Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

23 resultaten - Pagina 2 van 2

1 - 2
[5] Kijk, precies zo is het ook bij de zon, omdat haar eigenlijke lichtglans in de eerste plaats niets anders is dan het opnemen van alle stralen van een miljard zonnen, die op dit zeer wijd uitgestrekte spiegelende oppervlak van de zonnelucht ieder voor zich nagenoeg oneindigvoudig weerspiegeld worden - op precies dezelfde wijze als de zon zelf op een andere planeet veelvuldig weerspiegeld wordt, niet alleen op de voorwerpen van het vasteland, maar met name ook op het oppervlak van de wateren en het meest van al op het ononderbroken luchtoppervlak, dat een planeet omgeeft.
Hoofdstuk 4: Leer van het zonlicht. De dampkring als lichtend omhulsel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Als dat allemaal voorbij is, begeeft het hele gezelschap zich op die berg en brengt God eenstemmig lof en dank. Daarna gaan ze weer naar huis en zijn blij en opgewekt vanwege de grote genade, die God een broeder van hen heeft geschonken. - Deze handeling van het sterven is hetzelfde op de hele gordel, zowel op de eilanden als op het grote vasteland.
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] De aarde heeft weliswaar - voordat de zee aan bod komt - nog een heleboel urineblazen, die zich vooral als grote waterreservoirs tussen de aardkorst en de binnenste vaste aarde bevinden en waarvan enkele groter zijn dan een heel werelddeel, bijvoorbeeld Europa. Uit deze grote urineblazen van de aarde krijgen dan eerst de zee en daarna andere wateren van het vasteland hun voeding en hun steeds gelijkmatige watertoevoer. Dat is de eerste taak van dit aardorgaan.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Het water van de zee en ook dat van de meren van het vasteland vormt een soort verdichte lucht, waarin dieren kunnen leven. Maar deze lucht behoort eigenlijk nog tot het aardelichaam zelf en wel tot haar buitenste schors. Daarom kan het water niet zonder meer in de atmosferische lucht worden opgenomen, maar slechts dat deel, dat zich in de nevels en wolken bevindt, evenals het vrije waterstofgas in de lucht zelf, al kunnen we dat ook niet als nevel of wolken beschouwen.
Hoofdstuk 20: Wezen en bestanddelen van de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Myriaden geesten in de wijde omtrek bemerken dan zo'n beweging en ze stromen van alle streken onderwater naar zo'n centrum toe. Tegelijkertijd komen er ook deelnemers van het droge land. De natuurgeesten maken dan vaak in korte tijd mijlenverre reizen. En in hun roes ontzien ze niets wat ze tegenkomen, geen bomen, geen huizen, mensen of dieren. Alles wordt zonderconsideratie in hun vrolijke razernij meegenomen. Bij deze verschijnselen boven het vasteland kan men twee soorten onderscheiden:
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Hoe komt het dat de noordelijke helft van de aarde meest uit vasteland en de zuidelijke helftmeest uitwater bestaat? Als men hierop Iet, dan is te begrijpen, dat alleen de noordpool aantrekkende kracht en de zuidpool afstotende kracht moet hebben. Door de noordpool ontvangt de aarde haar voedsel, verteert het in haar centrale organen en leidt door het afvoerkanaal het afval langs de zuidpool naar buiten.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Dit afval wordt daar dan periodiek, zoals de lava uit een vulkaan, alleen dan veel vloeibaarder, naar buiten gewerkt, waar het dan op de tijden dat deze zuidelijke poolregio ontdooit door de steeds aanrollende vloedgolven wegspoelt en door de aantrekkingskracht van de noordelijke helft der aarde zo langzamerhand als materie met het vasteland wordt verenigd; dit is ook de reden dat in het zuidelijk gebied voortdurend grote luchtstromingen alsook onder en boven water stromingen in alle richtingen plaats hebben.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Deze vrucht, die vaak vrij drijvend langs de zeestranden wordt aangetroffen, groeit en rijpt meestal op de rug van dit reusachtige zeedier, dat alleen naar de oppervlakte komt als er een barre onderzeese storm is. Op zijn rug vindt men ook veel rode, rotsachtige verhogingen die niet zelden worden afgeworpen en als ze nog geen vaste grond gevonden hebben als donkerrode puimsteen een tijdje aan de oppervlakte van de zee ronddrijven. Ze worden vaak op stranden, soms ook op het vasteland, waar vroeger een zee is geweest, gevonden en worden drakenbloed genoemd. Dit drakenbloed lijkt veel op het roodijzersteen (hematiet) en ook op het kwikzilver bevattende hoornblende. Maar het is geheel mineraal en komt echt alleen maar op de rug van dit dier voor.
Hoofdstuk 48: De grenzen tussen de natuurrijken - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2