Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

241 resultaten - Pagina 13 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[20] En nu vroeg het Kindje aan de treurende Cyrenius: 'Maar Cy­renius toch, wat is er nu met je aan de hand? Nog bestaat de wereld en je vrouw is ook nog lang geen duizendmaal gestorven, zoals je wenste dat gebeuren mocht. ..en toch treur je alsof je alles op aarde had verloren !
Hoofdstuk 188: Cyrenius betuigt de Heer zijn liefde. Hij wordt dan op de proef gesteld. De dood van Tullia en Cyrenius' diepe rouw. Terechte verwijten van het teleurgestelde Kindje. Goede uitwerking op Cyrenius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Jonatha bezwoer hem nu: 'Liever zou ik duizendmaal de vuurdood ondergaan, dan dat ik jou ook maar in het geringste zou willen verraden: dat zweer ik bij God en bij alle Hemelen!'
Hoofdstuk 166: Jonatha bij zijn jeugdvriend Jozef. Het verhaal van Jonatha. Zijn vragen over het bijzondere Kindje Jezus. Jozefs mededelingen over het Kindje. Ootmoed en liefde van Jonatha jegens het Kindje en zijn gebed - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Misschien wel duizendmaal heeft hij Uw portret aan zijn hart gedrukt! Zijn laatste woorden waren: 'O, mijn goede Vader, Jezus; o Jezus, Gij, de eeuwige Liefde! Gij, Die alleen en van eeuwigheid het ware leven zijt! Gij, Die thans als een Mensenzoon wandelt onder hen, die Uw Almacht in het aanzijn heeft geroepen, Die hun een lichaam hebt gegeven en het leven! Gij alleen, ja Gij zijt mijn liefde in eeuwigheid! Ik leef; ik leef door U, in U… eeuwig.
Hoofdstuk 7: Vierde brief van Abgarus aan Jezus (zeven weken na de derde geschreven) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[5] U weet immers dat ik altijd al mijn grootste vreugde beleefde aan de laagst mogelijke positie en dat ik altijd duizendmaal liever gehoorzaamde, dan dat ik iemand anders een opdracht gaf; verschoon mij daarom dus van dit ambt!
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Dit verbijsterde Adam en alle kinderen; want op dat ogenblik werd de hemel bezaaid met duizendmaal duizend zonnen, die volkomen op elkaar leken.
Hoofdstuk 95: De zonsopgang op de hoogte. Adams dwaze verlangen naar de zonnegroet. De berisping van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] God, de eeuwige, de oneindige, de heilige, de almachtige God! - O hart, mijn hart, breek nu niet de stem van mijn tong; laat nu toe dat ik het uit alle macht uitschreeuw! Hij, Hij, voor wie duizendmaal duizend jaar zijn als het allervluchtigste ogenblik, - Hij, voor wiens ademtocht alle eindeloze ruimten beven en de eeuwigheden uit de allergrootste eerbied in het niets terugzinken, - Hij, die met één blik duizendmaal duizend zonnen kan laten ontstaan en weer laten vergaan, - Hij, Hijzelf in eigen persoon heeft ons, de alleen alleronwaardigste schepselen, Zijn eindeloze heiligheid vergetend, vanuit Zijn allerheiligste diepte aangezien, heeft, omdat wij door onze allergrootste vrijwillige boosheid zo onmetelijk diep van Hem en voor Hem gevallen zijn, om ons Zijn grote erbarming ten deel te laten vallen, de gehele oneindigheid gevuld met talloze treden, zodat wij weer naar Hem toe kunnen klimmen!
Hoofdstuk 115: Adams luide lofprijzing over Gods erbarming en Zijn menswording in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Want waarlijk, Ik zeg jullie allen, wie Mij verloochent in zijn blindheid, is Mij duizendmaal liever dan degene die Mij in de lauwheid van zijn hart enigzins belijdt, maar het nauwelijks de moeite waard vindt om bijvoorbeeld met zijn broeder over Mij te spreken!
Hoofdstuk 160: De vier twijfelaars uit de streek van de middag. Henochs woorden als schijnbare godsloochenaar en hun uitwerking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Waarom mag ik dan alleen in de tempel, terwijl ik toch de grootste zondaar aller tijden was tegenover U, - zij die duizendmaal zuiverder zijn mogen dat zonder hun leven te verliezen niet wagen?!
Hoofdstuk 239: Lamechs bange en droevige gedachten bij het altaar. De geruststellende verklaring van de Heer over het doel van de tempelorde. De zegening van het altaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] En daarom ook heb ik de moeders en zusters mijn mening gezegd, want ik kon toch niet weten dat ze daardoor zo van streek zouden raken! Had ik het geweten, dan had ik natuurlijk wel kunnen zwijgen, maar gebeurd is gebeurd! Nu zou ik echter mijn fout wel duizendmaal goed willen maken, en dat kan toch onmogelijk verkeerd zijn!
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zie, altijd ben ik een leugenaar geweest en ik zou ook nu duizendmaal liever tegen je liegen dan je de volle waarheid te zeggen; maar ik vrees jouw stok te zeer, zodat ik het niet aandurf je opnieuw voor te liegen!
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Want als iemand de Heer in zijn hart boven alles liefheeft, is de Heer ook volledig bij hem; maar als hij Hem niet zodanig liefheeft, dan is de Heer ook verre van hem, ook al bevindt hij zich nog duizendmaal hoger dan wij ons nu hier boven de vlakte bevinden!
Hoofdstuk 33: Henochs verklaring aan Hored, Lamech, Naëhme, Ada en Zilla, Jabal en Jubal. Het vertrek naar Hanoch onder leiding van Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] In het tegenovergestelde geval stampen wij met iedere stap zwaarden en spiesen uit de grond van de aarde, waarmee onze latere nakomelingen elkaar met duizenden en duizendmaal duizenden in de gloeiendste wraak zullen doden.
Hoofdstuk 35: Henoch ontmoet koning Lamech. Het gevaar van eerbetoon aan mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Want zie, God telt de dagen en de jaren de wereld niet, want duizend jaren zijn voor Hem als een enkele dag, maar Hij telt de gedachten van je hart, en dan heeft een liefdevolle, goede gedachte meer waarde voor Hem dan duizendmaal duizend jaren en dagen van de wereld!
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Toen zij daar aankwamen, werd het kleed van de Heer witter dan vers gevallen sneeuw in het hooggebergte, en Zijn gelaat, Zijn handen en voeten straalden een licht uit dat duizendmaal sterker was dan dat van de zon!
Hoofdstuk 80: De verheerlijking van de Heer voor het volk, dat vol eerbied terugschrikt. De vaderlijke woorden van de Heer aan het volk, dat Hem herkend heeft. De Heer verdwijnt voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Over al die duizend en duizendmaal duizend andere heerlijkheden kan ik helemaal niet spreken, want zij zijn te veelvuldig, te groot en te verheven dan dat het voor een menselijke tong mogelijk zou zijn ze te beschrijven. Laat mij daarom, o broeder, nog een tijdlang rustig genieten van deze grote overvloed aan wonderen van onze heilige Vader!
Hoofdstuk 92: Naar de hoogte. Het heerlijke uitzicht. Koning Lamech prijst de Heer voor de aanschouwde heerlijkheden van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17