Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 2 van 1110

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[22] Waar is hij dan naartoe? Kijk, op dit moment is hij reeds in de ziel gelegd van een lijfelijke moeder die ontvangen heeft, en hij zal als een mannelijk kind geboren worden. Dat verbaast jullie wel enigszins, maar ik zeg jullie: is het dan minder wonderbaarlijk dat de geestpartikelen van jullie zon zich in de planten, evenals in de daaropvolgende, veelsoortige dieren van jullie aarde, samen met de zich daarin bevindende zielendeeltjes, ontwikkelen tot mensenzielen? Dat zien jullie toch dagelijks en jullie verwonderen je daar weinig over en toch is dit proces veel ingewikkelder, groter en langduriger dan dit verhuizen van een geest. Want bij het overbrengen van zonnengeesten gaat het om de ontwikkeling van jullie lichaam en ziel die beide duizendmaal duizendvoudig blijken te zijn samengesteld. Maar hier, dat wil zeggen bij deze zonnenwereld, die een centrale zonnenwereld is, gaat het om de verhuizing van een kant en klare geest, die volgens zijn grondprincipes in zijn nieuwe lichaam niets anders te doen heeft dan in zijn liefde één te worden met de levende ziel in zijn liefde voor de Heer.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Jullie hebben over deze drie wijzen vernomen dat in hen Adam, Kaïn en Abraham aanwezig waren. Dat is juist; maar zouden jullie het geheel letterlijk opvatten, dan zouden jullie je evengoed vergissen als wanneer jullie zouden geloven in het omineuze sterrenbeeld, waaronder jullie volgens de berekening van de kalender zijn geboren. Jullie zeggen: dat kan wel zijn, maar hoe moet men deze kwestie, waarover op meerdere plaatsen met grote stelligheid wordt gesproken, dan opvatten? Ik zeg jullie: dadelijk zal duidelijk worden hoe men zulke zaken moet opvatten.
Hoofdstuk 15: De drie wijzen uit het morgenland; hun wezen. De grote betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[23] Je bent immers allang gestorven en wel aan de cholera in het jaar 1849 volgens aardse tijdrekening! Boden uit de hemelen hebben je al gezegd dat je lichamelijk gestorven bent, maar jij lachte hen uit en zei: 'jullie dwaze kerels, zien jullie dan niet hoe flink ik nog ben als eerste sergeant? Als jullie dat niet willen geloven, stop ik jullie in de bak en dan zullen jullie meteen zien of ik gestorven ben of nog leef!' Bij zo'n weerwoord verlieten de boden uit de hemelen je weer en lieten je in je dwaasheid, waarin je nu al meer dan een aards jaar volhardt en andere hulpvaardige geesten voor gek verklaart. Denk je nu werkelijk nog dat je in levende lijve politieagent in de stad Wenen bent? Kijk daar eens naar de slagboom! Merk je niet hoe hij nu voor ons steeds doorzichtiger en nietiger wordt?'
Hoofdstuk 49: Het binnentreden van het gezelschap in de verschijningsvorm van de stad Wenen. Platvloerse taferelen bij de tolboom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ook zijn er bij jullie zulke oude mensen, dat ze volgens onze tijdrekening al ouder zijn dan het totale mensengeslacht op mijn kleine wereld! Ja, er zullen hier ook nog wel zulke oude in het vlees levende mensen zijn, die misschien nog duizend keer ouder zijn. Wat veel belangrijke en heilige ervaringen moeten dergelijke mensen hebben opgedaan! Wat een hoge vlucht zal jullie geestelijke vorming aan de zijde van zulke zeer ervaren leraren nemen en hoe diep moet jullie heerlijke wijsheid geworteld zijn!
