scheppen, waarin de voorgaande ontwikkelingsstadia kunnen overgaan. Zo gaat het niet zelden opwaarts tot aan de mens, die echter nooit nieuw geschapen wordt, maar te rechter tijd door verhuizing daarheen wordt gebracht.
Hoofdstuk 15: Het trapsgewijze opklimmen van de levende wezens - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[17] Dit voorbeeld is duidelijk genoeg om in te zien dat, hoewel een oerzon hoogstens verschillende deciljoenen aardjaren ouder is dan de aarde, die toch ook al enkele quintiljoenen jaren telt, zij toch, omdat ze veel groter is dan de aarde, ook dien overeenkomstig veel later haar zaad tot rijping brengt. Want van tevoren is door Mij heel goed voorzien en berekend, dat de vruchten van alle hemellichamen rijp kunnen en moeten worden in dezelfde tijd dat het centrale punt van de geestelijke schepping zo ver gevorderd is, dat het zijn geestelijke levensovervloed in de vruchten van de andere hemellichamen kan inplanten.
Hoofdstuk 53: De ziel van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] De specifica in de eigenlijke ziel van de mens worden wel op zichzelf zuiver hemels als ze door de geest zijn doordrongen, maar het lichaam of het vlees van de mens is in al zijn delen nog geheel slecht, dus toch nog altijd hels. Daarom moet het nog heel veel verdeemoedigende beproevingen doorstaan, tot het dan langzamerhand een overeenkomstig deel van de al eerder zuiver geworden ziel kan worden.
Hoofdstuk 54: De wet van de zieledeling - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42