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Nu zullen jullie waarschijnlijk zeggen: Ja, maar hoe zit dat nou met het vorige slinger-tijdsbestek, dat vóór de stilstand verlopen is? - Daar wordt geen rekening meer mee gehouden, omdat men de duur van de stilstand niet kan bepalen. Daarom worden bij een opnieuw begonnen, door de slingeringen gemeten tijdsbestek alle mensen weer even oud. Want dat kan daar ook heel gemakkelijk het geval zijn, omdat het ouder worden daar absoluut niet in de natuur geworteld is; maar een volgens jullie tijdrekening verscheidene honderden jaren oud mens ziet er nog even fris en monter uit als hij er wellicht in zijn twintigste levensjaar volgens jullie tijdrekening uitzag. Daarom lukt het zich-jonger-maken daar ook, wat de tijdsduur van het leven betreft. En zo onderscheidt oud en jong zich alleen in wijsheid.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Hoe lang duurt dit onderzoek eigenlijk? - Volgens jullie tijdrekening zou het ongeveer drie dagen zijn; alleen vindt zo’n bezigheid met een veel sneller gevoel van tijd plaats, omdat het, zoals jullie al weten, nooit nacht, maar enkel constant dag is.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Bij deze tempel bevindt zich ook een algemene tijdwachter, en daarom moeten alle tijdwachters van zo’n uitgestrekt tempeldistrict zich naar hem richten. - Waar verblijft deze tijdwachter eigenlijk, in zekere zin in de nabijheid van deze tempel? - Kijk, daar ongeveer duizend klafter buiten de tempel wordt op een kegelvormige heuvel een buitengewoon sterke, soms meer dan vijfhonderd klafter hoge boom opgekweekt. Daar wordt vanaf de top ervan een pendel neergelaten tot bijna aan de voet van de heuvel; want aan de kant van de pendel wordt de heuvel steiler gemaakt dat hij van nature zou zijn. Deze pendel wordt dan door drie mannen in beweging gezet en heeft voor één slingering bijna dertig minuten volgens jullie tijdrekening nodig.
Hoofdstuk 20: Een tempel van het hogere type - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] De grootste beloning die hij voor zijn diensten op de zon krijgt, bestaat uit het feit dat hij, zolang hij als opperste dienaar leeft, herhaalde malen - volgens jullie tijdrekening ongeveer één keer per jaar - de Calvarieberg kan bezoeken, en dat hij ook bij uitzonderlijke gelegenheden door een engel van de hemel bezocht wordt, om bij ernstig dreigende gevaren beschermende gedragsregels voor het hele district van hem te ontvangen.
Hoofdstuk 23: God de Vader Zelf als leider. Gezinsleven, huwelijk en voortplanting op de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Dit alles gebeurde niet omstreeks de tijd, waarop de tegenwoordige christelijke kerken gewoonlijk aannemen dat de veertig dagen vasten plaatsvonden, maar twee maanden later. Toen wij het onderkomen bereikten, was het volgens de toenmalige tijdrekening ongeveer tien uur; dat is volgens de huidige tijdrekening ongeveer drie uur 's.middags, want in die tijd bepaalde het opgaan van de zon het eerste uur van de dag. Omdat de zonsopgang echter steeds verschuift, kunnen de toenmalig aangegeven dagtijden, uren genoemd, niet exact, maar slechts benaderend met de tegenwoordige dagindeling vergeleken worden; daarom zei Ik hierboven: Het was ongeveer drie uur 's middags toen Ik met de beide leerlingen het onderkomen bereikte. -Omdat de beide leerlingen deze dag tot zonsondergang bij Mij doorbrachten, zal zeker bij onderzoekende lezers de vraag opkomen, wat wij drieën gedurende die tijd van drie tot ongeveer acht uur in en bij Mijn onderkomen gedaan hebben, want daarover staat niets geschreven. Nu, dat laat zich haast vanzelf raden: Ik onderwees deze beiden over hun toekomstige bestemming en vertelde hen ook, hoe en waar Ik het eerst met Mijn onderwijzingen zou beginnen en hoe Ik in deze omgeving nog meer mensen, die wat geest en wil betreft gelijk waren aan hen, tot Mijn leerlingen zou op en aannemen. Tevens gaf Ik hen de opdracht om onder hun collega's, die merendeels ook vissers waren, na te vragen en te overleggen, of er nog bij waren die zich bij Mij wilden aansluiten. Dat bespraken wij gedurende die tijd. Toen echter de avond viel, liet Ik de beiden gaan en ze begaven zich, ten dele zeer opgewekt, ten dele echter ook zeer nadenkend, naar de hunnen terug, want ze hadden vrouwen en kinderen en ze wisten niet wat ze daarmee aan zouden vangen.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Er waren daar zes stenen watervaten neergezet volgens het reinigingsgebruik der Joden, elk met een inhoud van twee of vier metréten. Joh. 2:6) Nadat Maria tegen de dienaars gezegd had: 'Wat Hij jullie zeggen zal, doe dat!', zei Ik dan ook tegen de dienaars, dat ze de zes stenen waterkruiken met water moesten vullen. Deze kruiken, die voor de reiniging van de Joden bestemd waren, maar waar de Nazareeërs en Kanaänieten niet veel meer om gaven, stonden er meer voor de sier, dan voor het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk bestemd waren en ze hadden een inhoud van twee of vier metréten.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (Jezus zegt 'Vul de vaten met water! En zij vulden ze tot de rand. Joh.:2:7) De dienaren deden dat meteen, omdat ze dachten dat de nieuw aangekomen gast zich volgens het oude gebruik wassen en reinigen zou. De gast kwam binnen en kreeg, zonder zich eerst de handen gereinigd te hebben, een plaats aan tafel. Dat viel de dienaars op en ze zeiden onder elkaar: 'Waarom hebben we dan die zware kruiken met water moeten vullen? Deze gast gebruikt het niet en het was dus moeite voor niets!' Daarop zeg Ik tegen hen: 'Waarom vroeg je daarnet dan niet waarvoor het was, in plaats van nu daarover te mopperen? Hebben jullie dan zoëven niet gehoord wat Maria tegen Mij heeft gezegd, namelijk dat de gasten geen wijn meer hebben? Hoewel Mijn tijd, zowel naar het gebruik als naar de geest gezien, nog niet is gekomen, heb Ik toch het water in de kruiken veranderd in wijn, om de heerlijkheid te openbaren van Degene, van Wie gezegd wordt dat Hij hun God is, maar die als zodanig door hen nog nooit herkend is; en dit is geen toverij, maar gedaan door de kracht Gods, die in Mij is.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] 'Bij jullie wel, maar bij Mij niet!', zeg Ik, - 'Mozes schreef voor, dat je je ouders moet liefhebben en eren; jullie zeggen echter en de priesters gelasten zelfs: Wie in plaats daarvan offert in de tempel, is zelfs beter af, want daarmee koopt hij zich vrij van het gebod van Mozes. Maar als er dan iemand naar jullie toekomt en zegt: ' Jullie zijn godloochenaars en ellendige bedriegers, want je heft de wet van Mozes op door een voorschrift van jezelf ter wille van je hebzucht, en daarmee kwel je de arme mensen' -kijk dan heeft die mens volgens jullie een misdaad begaan en dan lever je hem op de deurdrempel uit aan het gerecht. - Zeg eens, heeft deze waardige mens dat wel verdiend, of zijn jullie tegenover Mozes niet veel grotere misdadigers?'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Jezus antwoordde en zei tot hem: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien'. Joh. 3:3) Op deze vraag van Nicodémus antwoordde Ik net zo kort als het vers dat aangeeft, namelijk: 'Waarlijk, waarlijk zeg Ik u: Tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien en nog minder binnengaan!', wat zoveel wil zeggen als: ' Als u uw geest niet volgens de wegen, die Ik u met Mijn leer en daad aangeef, opwekt, kunt u het goddelijk levende van Mijn woord beslist niet herkennen, Iaat staan in de leven gevende diepte daarvan binnengaan!'
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Daar was de bron van Jacob. Omdat Jezus moe was van de reis, ging Hij op de stenen borstwering van de bron zitten, en het was ongeveer uur het zesde. Joh. 4.6) In Judéa waren wij volgens de huidige tijdrekening al tegen vier 's morgens vertrokken, vervolgens zonder te rusten snel doorgelopen en we bereikten precies om twaalf uur 's middags, wat toen het zesde uur genoemd werd, de oude Jacobsbron, die nauwelijks veertig passen voor het dorpje in de richting van Sichar lag. Deze bron stond op een zeer goede waterader, er omheen bevond zich een ouderwetse sierlijk gemetselde borstwering en ernaast groeiden schaduwrijke bomen.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] 'Beste mannen van Sichar', zegt de vrouw daarop, 'als ik jullie zou willen overtuigen, dan zouden we nooit klaar komen. Ik heb het je nu gezegd, hoe het geheel volgens de waarheid is, een tweede keer zeg ik het jullie echter niet meer! Verscheidene van jullie hebben Romeins recht gestudeerd en zijn nu volgens deze wetten rechters en zeggen, dat het een verstandig recht is! Ik heb deze wetten gelezen, want ik ken het Romeins, en nu staat daarin: Primo occupanti jus! (Het recht van degene, die er het eerst mee begonnen is) Aangezien ik hier de eerste was, geeft mij dat het recht van de eerste, en dat kunnen jullie mij niet ontnemen.'
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...